Minder bodes? Meer bodes!
TNT Post maakte begin april bekend dat er fors bezuinigd moet worden. De postmarkt neemt af en de concurrentie neemt toe. Zes- à zevenduizend werknemers dreigen hun baan te verliezen. De markt mag werken maar zij niet meer. Door de liberalisatie betreden nieuwe partijen de arena. TNT betaalt zijn bodes degelijk, zeker in vergelijking met de wijze waarop Selekt Mail en Sandd hun inhuurkrachten belonen; zij zouden niet eens per poststuk (stukloon) worden betaald maar per adres (stoploon), met als gevolg dat er onder het minimumloon zou worden gewerkt.
De concurrent betaalt minder voor hetzelfde werk dus moeten er bij ons mensen uit, zo is de redenering. Je kunt het ook omdraaien natuurlijk.
Wij betalen meer dan onze concurrent, dus gaan we er ook voor zorgen dat we hoogwaardiger werk leveren. De postbode is nog een van de weinige leveranciers die de moeite neemt om langs te komen. De visiterende melkboer bestaat niet meer, net zomin als de bakker aan huis. De scharensliep en de marskramer lopen alleen nog rond in ons geheugen. De bollenverkoper met zijn berlinerbollen, de schillenboer, de olieman, de kolenboer, de stoelenmatter, de man van de leesbladenportefeuille, ze zijn verdwenen uit het straatbeeld.
Maar de postbode is er nog wel. TNT heeft als enige in Nederland een netwerk van medewerkers die bijna dagelijks bij bijna alle Nederlanders thuis komen. Daar moet je toch wat mee kunnen, met dat netwerk. Kleine behoeften zijn van alle tijden. Was het vroeger het schillenoverschot, de lege kolenkelder of de doorgezakte stoel, nu zijn er vragen van andere aard. Waarom doet mijn internet het niet meer? Kan iemand mij de energierekening uitleggen? Hoe krijg ik de tv-zender Tien op nummertje tien? Ik moet mijn meterstanden invoeren op het internet maar het lukt me niet. Basale klussen, eerstelijnsondersteuning is nodig bij eerstelijnsvraagjes.
De Raad voor Werk en Inkomen heeft eind vorig jaar het vervolgadvies ‘Huis houden op de markt‘ (pdf) uitgebracht. Het advies beoogt de markt voor persoonlijke dienstverlening te ontwikkelen; de nieuwe postbode kan bij uitstek een rol spelen in dit voornemen, onder meer omdat de fiscus bereid is een handje te helpen. Het kabinet heeft in het regeerakkoord al aangegeven dit advies daadwerkelijk tot ontwikkeling te willen brengen.
We zien het gebeuren. Alle postbodes krijgen een bijscholingscursus waarin ze leren om op 80 procent van de meest gestelde huishoudelijke vragen (de Frequently Asked Questions, later zou blijken dat de postbode nog dikwijls moest uitleggen wat FAQ toch betekende) een oplossend antwoord te geven of anders degelijk door te verwijzen. Iedereen vertrouwt de postbode immers, al was het alleen maar omdat hij een vertrouwde straatganger is. De capaciteit van de bodes daalt aanzienlijk (het duurt langer om een energierekening uit te spitten dan om een brief in de bus te mikken), waardoor het aantal postbodes dient te worden verveelvoudigd. Er wordt geen voorrijtarief gevraagd, wel een bescheiden vergoeding voor ieder gewerkt kwartier.
The postman always rings twice. Een keer om te zeggen dat er nieuwe post is afgeleverd en een keer om te vragen of er nog wat te doen is.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.