YouTube is de nieuwe Henny Huisman
Na de Mini-playbackshow, de Soundmixshow en Idols zijn websites als YouTube en MySpace de drijvende kracht achter nieuw muzikaal talent. Talentscouting anno 2007 is ‘viral’. Wat kunnen wij als communicatieprofessionals met deze constatering? Moeten we nu onze bedrijfspresentatie op YouTube zetten in de hoop ‘beroemd’ te worden? Moet de directeur van een bedrijf in zijn zolderkamer oude hits van Roy Orbison opnemen en ze op MySpace zetten?
Als Bulletje vond dat je kon playbacken, lag een gouden toekomst in het verschiet
Wanneer je vroeger beroemd wilde worden deed je ‘gewoon’ mee aan de Mini-playbackshow van Henny Huisman. Je koos een liedje van George Michael uit – I want your sex, je had geen idee wat dat betekende – en oefende heel erg vaak voor de spiegel dat je hem was. Tijdens de uitzending zocht je vervolgens samen in de winkel kleren uit zodat je heel erg veel op George Michael leek (stoppelbaardje en oorringetje bij je babyface) en playbacken maar. Wanneer Barry Stevens, Jacques d’Ancona, Tonny Eijk en Bulletje dan vonden dat je goed kon playbacken, lag er misschien wel een carrière in de showbizz in het verschiet. Tenminste, dat dachten je vader en je moeder dan.
Henny Huisman praat inmiddels met God, niet met Bulletje
Toen kwam er de Soundmixshow – een soort Idols maar dan zonder sms. Weer Henny Huisman, maar nu moest je ouder zijn en ook echt kunnen zingen. Hier zetten Marco Borsato, Gerard Joling en Edsilia Rombley hun eerste schreden op de weg naar de eeuwige roem. Maar Henny Huisman is zelden meer op de televisie te zien. Als hij al een keer op de buis is, praat hij met God en niet met Bulletje. En ook Idols is geen garantie voor eeuwige roem. Van Jamai, Boris en Raffaëla horen we bijna niets meer.
Doe zoals Esmée en scoor een platencontract
Wie echt beroemd wil worden, moet een filmpje op YouTube zetten. Vraag het maar aan de Nederlandse Esmée Denters. Zij zong een liedje van Justin Timberlake zette het op YouTube en veroverde de harten van veel YouTube-kijkers. Het filmpje werd tienduizenden keren bekeken en kwam onder de aandacht van Justin Timberlake zelf. Hij was zo onder de indruk van de zangkwaliteiten van de Nederlandse Esmée en stuurde haar een e-mail. Of ze naar zijn studio in Londen wilde komen. Ze zongen samen een nummer in en zetten het vervolgens op YouTube. Toen Justin optrad in Nederland stond Esmée in zijn voorprogramma. Een filmpje op YouTube en nu al beroemd. Als klap op de vuurpijl bood Timberlake haar ook een platencontract aan.
Opwindend talent vind je anno 2007 niet meer offline
De Britse Band de Arctic Monkeys werd eerst groot via communitywebsite MySpace nadat ze hun muziek op hun MySpace-site zetten. Veel mensen downloadden de muziek van de band en door het succes op MySpace raakte platenmaatschappijen geïnteresseerd in de band. Een band die zo vaak wordt gedownload, moet wel goed zijn. Wie opwindende nieuwe artiesten wil ontdekken kijkt niet meer naar de televisie, maar gaat een avondje ‘YouTuben’ of ‘MySpacen’. Grote platenmaatschappijen gaan niet meer naar talentenjachten en optredens in rokerige zaaltjes. Ze luisteren nauwlettend naar de ‘buzz’ op sites als YouTube en MySpace. Talentscouting anno 2007 is ‘viral’.
