De gemiddelde downloader is conservatief, laf, lui en kortzichtig
Nog één keer Radiohead dan. Omdat het zo’n interessant experiment was. En omdat er weer meer bekendgemaakt werd (Wired, Economic Insight Issue 10 en Big Champagne). De zaak Radiohead is als volgt.
In oktober 2007 bracht de populaire Engelse rockgroep een nieuw album op de markt. Het bijzondere was dat het album werd gepubliceerd op de site van Radiohead zelf, en nog bijzonderder was dat het aan de nieuwsgierige luisteraar werd overgelaten wat hij ervoor wilde betalen. Niets betalen? Ook goed. Iets kopen voor nul pond is ook iets kopen.
Wat er gebeurde: na de opening van de site was de muziek – zo gaat dat nu eenmaal op het internet van hel en verdoemenis – binnen de kortste keren ook verkrijgbaar op de populaire downloadsites zoals The Pirate Bay en Mininova. Via dergelijke sites kun je muziek, boeken en films downloaden. Voor niets. Meestal anoniem en illegaal.
Hoe dan ook, het is nu bekend dat er tussen 20 oktober en 3 november vorig jaar meer dan twee miljoen albums hun weg vonden naar fans of mogelijke fans: de nieuwsgierigen. In november kabbelde het nog vrolijk door, zo’n vijftienduizend albums per dag.
Nog een feit: Radiohead is bezig aan een zeer succesvolle wereldtour. De eerste helft van dit jaar trad de groep op in Europa, ook in Amsterdam. De organisatie van het Lowlands festival – vorige week in Biddinghuizen – bood hen het dubbele van hun normale gage. Maar de heren wilden zeven dagen rust hebben voordat ze zouden afreizen naar de Verenigde Staten en Canada. In oktober gaan ze naar Japan. Op eBay worden kaarten voor deze concerten geveild voor tussen de honderd en tweehonderd dollar per stuk. Het gaat heel goed met Radiohead.
‘Iedere onbetaalde download is diefstal’
‘Een illegale download is verloren omzet’
Wakker worden! Beide bovenstaande opmerkingen zijn hopeloos verouderd. Er is een heel nieuw spel op de wagen. Het gaat al lang niet meer om omzet die je via het internet of de winkels verkrijgt. Het gaat om het aantal mensen dat je bereikt met je muziek. Die mensen kun je op de hoogte brengen van je tour of je speellijst. Je lokt ze naar je optredens toe, maakt ze nieuwsgierig.
Maar er is nog iets wat duidelijk werd. Uit de ervaring met Radiohead blijkt dat de generatie downloaders een merkwaardig schuw gedrag vertoont. Want wat bleek?
Radiohead bood het album aan op haar eigen site, en vroeg in ruil hiervoor een e-mailadres. Niets meer dan dat. Een fooi, een aalmoes, in de vorm van een adres. Maar het was te veel gevraagd. Massaal koos de downloader voor het anonieme proletarisch winkelen bij Mininova en Pirate Bay. De megamarkt won het met gemak van de sympathieke buurtwinkel van Radiohead.
Het experiment was voor Radiohead toch een succes. De muziek is goed en de band was al bekend genoeg, dus is het zaak je fans zo snel mogelijk te bereiken. Vervolgens lopen de podia vol.
Het experiment toonde ook aan dat de modale downloader net zo conservatief, laf, lui en kortzichtig is als de platenbaas van vijf jaar geleden. Blijkbaar zijn downloaders niet in staat verder vooruit te kijken dan de paar minuten die het kost om het album naar binnen te halen. Je (bij)naam ruilen voor een muziekalbum, dat is toch wel het minste wat je kunt bieden, zeker aan beginnende groepen. Het is een vorm van ‘dankjewel’ zeggen. Gun de band dan iets van een kans om je te bereiken. Radiohead was ooit een kleine band; en het zijn die kleine bands die je in het zadel moet helpen.
Als de domme downloader dit niet snel doorkrijgt, is er over vijf jaar alleen nog maar commerciële baggermuziek. En zijn het allemaal kleine Duyvendakjes die later spijt krijgen van hun anonieme rebelse verleden. Betalen is immers dom en je naam weggeven ook. In grijs streepjespak zullen ze ooit het boetekleed aantrekken. Eigen schuld, dikke bult.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.