Web 2.0: een vulkaan die op springen staat
[[image:web20a.jpg::right:1]]Web 2.0, het nieuwe internet, blijft de gemoederen behoorlijk bezig houden. Niet alleen blogs maar ook sommige dagbladen en tijdschriften hebben het onderwerp inmiddels op hun vizier. Wat leren we van de snelle ontwikkeling van weblogs en wat is het geheim achter de nieuwe generatie webservices? Staat ons een volgende vulkaanuitbarsting te wachten en worden we hierdoor geraakt? Moeten bedrijven voorzorgsmaatregelen treffen of kunnen ze er zelfs beter van worden? Het vervolgverhaal van Web 2.0.
In gesprekken met mensen die minder goed thuis zijn in internet moet ik als blogger regelmatig uitleggen dat blogs eigenlijk alleen maar het topje zijn van een hele grote ijsberg. Blogs zijn het meest bekende en het meest zichtbare deel van een enorme berg aan mogelijkheden die internet ons al sinds jaar en dag biedt. Maar internet heeft eerder natuurlijk gouden bergen beloofd en we zijn er na de dot.com crash vervolgens met zijn allen toch behoorlijk in teleurgesteld. En als iets mogelijk is op of via internet, dan – zo hebben we inmiddels geleerd – wil dat niet zeggen dat het daarmee ook automatisch door de grote massa wordt opgepakt.
Internet heeft ook die hoge technologiecomponent. De wereld van techniek en computers waar – naar het lijkt – nerds, freaks, geeks en techno’s de koers en het tempo bepalen. Dat is maar ten dele waar. Natuurlijk: de wondere wereld van tools en devices bestaat uit producten die gebouwd, gemaakt, gerealiseerd worden door mensen met verstand van techniek. Maar wat daarachter schuil gaat is een wereld van eindeloos veel creatieven die overlopen van ideeën en brainwaves over wat je zoal met het web allemaal kunt bereiken.
Zoals het eigenlijk altijd al ging met creatieve en technische mensen is dat als ze elkaar vinden (ik bedoel dat zowel letterlijk als figuurlijk), er hele grote dingen kunnen ontstaan. Iemand heeft een gouden idee, iemand ziet kans om dat op een heel slimme manier werkend te krijgen en samen of met nog een ander zien ze kans om aan de man of vrouw te brengen. Wat daarbij eigenlijk altijd een flinke handicap is geweest, is dat creative’s en techno’s elkaar nooit heel gemakkelijk vonden. Ze verkeren in andere maatschappelijke circuits, ze komen elkaar niet gemakkelijk tegen en als het dan gebeurt hebben ze moeite om met elkaar aan de praat te raken en om elkaar te begrijpen. Maar als het dan een keer lukt en het vonkje springt over, dan is er ineens die zee van mogelijkheden.
Voor mijn gevoel hebben blogs in de afgelopen periode een cruciale rol gespeeld in het bij elkaar brengen van creative’s en techno’s. Ze groeiden en groeien (het proces is nog volop bezig) uit tot een soort nieuwe wereld waar innovators, investeerders en geïnteresseerden elkaar tegen het lijf liepen:
- [[image:goudsmidsgilde.jpg::right:1]]Blogs zijn de gildes van de 21e eeuw waar vakmensen kennis en ervaring uitwisselen. ICT-ers, marketeers, onderwijskundigen en innovators uit allerlei andere gebieden.
- Blogs zijn de bankhuizen van de 21e eeuw waar inovators en investeerders elkaar ontmoeten. Mensen met ideeën en mensen met ‘het vermogen’ om dat idee naar business te vertalen.
- Blogs zijn de marktplaatsen van de 21e eeuw waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten. De vaklieden die er een eigen stalletje hebben en de potentiële klanten die op zoek zijn naar primaire levensbehoeften, hebbedingetjes en andere koopjes.
Maar nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid was het mogelijk om dat mensen elkaar zo gemakkelijk vonden. Internet had al eerder laten zien dat het helpt om de matching van factoren als locatie, tijd en complexiteit beter te maken. Maar blogs hebben het nu ook voor individuele mensen mogelijk gemaakt om elkaar te vinden. De plek waar je gemakkelijk contacten maakt (locatie), je eigen moment kiest om een gesprek aan te gaan (tijd) en waar altijd wel iemand of iets in de buurt is waardoor snel tot de kern van de dingen doordringt (complexiteit).
