Microsoft zet alles op alles met Windows Phone 7
Na een minder inspirerende ochtend op Tech Ed Europe 2010 schoof ik aan het einde van de middag gezellig aan voor de keynote. Nog even konden we genieten van wat mooie XBox Kinect demonstraties, toen Brad Anderson zijn verhaal begon. Alhoewel ik in voorgaande jaren vaak overweldigd werd door een wildgroei aan innovaties, wordt al snel duidelijk dat Microsoft zich dit jaar specifiek richt op Windows Phone 7 en De Cloud. Aangezien ik dit laatste vooral een aanwinst vind voor systeem- en softwarebeheerders, besluit ik mij eens flink te verdiepen in de Phone 7, de nieuwste gadget van Microsoft.
iPhone, Android en … WP7?
Zoals verwacht had Microsoft de lancering van WP7 in Europa afgestemd met Tech-Ed. Helaas nog niet in Nederland, maar dit zal niet lang duren. Hiermee lijkt Microsoft eindelijk gestart te zijn met de inhaalslag op haar grote concurrenten iPhone an Android en kunnen ze gelukkig afscheid gaan nemen van hun inmiddels gehate Windows Mobile 6. Maar de vraag die natuurlijk rijst is of het niet te laat is. Legio mensen hebben WM6 al lang geleden afgezworen en zijn alom verliefd geworden op de oh zo vriendelijke iPhone. En met de laatste speler Android van het evenzo geliefde Google is het er niet makkelijker op geworden.
Des te opmerkelijker is het dat Microsoft met WP7 niet een vergelijkbare interface als haar concurrenten heeft gekozen. Hun credo ‘adopt and extend’ lijkt te zijn ingeruild voor een eigen visie, gestaafd op uitgebreid vooronderzoek en geënt op de gebruiker. Dit laatste zou wel eens doorslaggevend kunnen zijn voor het succes van WP7. Het is niet voor niks dat het woord ‘Mobile’ zorgvuldig uit de benaming is verwijderd.
Met bovenstaande in gedachten, besloot ik mijn tweede dag op Tech-Ed te wijden aan alles wat met WP7 te maken heeft. In 5 sessies kreeg ik te horen over ‘End-User Experience’, ‘Metro’, ‘Live Tiles’ en zag ik het gemak waarmee ontwikkelaars de mooiste WP7 applicaties kunnen realiseren.
Hoe het allemaal begon
Om weer mee te doen in de wereld van smartphones, heeft Microsoft duidelijk besloten om hier op een andere manier mee om te gaan. De bestaande ontwikkelstraten werden de rug toegekeerd, concurrenten werden genegeerd en er werd eerst en vooral naar de eindgebruiker gekeken. Bryan Agnetta vertelt in zijn sessie hoe WP7 duidelijk anders is: plat, rechthoekige vormen en geen eindeloos mozaïek van icoontjes. In plaats van afgebakende applicaties, wil WP7 een geïntegreerde beleving zijn. Een goed voorbeeld hiervan vormt het ‘People’ gedeelte, waarin niet zomaar een lijst namen wordt gepresenteerd, maar data van verschillende bronnen zoals Exchange, Facebook en MSN worden samengevoegd in een wereld van foto’s en gegevens, social media berichten, afspraken en alles wat daarbij hoort. Bryan Agnetta: “De focus ligt op het individu en haar gegevens.” Dus geen vervelende mapjes met submapjes meer.
Binnen deze integratie wordt zoveel mogelijk gestreefd naar uniformiteit en dat geldt dus ook voor de applicaties die de gebruiker toevoegt. Betekent dit dat deze hiermee hun eigenheid verliezen? Stel dat bijvoorbeeld Albert.nl een applicatie zou ontwikkelen, dan wil zij wel dat deze herkenning oproept door middel van kleurstijlen en logo’s. Microsoft onderkent deze behoefte en geeft hier binnen het WP7 framework dan ook voldoende mogelijkheden voor. Desondanks stuurt zij er wel op aan om zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande interface-onderdelen. Ook het succes van iPhone is immers mede te danken aan de uniforme beleving. De ontwikkelomgevingen bieden hiervoor bovendien de ideale middelen. Bryan Agnetta: “Ontwikkel eerst, ontwerp later.”
