Een bord en een krijtje
Het was de voorpagina van Wetenschap & Onderwijs – een van de zaterdagse katernen van NRC Handelsblad – die helemaal in beslag werd genomen door een verhaal over het schoolbord en het krijtje. Worden nieuwe klaslokalen nog uitgerust met een schoolbord, zo vroeg ik me af. Of zijn die ook gesneuveld in de twintig jaar durende onderwijsvernielingsdrang van de PvdA?
Het schoolbord. Het krijtje. Volgens het artikel blijkbaar vooral geliefd bij de wis- en natuurkundigen. Al denkend wordt er geschreven, al schrijvend wordt er gedacht. Het tempo is traag, een krijtje biedt een mate van weerstand die blijkbaar synchroon loopt met ons vermogen om iets op te schrijven of iets begrijpend te lezen.
Met een ‘whiteboard‘ bereik je hetzelfde. Ik denk zelfs dat je ook literatuur kan tikken terwijl je aan het denken ben. Als je maar blind kunt typen. Maar het is een forse toer om wiskundige tekens in de juiste volgorde uit een tekstverwerker te persen. Sterker nog, het is alleen weggelegd voor speciaal opgeleide typisten, en die zijn weer niet in staat om na te denken over wiskundige formules.
Ter voorbereiding op de wereldkampioenschappen schaatsen zie ik de latere winnares Pauline van Deutekom in actie. Zij sprint weg met een lang elastiek om haar middel, achter haar wordt er tegenwicht geboden door haar trainer. Ik zie de man die een solotocht naar – ik dacht – de Zuidpool gaat maken. Met zijn eigen tent en proviand voor tientallen dagen in een door hem zelf getrokken slee. Ter voorbereiding loopt hij in Drenthe over bospaden en heidevelden; om zijn middel heeft hij een touw, aan het touw hangt een tegensputterende autoband.
Het is lastig om een college snaartheorie te geven met behulp van een powerpointpresentatie. Je moet bij wijze van spreken zien hoe de formules zijn gevormd, in welke volgorde de variabelen zijn opgeschreven, het gaat lang niet altijd van links naar rechts. Neem bijvoorbeeld een grote breuk. Eerst de teller, dan terug, dan een streep, dan terug, en vervolgens de noemer. Als je meeleest met het krijtje op het bord dan krijg je het zo, je denkt simultaan mee met de auteur van de formule. Dat is precies het tempo dat we aankunnen, het tempo dat onze hersenen nodig hebben om de informatie te verwerken.
En er is iets anders. Een schrijver met een krijtje levert een strijd met de ruimte op het bord. Die ruimte is eindig. Als zij verbruikt is is de bordenwisser meedogenloos. Een schoolbord heeft het geheugen van een eendagsvlieg, en dat leidt ertoe dat de schrijver spaarzaam omgaat met de ruimte, en dat de lezer alert is om datgene wat hij wil bewaren te reproduceren, in zijn schrift of in zijn computer. En van reproduceren leer je weer.
Een schrijver van een gelikte presentatie daarentegen heeft geen enkele beperking. Lappen tekst kunnen blok voor blok de zaal in worden geslingerd, en er ontstaat vervolgens een groot faseverschil tussen datgene wat er op het scherm staat, datgene wat de presentator er nog een keer bij vertelt, en datgene wat de toehoorder ervaart. Het geschrevene, het gezegde en het begrepene zijn elkaar hopeloos kwijtgeraakt. Het gebeurt dagelijks, de technologie is de beste vriend van Jantje van Leiden.
Het schoolbord en het krijtje. Het is nostalgie, en tegelijkertijd een treffende illustratie van het gegeven dat je communicatie met een zekere inhoud niet ongestraft kunt versnellen. Overdracht is een ambacht. Een boodschap is als een ploegentijdrit. Als het eerste woord te hard gaat is er een probleem, als het achterste afhaakt ook.
Het is opmerkelijk dat de technologie nog geen passend weerwoord heeft op het gefossiliseerde duo schoolbord-krijtje. Oké, whiteboard, overheadprojector, ze zijn gebaseerd op hetzelfde principe; iemand schrijft en tegelijkertijd leest een zaal mee. Maar toch. Sommige deeltjes kun je versnellen, andere niet. En daar moet je vooral niet rouwig om zijn.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.