Blogs groeiden uit tot een platform voor creativiteit en kennisontwikkeling, waar je snel kennis maakt en nieuwe relaties en reputaties ontstaan en waar volop ruimte is voor koopmansgeest en (ruil- ) handel. Ik hoef maar naar mezelf te kijken. Ik blog sinds begin 2004 op internet en het is onvoorstelbaar hoeveel ik in de afgelopen twee in de blogosfeer jaar geleerd hebt, hoeveel nieuwe mensen ik er heb leren kennen en hoe ik een een circuit verzeild ben geraakt van elkaar dingen gunnen en geven, en daar dan toch ook nog – ik zou bijna zeggen tegen mijn natuur in – een beetje geld mee gaan verdienen. Blogs zijn voor mensen met passie, talent, voor mensen die willen netwerken en ook voor mensen die gewoon business willen doen een razend interessant podium.
Het is tegen deze achtergrond dat blogs ook een goede voedingsbodem vormen voor en een goed communicatiekanaal over al dat andere dat ons overkomt en nog gaat overkomen als het gaat om het nieuwe web. Web 2.0 is hiervoor het magische woord en we hebben nog maar half door wat dat allemaal zal gaan betekenen. Ik had het over de ijsberg waarvan veel mensen alleen nog maar het topje zien en waar ‘onder water’ nog zoveel meer te vinden is. Een ijsberg die bovendien drijft in het veel grotere internet, op zich al een zee van mogelijkheden.
Maar misschien is die ijsberg wel niet de goede metafoor en moeten we op zoek naar een ander beeld. Een ijsberg staat immers ook voor koud, stil en smelten. Misschien past bij het Web 2.0 het beeld van een vulkaan beter. De vuurspuwende berg waarvan je weet dat er binnenin een heleboel borrelt. We hebben het over een berg waarbinnen zich heel wat explosieve gassen aan het vormen zijn die de omgeving zoals we die nu kennen (en dan het ik zeker niet alleen over internet) fors overhoop gaan halen. We hebben het niet over koud maar over warm, over af en toe knallen en dan in vuur en vlam komen te staan. Dat is een beeld dat beter past bij Web 2.0: de vulkaan die op springen staat.
[[image:vulkaan.jpg::center:0]]
Afgelopen dinsdag besprak ik hier het artikel in NRC Handelsblad over Web 2.0 (zie ook mijn eerdere artikel What’s up with Web 2.0?). Dat leidde – zoals gewoonlijk bij dit onderwerp – tot allerlei reacties. Maarten Korz die kwam met een link naar een prachtig overzicht van de beste Web 2.0 software van 2005. En Tonie van Ringelestijn die me wees op zijn prima artikel Web 2.0: Software wordt sociaal afgelopen maand in het techlifestyle tijdschrift Bright. Er was ook kritiek (via de blog maar ook via de e-mail) waarin mensen benadrukten dat in veel verhalen het geld, de tools, de overnames en de eventuele hype wel erg op de voorgrond staan. “Web2.0 gaat volgens mij meer over de vorming en ontwikkeling van het web” zo schreef Bas Paauw hier in een van de reacties. Bas bracht me ook via Isaac Mao’s Web 2.0 DNA op het spoor van een verhaal van Brandon Schauer op adaptive path. Hij weet op een indrukwekkende manier een brug te slaan tussen trends, tools en tijd. Als ik zijn verhaal op mijn manier interpreteer staat Web 2.0 voor de combinatie van nieuwe toepassingen, de eigenschappen van die tools en de maatschappelijke veranderingen die er gaande zijn.
Schauer spreekt over het DNA van Web 2.0. Kenmerken die in aanleg al heel lang aanwezig zijn, maar pas heel recent tot leven lijken te komen. Hij maakt daarbij een onderscheid tussen Foundation Attributes (zeg maar de basiseigenschappen van het web) en de Experience Attributes (de eigenschappen waarover we in de context van Web 2.0 de laatste tijd zo opgewonden raken.
