De mens en de interface
Prachtige foto’s zijn het, de foto’s die de blogpost van Pasta & Vinegar over het kiezen van een geschikt design voor een ‘touch interface’ illustreren. Niet omdat ze qua compositie zo bijzonder geslaagd zijn, maar omdat ze laten zien hoe mensen in het dagelijks leven omgaan met technologie, met interfaces, met apparaten waarmee ze-vaak ongevraagd- geconfronteerd worden.
En toen ik de foto’s zag dacht ik direct aan Parijse metro. Want ik herkende de beelden en vooral het gedrag van de mensen op de foto’s omdat ik zelf begin dit jaar in Parijs precies diezelfde gebaren en handelingen zag.
Een wereld van interfaces
Strikt genomen bestaat een groot deel van onze wereld uit ‘interfaces’ (‘The way that you accomplish tasks with a product-what you do and how it responds’, Jef Raskin in ‘The Humane Interface’) waarmee we hebben leren leven. Heel vaak kost dat ongelooflijk veel moeite maar het komt gelukkig ook wel voor dat je een apparaat tegenkomt waarvan je direct zegt ‘dit begrijp ik en het begrijpt mij’. Maar die ‘plug & play’ ervaringen zijn vooralsnog een uitzondering.
Ik geloof heilig in ‘sense & simplicity’ en zie een enorme markt voor apparaten, producten en diensten die, zoals Adaptive Path dat zo mooi omschrijft, passen in het leven van mensen. Die simpel en zinvol zijn en die misschien uiteindelijk wel uitmonden in een menselijke interface.
En natuurlijk ben ik niet de enige die daarin gelooft dus bestelde ik ‘The Humane Interface‘, een vrij technisch boek dat vooral bedoeld is voor interaction designers. Maar dat ik in grote lijnen boeiend en inspirerend vond. Omdat het laat zien dat er inderdaad nog ongelooflijk ‘technology driven’ interfaces ontwikkeld worden die helemaal niet uitgaan van de mens die ermee gaat leven.
Druk op ‘Start’ om af te sluiten
Zo geeft Jef Raskin, de auteur van ‘The Humane Interface’, het volgende en in mijn ogen onthutsende voorbeeld: Er blijkt technisch gezien namelijk helemaal geen enkele reden te zijn waarom het opstarten van een computer langer dan een seconde zou moeten duren. Dat het desalniettemin gebruikelijk is dat het langer duurt en dat we daar met zijn allen mee hebben leren leven, komt blijkbaar omdat de ontwikkelaars ervan niet stilstonden bij de behoefte van toekomstige gebruikers maar dachten dat het zo wel goed zou zijn….
Dat lijkt misschien een waanzinnig voorbeeld, maar als je goed om je heen kijkt dan zal het ook jullie wel overkomen dat je je verbaast over de koffie-automaat, de dvd-speler, het menu van je mobiele telefoon of- en dat voorbeeld heb ik al vaker genoemd- over het feit dat je Windows afsluit door op ‘Start’ te drukken.
De tas, de portemonnee en de kaart
Nu weet ik niet precies wat de ontwerpers van de poortjes van de Parijse metro als uitgangspunt hadden, maar in elk geval staat hun interface het toe dat mensen gewoon hun tas of portemonnee boven of voor de kaartlezer houden in plaats van heel omslachtig en onhandig die kaart op te diepen om die ertegenaan te moeten houden. Want dat zou de doorstroom-snelheid niet ten goede komen en het humeur van de gemiddelde metro-gebruiker waarschijnlijk ook niet.
En zo zijn we weer terug bij de titel van deze blogpost: Want of je nu producten maakt, diensten levert of interfaces ontwerpt, het gaat om wat de mens er mee doet en hoe het in zijn of haar leven past. En als dat naadloos kan, dan zou ik zeggen, kom maar op met je product, dienst, apparaat of interface. Graag zelfs!
Dat zijn immers de dingen waarop gebruikers zitten te wachten, misschien wel zonder dat we dat zelf weten. En dat zijn ook De Paarse Koeien ofwel de dingen waarmee je als producent, leverancier of merk kunt onderscheiden.
Dit bericht verscheen ook op www.fackeldeyfinds.com