Project ‘Metro’
Aan al deze nieuwe inzichten is een traject voorafgegaan dat te boek staat als project ‘Metro’. Een codenaam voor de ontwikkeling van een nieuwe gebruikerservaring en nu ook al wordt ingezet voor Internet Explorer 9. Uitgangspunt van Metro is niet alleen de werkende zakenman, maar ook de moeder, het kind, de student etc. Net als in de echte wereld zijn deze gebruikers op zoek naar de snelste manier om bij hun gewenste activiteit te komen. Hierin worden zij geleid door allerlei gewende bewegwijzering, wat als inspiratie diende voor de nieuwe interface: eenvoudige iconografie, rustige kleuren, logisch door klikken van de ene applicatie naar de andere. Dit maakt WP7 zo authentiek: pas nadat de gebruiker een richting kiest, wordt de diepte ingegaan. Vele iteraties, interviews met gebruikers en de grootste test-groep ooit hebben ertoe geleid dat Microsoft dit product met veel vertrouwen lanceert. Tegelijk is het aan de applicatiebouwers een verzoek om het concept van Metro te omarmen. Metro vormt zo de weg naar de toekomst zoals in de video te zien is.
Om Metro toe te passen in eigen applicaties, adviseert Bryan Agnetta om eerst eens rustig in kaart te brengen welke behoeftes jouw gebruikers precies hebben. Creëer persona’s en verplaatst je in hun belevingwereld. Stel vervolgens basisprincipes op waaraan de applicatie ten alle tijde moet voldoen. Microsoft hanteerde de zogenaamde ‘RED THREADS’: Persoonlijk, Relevant, Verbonden. Misschien voor velen van ons al de dagelijkse praktijk, maar blijkbaar nieuw voor Microsoft.
Heb je dit afgesloten, dan kan je de leefwereld van Metro in stappen en haar voor je laten werken. Dit klinkt inderdaad behoorlijk zweverig, maar volgens Microsoft zal iedere applicatie er ‘prachtig’ uitzien als je hieraan toegeeft. Bedoeling is dat dit geenszins een belemmering vormt voor je creativiteit, maar dat Metro je ideeën juist tot leven zal brengen. Ik beproef hier een enigszins herkenbare Microsoft doctrine, en heb twijfels bij deze naar de hemel rijkende beloftes. Bij het tonen van een voorbeeld van Amazon.com blijkt de zaal verdeeld over het resultaat.
Bryan Agnetta vervolgt zijn verhaal met het tot dan toe onderbelichte animatie-aspect van WP7. Hierin lijkt hij vooral te willen behoeden voor overmatig gebruik. Bovendien spoort hij opnieuw aan om de voorbeelden van Microsoft in te zetten of animaties vooral rustig te houden. Tot slot worden we nog even getrakteerd op een aantal interface-onderdelen van Metro om de doctrine te completeren. Omdat ze toch wel erg fraai zijn, een korte samenvatting:
- Live Tiles: De blauwe blokjes die de herkenning van iedere applicatie vormen.
- Pivots: In segmenten verdeelde gebieden waar je doorheen beweegt.
- Hubs en Panorama’s: Grote interfacegebieden waarin de gebruiker vrijelijk beweegt op zoek naar gerelateerde informatie en toepassingen (zie hieronder).
En dan ook meteen nog wat tips om de WP7 interface niet onnodig te bezoedelen. Alles om Metro te beschermen, maar ook inherent aan iedere ontwikkeling van smartphone-applicaties:
- Elk invoerveld resulteert automatisch in een toetsenbord. Let er dus op dat de rest van de interface hierdoor niet per ongeluk verstopt raakt.
- Gebruik vooral geen 3D, kleurverlopen, ronde hoeken, zwart op wit of onduidelijke iconen in de ‘Live Tiles’.
