Van Web 2.0 naar Mensen 2.0
Wanneer je naar de geschiedenis van het internet kijkt, dan lijkt het er op dat elke killer applicatie bijna altijd dezelfde evolutie doormaakt: Het begint als een platform, om geleidelijk aan de shift te maken naar een functionaliteit voor individuen. Na de website als centrum van innovatie is vandaag het individu waar rond merken en bedrijven ontwikkelen.
Laat me beginnen met enkele voorbeelden om dit te verduidelijken:
- Online nieuws begon op een portal, migreerde vervolgens naar publisher websites en blogs, om vandaag terecht te komen in de tools die individuen inschakelen om nieuws uit verschillende bronnen te aggregeren (bvb. via RSSlezers) of te filteren (bvb. via Google of Technorati alerts).
- Handige tooltjes zoals weer-updates, beurstickers, woordenboeken en vertaaltoepassingen maken eigenlijk dezelfde evolutie mee: Ooit vonden we ze in elkaars buurt terug op een portaalsite. Maar toen portaalsites de innovatietrein van nieuwe handige applicaties niet meer kon bijhouden, moesten we die in een tweede fase her en der op het internet (zoals Flickr, Del.icio.us of Last.fm). Vandaag zien we dat deze tooltjes ofwel deel gaan uitmaken van de browser – De Firefox-browser wordt niet voor niets een Zwitsers zakmes genoemd – ofwel in widgets voor op je desktop, ofwel om naar eigen smaak in je persoonlijke startpagina te integreren. Wie heeft de websites nog nodig als je de essentiële functionaliteit op jouw hoogst gepersonaliseerde desktop kan plaatsen?
- Digitale kaarten vond je vroeger op kaartwebsites zoals Mappy of Routenet. Vandaag vind je Google maps als een gemakkelijke functionaliteit terug waarmee bloggers hun blogposts voorzien van geodata.
- Voor video is de evolutie nog radicaler: wat ooit begon als de exclusieve content die terug te vinden was op de websites van een paar grote mediaspelers, komt nu op onze desktop via onze hoogst eigen combinatie van filtersystemen: blogposts of RSS feeds met embedded videoclips uit Youtube, Nieuwe aggregators zoals Joost of neave.tv, of gewoon via de immens populaire bittorrent clients.
- Jobs moest je vroeger zoeken op jobsites. Vandaag krijg je ze op maat van jouw profiel in je mailbox via de notificatiesystemen van de betere vacature websites.
In de machtstrijd van de voorbije jaren tussen de grote spelers en de internet gebruiker, is de internetgebruiker als winnaar uit de bus gekomen. Developers en marketers zijn gaan erkennen dat het er niet meer op aan komt om de gebruiker naar de content of de applicatie te krijgen, maar om de content en de applicatie bij de gebruiker te krijgen. En dus zijn wij als marketers vandaag de dag al zielsgelukkig als we een plaatsje weten te veroveren in de controlekamers van waaruit hij het internet in zijn leven toe laat: zijn blogs, widgets, startpagina’s, IM clients en browsers.
Deze evolutie is zowel een bedreiging als een opportuniteit voor merken. Wanneer het internet steeds verder rond het individu gebouwd wordt, dan zit er voor merken niets anders op dan gewoon nuttig te worden. Dit is wat Russell Davies in een boeiende post “branded utility” noemt. Branded Utility is het marketen van een merk door middel van het aanbieden van tools en toepassingen die het leven een stukje aangenamer maken. Net zoals Michelin je in de offline wereld helpt om een goede maaltijd te vinden, zo helpt Flexa je om een verfkleur te kiezen die bij je past.
Eén van de grootste uitdagingen voor merken ligt dan ook in het bedenken van manieren om in de dagdagelijksheid van mensen het leven een stukje aangenamer te maken. In België is bvb. de Start-to-Run podcast – een podcast die je helpt om je conditie voorzichtig op te bouwen – een hype bij een doelgroep die voorheen nooit van podcasting gehoord had. En Nike helpt je op Run London om op te bouwen naar een Marathon en om inspiratie voor looproutes te vinden. Kortom: het internet bouwt zich steeds meer rond de mens en zijn leven… en niet omgekeerd.