YouTube is de nieuwe Henny Huisman
Jonge bands hebben goed door dat een communitywebsite dé plaats is om ontdekt te worden. Daarom zette de Haagse band Johnny’s Landing hun eerste muziekopnames gelijk op MySpace. Daar loop je de grootste kans om als band ontdekt te worden. En ook YouTube profileert zich nadrukkelijk als talentenkweekvijver. Het is niets voor niets dat de video-uitwisselingswebsite Esmée Denters presenteert als het gezicht van de Nederlandse YouTube-site. Kortom, om beroemd te worden heb je Henk-Jan Smits (de azijnzeikende Jacques d’Ancona van Idols) of Henny Huisman helemaal niet meer nodig. YouTube is de nieuwe Henny Huisman.
Moet de CEO als Roy Orbison op internet?
Wat kunnen wij als communicatieprofessionals met deze constatering? Moeten we nu onze bedrijfspresentatie op YouTube zetten in de hoop ‘beroemd’ te worden? Moet de CEO van een bedrijf in zijn zolderkamer oude hits van Roy Orbison opnemen en ze op MySpace zetten? Het antwoord is ‘niet per se’. Net zo als het zinloos is om je als bedrijf te vestigen in Second Life: niemand zit er op te wachten dus waarom zou je het doen. (Even los van wat je als bedrijf van SL-achtige omgevingen kunt leren van experimenteren met nieuwe technieken en échte interactie.) Wat we er wél van kunnen leren is, is dat op internet de bezoeker bepaalt wat interessant is om te lezen. Een wijze les die goed door te trekken is naar corporate blogging. Veel bedrijven willen graag een corporate blog, maar worstelen met de vraag wat er in dat blog moet staan. Het antwoord ligt eigenlijk voor de hand: wat je verwacht dat de bezoekers van je blog willen lezen, dát zet je op je corporate blog.
Ongedwongen de menselijke kant laten zien, dát willen de mensen
Oud-minister Gerrit Zalm begreep dit als geen ander. Hij was een van de eerste politici met een weblog en had door dat de bezoekers van zijn website behalve in zijn politieke standpunten (die kende iedereen ondertussen wel), óók geïnteresseerd waren in de mens Gerrit Zalm. Nederlanders willen toch vooral geregeerd worden door een mens en minder door een politiek programma. Gerrit Zalm liet op zijn blog op een ongedwongen manier zijn menselijke kant zien.
Betrokken klanten beïnvloeden processen door snelle feedback
Voor software ontwikkelaar Macromedia (tegenwoordig onderdeel van Adobe) bracht de start van een corporate blog belangrijke veranderingen in de manier waarop het bedrijf software ontwikkelde met zich mee. Door klanten eerder te betrekken bij nieuwe software kreeg het bedrijf snel en goedkoop feedback op nieuwe producten. Zo kon de software verder gefine-tuned worden. Bovendien schreven de bezoekers van het blog vaak ook weer op hun eigen site over de nieuwe Macromedia-producten. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Macromedia krijgt gratis publiciteit en feedback. De klanten van het bedrijf voelen zich serieus genomen en door de ‘exclusieve’ informatie die ze krijgen, voelen ze zich ook nog eens een keer meer betrokken bij Macromedia.
De droom van ieder bedrijf
Adobe, de nieuwe eigenaar van Macromedia, zag de voordelen van deze strategie en verfijnde deze in de vorm van Adobe Labs. Wanneer je je registreert op Adobe Labs, krijg je als eerste het laatste nieuws over Adobe-software. En Adobe gaat zelfs nog een stapje verder, je kunt de nieuwste Adobe-software gratis downloaden en voor een bepaalde tijd uitproberen nog voor deze in de winkel te krijgen is. Zo was Photoshop CS3, de nieuwste versie van dit fotobewerkingsprogramma, al maanden voor de officiële releasedatum te testen. Het gevolg: duizenden mensen hebben het programma op hun computer en willen er mee blijven werken, het is goed voor het imago van Adobe, (potentiële) klanten blijven op de hoogte van de nieuwste software. Kortom, de droom van ieder bedrijf: een corporate blog dat bezoekers trekt, de klanten bij het bedrijf betrekt én publiciteit genereert. Maar misschien nog belangrijker is dat Adobe Labs haar bezoekers geeft waar ze naar op zoek zijn.