- Zorg dat het duidelijk is waar de applicatie over gaat.
- Gebruik een startscherm. Ja? Ja, en anders verzorgt WP7 er zelf een.
- Zorg dat alles netjes uitgelijnd is. Het principe van Metro valt of staat hiermee.
- Houd rekening met het zwarte en witte thema dat Metro verzorgt.
- Gebruik voldoende ruimte voor aanraakbare onderdelen.
- Laat duidelijk zien wat er gebeurt door te spelen met lichte animatie.
- Zorg dat het duidelijk is welk onderdeel door de aanraking van het scherm wordt beïnvloed.
- Zorg dat panorama’s rustig beginnen en niet direct alle gerelateerde content laten zien.
- Gebruik geen ‘Home’ knoppen. Het is mij eerlijk gezegd ontgaan waarom.
Het WP7 Platform
In de sessie van Larry Lieberman wordt verder ingegaan op het WP7 en de verschillende mogelijkheden die het platform biedt. Zoals eerder gezegd zijn ‘Live Tiles’ het belangrijk onderdeel van iedere applicatie. Deze vormen namelijk de herkenning van de applicatie en worden door de eindgebruiker op het startscherm geplaatst. Een krachtig element, mits goed toegepast.
Daarnaast wordt gesproken over zogeheten ‘Hubs’. Dit zijn onderdelen van WP7 waar meerdere overeenkomende applicaties bij elkaar komen. Denk bijvoorbeeld aan Games, Office, Foto’s en Multimedia. Uiteraard kunnen deze hubs vanuit de eigen applicatie worden geactiveerd, maar de laatste zijn bovendien uit te breiden door developers.
Zoals gezegd draait alles om integratie. Zo worden net als de contactpersonen ook de agenda’s van Exchange en Live in één weergave getoond. Bij e-mails zien we dit bewust niet terug, maar worden uiteraard meerdere mailboxen ondersteund.
Ook Larry Lieberman geeft tot slot aan dat animaties een belangrijk onderdeel vormen van de nieuwe belevingswereld, maar waarschuwt net als zijn voorganger voor overmaat. Maar omdat animaties nou eenmaal tot onze verbeelding spreken, laat hij wel even het nieuwe paradepaardje zien: ‘parallax’. Hierin worden onderdelen voor in in het scherm perspectivisch sneller bewogen dan achterliggende onderdelen. Deze en een zestal andere standaard transities zullen afdoende zijn voor de meeste applicaties.
Voordat we kijken naar de ontwikkeling van applicaties nog even de volgende belangrijkste uitgangspunten:
- Bij WP7 is sterk rekening gehouden met het consumeren van data uit de cloud.
- Ook XNA (De Microsoft ontwikkelomgeving voor games) wordt ondersteund.
- WP7 maakt gebruik van ‘tombstoning’. Dit betekent dat bij wisseling van een applicatie de stand van de vorige applicatie onthouden wordt. Bovendien maakt WP7 gebruik van een ‘terug’ knop op het apparaat zelf. Hierin is het zelfs uniek.
- Het platform maakt het mogelijk om nieuwe informatie naar toestellen te verspreiden. Deze hoeven dit dus niet zelf periodiek te controleren.
- Sinds kort is de integratie van Bing kaartmateriaal gratis toegestaan en wordt locatie en route-informatie overal in de telefoon aangeboden.
Zelf applicaties bouwen
Met de uiteenzettingen van de mogelijkheden krijgt het verhaal een technische wending en richt hij zich tot de ontwikkelaars. Niet onbelangrijk omdat de populariteit van bijvoorbeeld iPhone apps bijna niet meer in te halen is. We zien dan ook dat Microsoft alle deuren open gooit om het enthousiasme maar aan te wakkeren. Een nieuwe Visual Studio 2010 Express en Expression Blend Express zijn gelanceerd om gratis ontwikkelomgevingen aan te bieden. Gerichte installatiesoftware plaats alle benodigde tools moeiteloos en in de juiste volgorde op je computer en ze zitten bovendien bomvol vooringerichte projecten en elementen om in een handomdraai je eerste WP7 applicatie te lanceren. Om ook daarna de eventuele verzuipende ontwikkelaar bij te staan, kan deze zich wenden tot krachtige communities. Op de nieuwe App Hub site is alles tezamen ondergebracht als het walhalla voor de nieuwe WP7 programmeur. Overigens zullen naar verwachting ook de bestaande Silverlight en Codeplex sites hier naar toe te verhuizen. Dé plek voor de Microsoft ontwikkelaar.
