Communicatie

Je kijkt met je hersenen: zo subjectief is waarneming

0

Als je naast iemand zit in een espressobar en je kijkt dezelfde kant op, dan zie je waarschijnlijk niet dezelfde dingen. Het kan goed dat de één ziet dat iemand verderop een blouse van Zara aanheeft, terwijl de ander ziet dat diezelfde persoon ergens grote zorgen over lijkt te hebben. Je kijkt naar dezelfde situatie en ziet andere dingen.

Wat je ziet is jouw unieke kijk en die is daarmee anders dan anderen. Ook als iemand vlak naast je zit en naar hetzelfde kijkt. Of, zoals Stefan van der Stigchel zegt in zijn boek Beter leren kijken (affiliate): “je kijkt met je hersenen.”

Niet twijfelen is handig

Dat we kijken naar onze versie van de werkelijkheid is doorgaans niet iets waar we bij stilstaan. Wat heel vaak heel handig is. Als er in het verkeer een auto op je af komt rijden terwijl je de weg oversteekt, is dat niet het moment je af te vragen of de persoon aan de overkant van de weg dezelfde auto ziet. Zonder verdere twijfel handel je op basis van wat je ziet. Vertrouwen op wat je ziet en naar bevinden handelen is evolutionair handig gebleken.

Niet twijfelen aan wat je ziet, wordt lastiger als je in een verhitte discussie raakt over vaccinatie of klimaatverandering. Als je je niet kunt voorstellen hoe iemand jouw visie niet snapt. Dan wordt het lastig tot een bevredigende uitkomst in dat gesprek te komen, zoals we weten na een lange reeks gepolariseerde onderwerpen en hoe die op de socials aangepakt worden.

En zo ontstaan er ‘echo chambres’, tunnelvisie, fabeltjesfuiken, infobubbels waarin je vooral leest en ziet waar je het roerend mee eens bent. Waarin de ene groep met negatieve gevoelens kijkt naar de andere die de waarheid niet ziet. Die zijn nog niet ‘red pilled’.

Het is zo oud als Plato

In zijn boek Beter leren kijken maakt Van der Stigchel een uitstapje in de vorm van een filosofisch intermezzo waarin concepten als ego, realiteit en simulaties langskomen. Daarin lees je dat dat sommige dieren kleuren kunnen zien die wij niet zien maar er wel zijn. Dit bewijst dat wij niet de realiteit zien, maar dat wat wij ervan kunnen zien. Ook een van de oudste pleitbezorgers – Plato – stelt van onze beperkte manier van zien centraal.

Plato stelde dat we niet kijken naar wat er te zien is, maar dat we in een grot zitten met de rug naar de opening, een vuur achter ons en alleen de schaduwen tegen de grondwand zien. Met die schimmige reflectie van wat er echt gebeurt moeten wij het doen.

Ik ben vast niet de enige die bij het lezen van deze reflecties moet denken aan The Matrix: There is no spoon.

Jouw filters

Waarom je ziet wat jij ziet en niet wat een ander ziet, wordt bepaald door tal van factoren. Dat kunnen tijdelijke interesses zijn. Als je in de markt bent voor een bepaald type auto zie je die auto overal. De relevantie bepaalt je filter.

Jonge ouders kennen vast het fenomeen dat je ’s nachts allerlei verkeerslawaai niet hoort, maar wel het gehuil van je kind. Of het cocktailparty-effect: in een drukke ruimte met allemaal gepraat hoor je andere gesprekken niet totdat iemand je naam noemt, die je op de een of andere manier uit alle geroezemoes filtert.

Dat filter kun je ook trainen. Zo raden Jeremy Utley en Perry Klebahn in Ideaflow The Only Business Metric That Matters je aan elke dag een aantal nieuwe ideeën te bedenken om beter te worden in het ‘zien’ van die ideeën. Die ideeën zijn er al voor jou, maar ben jij er voor die ideeën.

Zo is het ook aan te raden dat als je beter wil leren schrijven je jezelf expliciet schrijver moet noemen, aangezien je dan andere dingen opvallen als je door de socials scrolt of in de boekwinkel staat. De keuze voor een identiteit helpt je te zien wat je meer wil zien.

Bewust en lang kijken

In het boek gebruikt Van der Stigchel vrij veel optische illusies met dezelfde boodschap. Je ziet lijnen die in lengte verschillen, maar als je ze meet even lang blijken te zijn. Sommige hiervan zijn misschien erg bekend. Maar iets zien wat er niet is, bewijs je het best door het te ervaren. Of omgekeerd, iets niet zien wat er wel is, zoals in deze tel-het-aantal-worpen video.