[[image:web20b.jpg::center:1]]
[Klik op de afbeelding voor een vergroting]
Zijn theorie is dat als Experience Attributes gecombineerd worden met Foundation Attributes, er waardevolle nieuwe services met snel groeiende businessmodellen kunnen ontstaan. Interessant is ook dat hij zaken als tagging en RSS als onderliggende functionele features ziet. Ik zou zeggen een infrastructuur van wegen en bewegwijzering waarmee informatie en communicatie efficiënter en effectiever haar doel kan bereiken. Ik denk dat ook search engines, AJAX (Ria’s) en initiatieven als Google Maps in dit rijtje thuishoren.
Als Foundation Attributes (basiseigenschappen) worden gezien:
- User-contributed value (ook wel: user generated content): gebruikers leveren substantiële bijdragen om de algemene waarde van de service te verbeteren (voorbeeld: OhMyNews)
- The Long Tail: de verkoop van één of twee best-sellerproducten overtreffen door internet te gebruiken om een cumulatief grotere hoeveelheid producten te verkopen waarnaar per stuk een lagere vraag bestaat (voorbeeld: Amazon)
- The network effect: voor gebruikers stijgt de waarde van het netwerk wezenlijk met de toevoeging van elke nieuwe gebruiker (voorbeeld eBay)
Elk van deze eigenschappen vormt een significant onderdeel van het economische model van Web 2.0, maar is op zichzelf niet voldoende sterk om de nieuwe waarde van Web 2.0 tot stand te brengen. Zij effenen wel de weg voor nieuwe Web 2.0 services om waarde uit vele bronnen te halen en te maximaliseren, waarbij het niet langer meer uitmaakt hoe groot of klein ze zijn. De eigenschappen zijn overigens niet uniek voor Web 2.0, maar maken ook deel uit van veel andere webbased servicees.
De Experience Attributes waarover gesproken wordt zijn:
- Decentralization: gebruikers hanteren hun eigen spelregels en houden niet van een centrale autoriteit (voorbeeld Napster, BitTorrent)
- Co-creation: gebruikers dragen bij aan de creatie en levering van de primaire waarde van een service (voorbeeld: Wikipedia)
- Remixability: ervaringen worden gecreeerd en afgestemd op gebruikersbehoeften door de mogelijkheden van meerdere diensten en organisaties te integreren (voorbeeld: RSS)
- Emergent Systems: de cumulatieve acties op het laagste niveau van een toepassing drijven de vorm en de waarde van een service; gebruikers vinden niet alleen de service zelf waardevol, maar ook de algemene opzet die de service krijgt doordat (andere) gebruikers er iets aan toevoegen (voorbeeld: Flickr, Del.icio.us)
Services als Flickr, Google Maps en Wikipedia waren vóór Web 2.0 ondenkbaar. Ze gebruiken op een vernieuwende wijze deze Experience eigenschappen om waarde te genereren. De Foundation eigenschappen zorgen er vervolgens voor dat deze waarde over het hele netwerk en over de hele Long Tail verspreid worden. Doordat traditionele grenzen tussen leverancier, verkoper en klant vervagen, hebben deze services nieuwe waardestromen gegenereerd waardoor een nieuw soort dienstenaanbod ontstaat, een hogere efficiency mogelijk is en een hoger niveau van continue innovatie bereikt wordt.
De vraag is natuurlijk waar en hoe deze zaken het bedrijfsleven gaan raken. Een bedrijf dat in aanraking komt met het Web 2.0 domein en er concurrentie van ondervindt, moet aandacht besteden aan de manier waarop verschillende eigenschappen deel uitmaken van het eigen plan. De Foundation kenmerken zijn essentiële ingrediënten voor het economisch model, maar zullen op zichzelf geen echte nieuwe waarde opleveren.
Het voortbouwen op één van de Experience eigenschappen zal een concurrentievoordeel en een onderscheidende nieuwe Web 2.0 propositie opleveren. Experience Attributes zouden moeten leiden tot een waardestroom en een service er heel anders uitziet, werkt en voelt dan dat wat de concurrenten aanbieden.