Als we we de ontwikkelomgevingen nader bekijken, dan is er alles aan gedaan om applicaties te bouwen en te testen zonder dat je een WP7 telefoon hoeft te hebben. De gelijkwerkende emulator is voldoende, en alhoewel deze de ervaring van aanraking nooit zou kunnen nabootsen, is dit wel degelijk het geval mocht je in het bezit zijn van een touch-monitor. En het moet gezegd, door enkel wat elementen op het canvas te slepen, heb je al snel je eerste applicatie draaien. Bovendien hebben we te maken met het Silverlight (en XNA) framework, waardoor het voor een hoop mensen herkenbaar zal zijn. Dit betekent overigens niet dat je je als Silverlight-programmeur nu direct ook WP7 programmeur kan noemen. Dit zit vooral in de conceptueel andere manier van ontwikkelen. Ook bij Microsoft zijn ze erachter gekomen dat een telefoon geen pc is. Ja, echt! Je hebt immers te maken met bewegingssensors, batterijduur en connectiviteit. Het framework voor WP7 lijkt dan wel op dat van Silverlight, maar bevat de nodige aanpassingen om die problemen te tackelen. Een voorbeeld is de uniforme manier om de locatie op te vragen. Het framework zoekt zelf uit of het dit via GPS, zendmasten of wifi kan bepalen.
Is de applicatie af, dan kan deze gedistribueerd worden. Dit gaat echter niet zomaar en Microsoft heeft hier goed naar Apple gekeken. Om het platform een succes te maken, kan je maar beter niet elke applicatie er op loslaten. Denk je dat jouw applicatie goed is, dan kan je terecht bij de ‘Marketplace’. Voor een bedrag van $99 per jaar kan je jezelf registreren als WP7 developer en mag je 3 eigen telefoons aanwijzen om je applicaties ongeverifieerd naar te distribueren. Ben je klaar voor het grote publiek, dan moet je de applicatie laten verifiëren door Microsoft, waarna je volgens Larry Lieberman alle nodige ondersteuning krijgt om eventuele verbeteringen aan te brengen. Mij klinkt het allemaal wel logisch in de oren, maar met alle vooruitstrevendheid had ik verwacht dat ze hier de kassa nog wel even dicht zouden laten.
Na een lange dag
Mijn dagje Windows Phone 7 eindigde met een aantal sessies die dieper de techniek in gingen. Voor mij persoonlijk bijzonder leuk om bij te wonen, maar minder interessant om hier uit de doeken te doen. Je kan immers nog zoveel voorbeeldjes opvoeren, maar zoals de laatste sprekers Maarten Struys en Rob Tiffany in hun sessies prediken: ga er gewoon mee aan de gang. Alle middelen zijn gratis en eenvoudig in te zetten en met de emulator heb je zelfs geen telefoon nodig. Ik ben in ieder geval voldoende lekker gemaakt om mijn eerste applicatie te gaan maken.
Heb ik daarmee ook meteen voldoende vertrouwen in het product? Dat vind ik moeilijk te zeggen. Mijn scepticisme werd gedurende de dag aanzienlijk minder. Ik heb zeker het gevoel dat Microsoft zorgvuldig te werk is gegaan bij de ontwikkeling van WP7. De mateloze populariteit van iPhone lijkt echter vrijwel onstuitbaar. Als ik dan denk aan de strijd die Microsoft aanging met Adobe’s Flash, dan komt het scepticisme even hard weer terug.