Web 2.0 businessmodellen
Web 2.0 heeft internet op zijn kop gezet. Maar ook het businessmodel achter webconcepten is zich onder invloed van Web 2.0 start-ups alsmaar verder aan het ontwikkelen. In Italië is er een soort integraal framework bedacht waarin alle verdienmodellen en business areas van het nieuwe web in kaart zijn gebracht.
Uiteraard zijn er nog talloze initiatieven die weinig of geen geld in het laatje brengen. Web 2.0 is in veel gevallen vooral nog een belofte voor toekomstig rendement. Je hebt er believe in of niet. Maar het aantal succes stories neemt toe en het wordt steeds interessanter om op zoek te gaan naar de (nieuwe) businessmodellen die er in de wereld van Web 2.0 worden toegepast.
De Italiaanse management consultant Luca Grivet (ook bekend als BizMogeek) heeft zich recent gestort op dit onderwerp. In een prachtige presentatie heeft hij dit onderwerp helemaal uitgediept. Hij komt uiteindelijk tot een vijftal opbrengstenmodellen voor Web 2.0 services:
- Free: Het klassieke model waarbij de opbrengsten gegenereerd worden door advertenties (TechCrunch). Soms gaat dat zo ver dat de content alleen nog maar door de gebruikers wordt gecreëerd (YouTube), of dat er zelfs betaald wordt voor bijdragen van gebruikers (zoals bij Revver).
- Free to use, pay for related service: Je mag het basisproduct gratis gebruiken, bijvoorbeeld open source software (MovableType). Maar je betaalt voor een luxere variant, een stuk customizing, support en training, addons, consultancy etc. (TypePad).
- Freemium: Een wat ‘goedkoop’ businessmodel waarvan veel Web 2.0 services gebruik maken. Ook hier is het basisproduct gratis, tenminste tot op zekere hoogte. Als je een bepaalde gebruikerslimiet voorbij gaat(Flickr), van meer services gebruik wil maken (Meetic, Linkedin) of items wil kopen (Second Life), dan wordt het een betaalde service.
- Freedom to pay: Je bent vrij om te bepalen of je betaalt voor de waarde die je aangeboden krijgt (Ad-Aware) of je doet een donatie (Wikipedia).
- Nothing free: Je moet gewoon een prijs betalen (iTunes) en kunt eventueel delen in de opbrengsten (eBay, Google AdSense), al dan niet door een bijdrage te leveren aan de user generated paid content (MyPickList, Metacafe).
Deze vijf opbrengstmodellen heeft hij vervolgens weergegeven in een framework. Aan dat framework heeft hij nog de dimensie van het businessgebied toegevoegd: gaat het om content, een applicatie/service of producten/software.
Linksonder in het framwork staan de advertise based oplossingen, rechtsboven de sales based. Vervolgens heeft hij allerlei soorten services in dit gebied gepositioneerd.
Te zien valt hoe services zich soms concentreren in bepaalde delen van het framework.
Tot slot heeft hij deze clusters weer gekoppeld aan gangbare namen als Open Source, ASP en Open Content voor dit soort services en zelfs (met kleur) een indicatie gegeven over de moeilijkheidsgraad om er op deze manier geld mee te verdienen.
Schiterend is ook hoe hij daarna nog aan de hand van trafficcijfers (dus geen opbrengsten!) in beeld brengt hoe succesvol verschillende vormen zijn. Kijk in het bijzonder eens naar Match.com (lichtblauw) vs. Friendster (bruin) en MySpace.com (donkerblauw) vs. Blogger (rood).
Een laatste boeiende sheet is die waarin de traffic van verschillende freemium services in beeld is gebracht. Met uitzondering van Flickr lijkt er sprake van een zekere stagnatie van deze services.
Voor degenen die de hele presentatie geïnteresseerd zijn hieronder de klikbare versie.
Wat mij betreft schitterend materiaal en zonde dat een deel van de presentatie in het Italiaans is. De presentatie is overigens ook als pdf-bestand te downloaden (pdf).
Via: BizMo