Accepteer cookies

Van der Stigchel verwijst regelmatig naar kunst kijken als een goede oefening in bewuster kijken. Immers, een kunstenaar verbeeldt doorgaans iets zoals een ander het niet ziet. Dat levert boeiend kijk- en denkmateriaal. De uitdaging is dan om naar een intrigerend schilderij of beeldhouwwerk te kijken en dat langere tijd, twee uur bijvoorbeeld, aandachtig te doen. Iets wat bijvoorbeeld professor Jennifer Roberts van haar studenten verlangt tijdens haar lessen. Sterker nog, zij schrijft drie uur kijken voor.

Persoonlijk vond ik ooit een wandeling met een boswachter letterlijk een eye opener. Een bos wordt opeens een bron van informatie, verhalen en gebeurtenissen in plaats van een bende groen.

Speel met je waarneming

Om bewuster te leren kijken doet Van der Stighel wat suggesties:

  • Stel vragen bij wat je ziet. Ga voorbij aan de eerste reflex-waarneming en verdiep wat je ziet door expliciet vragen te stellen over waar je naar kijkt.
  • Zoom in en uit. Zoek naar een groter geheel, waarin dat wat je ziet past. Zoom daarna in op details en delen van wat je ziet
  • Kijk samen. Op een aantal scholen in de VS kijken kinderen naar nieuwsfoto’s en bespreken ze wat ze zien. Door elkaars kijk en het bespreken daarvan leren ze dat wat je ziet maar één versie is van wat er is. Een waardevolle les die verdraagzaamheid vegroot.

Van der Stigchel bespreekt niet wat je verder doet met waarnemingen, terwijl journaling een waardevolle aanvulling kan zijn. Schrijven vraagt je taal te vinden voor wat je ziet en met trackers of prompts in een dagsluiting kun je bewust andere perspectieven op gebeurtenissen loslaten. Zoals dankbaarheid of iets dat je geleerd hebt vandaag. Dat kan in de dynamiek van alledag verloren gegaan, tenzij je een terugblikoefening doet.

Als communicatieprofessional

Als communicatieprofessional is het uiteraard je vak te bedenken wat degenen waar je mee communiceert uit jouw communicatie halen. De meeste professionals zijn gewend na te denken over de doelgroep. Of ze maken daar persona’s bij om een zo concreet mogelijk beeld te hebben van degenen waar ze mee communiceren.

Hoe kleurrijker en concreter de persona, des te groter de kans dat je op maat kunt communiceren. Een boek als Beter leren kijken (affiliate) kan je opnieuw motiveren om daarin te investeren. En niet te snel voor een sterk heterogene doelgroep berichten te maken. Het betekent ook dat de stereotypering die soms bij persona’s op de loer ligt voorkomen kan worden, door goed te onderzoeken of je persona klopt. Immers, waarneming is al complex en net niet raak is helemaal mis.

De tweede les die Van der Stigchel wat mij betreft biedt, is dat reflex-waarneming een automatische stand is voor degenen waar we mee communiceren. Allerlei bite size content, licticles en just in time learning draagt bij aan het snacken op content in plaats van indringend te kijken of te luisteren.

Dat kan betekenen dat je iets intrigerends of onverwachts in je communicatie opneemt. En dan niet een ongelukkige AI-gegenereerde uncanny valley foto die op de verkeerde manier aandacht trekt. Een infographic, een mooi verhaal en een tegen-intuïtieve titel kunnen helpen. Ook hier ligt clickbait op de loer dus aandacht trekken en die aandacht daarna niet waarmaken, levert een negatieve ervaring op.

Tenslotte bewijst de complexiteit die goed waarnemen is het belang van onderzoek en feedback. Wat van je communicatie komt over? Wat zeggen de data? Wat blijkt uit A/B-tests dat werkt en wat niet?

Kortom

Cover Beter leren kijkenIn een leesbaar boek maakt Van der Stigchel aannemelijk hoe subjectief waarneming is en dat we ons daar in het alledaagse leven weinig bewust van zijn. Ondanks dat filosofen en denkers dit punt al duizenden jaren maken.

Door eigen waarneming voor feitelijk aan te zien, wordt het makkelijker te polariseren. Door beter en bewuster te kijken, ontstaat de relativering dat jouw kijk er ook maar eentje is.

En hopelijk ervaar je een flow-moment door langere tijd alleen maar te kijken naar bijvoorbeeld een kunstwerk en alleen dat ten volle te doen.