Het medialandschap (deel 1)

0

[[image:media.jpg::right:1]]Het huidige medialandschap kenmerkt zich door beweging en dynamiek. Er is bijna geen gebied dat zich zo snel ontwikkelt als deze branche. Oude en nieuwe media, traditionele en minder traditionele vormen, staan naast elkaar. Er ontstaan voortdurend nieuwe vormen en mogelijkheden. Crossmedia wordt steeds meer ontdekt door merken en bedrijven om zodanig de consument te bereiken. Vandaag het eerste deel van een tweeluik wat ingaat op de oorzaken en gevolgen van het bewegende medialandschap.

De veranderingen in het medialandschap ontstaan door de wisselwerking van de ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie en wat individuen en de samenleving daarmee doen. Convergentie en divergentie gaan hand in hand, broadcasting wordt narrowcasting. Consument wordt prosument met de opkomst van Consumer Generated Media zoals weblogs, podcasts en vodcasts.

“…Typically, consumer-generated media encompasses opinions, experiences, advice and commentary about products, brands, companies and services—usually informed by personal experience—that exist in consumer-created postings on Internet discussion boards, forums, Usenet newsgroups and blogs. Consumer generated media can include text, images, photos, videos, podcasts and other forms of media….” (bron: Wikipedia)

Een oorzaak voor het medialandschap zoals we dat vandaag de dag aan treffen is naar mijn mening toch wel de opkomst van nieuwe media en Web 2.0. Maar in de toekomst zal deze beweging van het medialandschap, ook gevolgen krijgen voor de behoeften van de mediaconsument. En die vervolgbeweging begint nu zichtbaar te worden…

Opkomst van Nieuwe Media

[[image:newmedia.jpg::right:0]]De uitdrukking ‘nieuwe media’ wordt gebruikt sinds de jaren zestig. Dan bedoelen we eigenlijk digitale media, zoals het internet en het World Wide Web. De aanduiding ‘nieuw’ is daarom niet op haar plaats, ook al omdat nieuwe media niet alleen van deze tijd zijn. Wanneer je de nieuwe media vanuit een historisch perspectief bekijkt, wordt duidelijk dat veel van de kenmerken die karakteristiek voor de nieuwe media worden geacht, onder één of andere vorm al teruggevonden kunnen worden in ‘oudere’ media.

Digitalisering is slechts een van  de kenmerken van de nieuwe media. De verschillende gebruiksmogelijkheden zijn het meest kenmerkend voor de nieuwe media. Het eerste kenmerk van de nieuwe media is dat zij voor verschillende toepassingen tegelijkertijd gebruikt kunnen worden, terwijl de ‘oude media’ slechts voor één toepassing benut worden. [Manovich, Lev. (2001), The Language of New Media – MIT Press, Cambridge] 

De vijf principes (pdf) waarin nieuwe media verschillen van oude media zijn volgens Manovich de volgende:

  • De numerieke representatie: de media worden programmeerbaar.
  • De modulariteit: (de fractale structuur van de nieuwe media) elk element maakt deel uit van een groter geheel, maar behoudt binnen dit geheel zijn eigen identiteit, elk element kan apart behandeld worden.
  • Automatisering: door middel van de 2 vorige eigenschappen kan een deel van het proces geautomatiseerd worden, waardoor de creatie gedeeltelijk een proces wordt van selectie.
  • Variabiliteit: de niet-eindige natuur van nieuwe media objecten, er is een oneindige mogelijkheid tot variatie door verschillende combinaties met dezelfde elementen uit de mediadatabase.
  • De culturele transcoding: de culturele laag (narrativiteit en representatie) en de computerlaag (de codering in files, de vormen van compressie) beïnvloeden mekaar en veranderen elkaar.

[Deels eerder gepubliceerd op Sometin’ New, zie Opkomst Nieuwe Media]

Opkomst van Web 2.0

[[image:web20-100.jpg::right:0]]De term Web 2.0 verwijst naar wat sommigen zien als de tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het World Wide Web.

Ook binnen Frankwatching is hier ruimschoots aandacht aan besteed en zal ik het dus bij deze korte vermelding laten. Hier vind je een overzicht van Web 2.0 toepassingen.

Crossmedia

[[image:crossmedia.jpg::right:0]]Crossmedia is een gevolg van het veranderende medialandschap en in mijn ogen een logische opvolger van nieuwe media en multimedia. De betekenis van crossmedia echter is nog onderhevig aan discussie. Persoonlijk hanteer ik de definitie van Indira Reynaert.  
 
“Er is sprake van crossmedia indien er een kruisbestuiving bestaat van verschillende media zoals theater, film, televisie, radio, print media, internet, games, mobiele devices en live evenementen, waarbij de verschillende media mediumspecifieke betekenissen communiceren welke deel uitmaken van een universeel doel” (Bron: Indira Reynaert, zie ook Wikipedia)

Bij crossmedia-communicatie (in wat voor vorm dan ook) nodigt het verhaal je uit om een cross-over van het eerste medium naar het volgende te maken. Zo verandert de communicatie van eenrichting- naar tweerichtingsverkeer. Waarde wordt toegevoegd omdat het verhaal gelaagder wordt en meer niveau('s) krijgt op een manier die relevant is voor de andere partij. Met het gebruik van internet kan het verhaal meer lagen en niveau's krijgen en kan het voor elke doelgroep worden uitgesplitst. [Monique de Haas, Dondersteen Media]

Met crossmedia wordt niet de combinatie van verschillende middelen en platformen bedoeld: het belang is pas werkzaam als de gedeelde boodschap/het doel is verspreid over verschillende platformen en wanneer de ondersteunende interactie plaatsvindt op deze platformen, de zogenaamde kruisbestuiving.

Toekomstvisie

[[image:narrowcastmedia_copy1.jpg::right:0]]Of de mediawereld richting media 2.0 of intermedia gaat is nog afwachten. Maar naar mijn mening zal het verschuiven naar ‘narrowmedia’; een uiting gemaakt voor een specifieke (niche) doelgroep die de communicatie uiting ontvangt, waarbij lokatie, tijd en handeling van belang zijn.

De definitie die ik hiervoor hanteer is de volgende:

“NarrowMedia is een communcatieve boodschap/doelstelling, -welke informatieve, entertainments of educatieve content bevat, die meerdere convergerende mediale uitingen kan inhouden- geproduceerd volgens format, voor een specifieke (niche) doelgroep, die deze uiting op een lokatie-, tijds- en handelingsgebonden moment ontvangt” [Daphne Dijkerman, Oktober 2006] 

Maar of dit de toekomst wordt van het huidige medialandschap is afwachten…

Volgende week het tweede en laatste deel: Het medialandschap (deel 2).

Meer weten?

Daphne Dijkerman is een van de eerste crossmedia studenten die dit jaar is afgestudeerd. Ze is momenteel parttime docent op de Hogeschool van Enschede en daarnaast werkzaam als format developer & producer voor narrowcasting content.