Het belang van efficiënte designspaces [PICNIC 2010]
De ‘Redesign The World’ thematiek van Picnic kwam uitermate goed tot zijn recht in de special Unlimited Design Words georganiseerd door Premsela en ingeleid door Jos de Mul, hoogleraar in de Filosofische Antropologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij begon zijn verhaal met een uiteenzetting van democratiseringsprocessen die aanwezig zijn in zowel de wereld van productie als die van design en benadrukte hierbij de rol van Open Design en het belang van het ontwerpen van efficiënte designspaces.
Hernieuwd wereldbeeld
De snelle mondiale implementatie van informatie en communicatietechnologie brengt implicaties met zich mee ten aanzien van de menselijke ervaring en verbeeldingskracht. Cyberspace en cybertijd koloniseren lichaam en geest postgeografisch en posthistorisch. De virtuele ruimte ontstijgt landelijke grenzen, nationaliteiten, culturen en tijdszone en genereert een hernieuwd wereldbeeld, dat verandering veroorzaakt op de gebieden van wetenschap, religie, de kunsten en uiteindelijk onze manier van leven. Dit stelt De Mol in zijn onlangs verschenen boek ‘Cyberspace Odyssey: Towards a Virtual Ontology and Anthropology’ (juni 2010).
Metadesign
De productie van menselijke informatie accelereert en verdubbelt exponentieel, waarbij zelfs geldt dat deze exponentiële groei exponentieel is. Natuurlijk belichtte Ray Kurzweil dit fenomeen al uitgebreid in zijn Singulariteitsthese, De Mul richt zijn verhaal op de gevolgen van deze ontwikkeling voor de wereld van design en noemt het begrip Metadesign, dat Open, Downloadable en Distributable moet zijn. Het is de taak van ontwerpers om goed uitgeruste designspaces te ontwerpen, waarmee gebruikers autonoom aan de slag kunnen.
Anno 2010 is iedereen een producer of designer. Maar om deze rol mogelijk te maken, zullen degelijke infrastructuren moeten worden gebouwd en juist dit is de taak van de Metadesigner. Een voorbeeld van een dergelijke designspace is natuurlijk Wikipedia, maar ook de 3D-printer en de iets minder bekende DNA-printer, waarmee je je eigen organismes kan kweken – en op den duur zelfs je eigen huisdier – vormen mooie staaltjes Metadesign. Kort geformuleerd: ontwerpt een designer het spel, dan ontwerpt de Metadesigner de interface, waarmee de designer het spel kan ontwerpen.
Uitdaging
Het designproces dat hieraan ten grondslag ligt, moet daarom gericht zijn op insluiting en faciliteren: het mogelijk maken anderen te betrekken en speelruimte te geven. Copyrights vervallen en ruwe materialen maken plaats. Commons en licenties vormen output en regelen via peer-governance het bestaan van de designspace, waarbij openheid het nieuwe vertrouwen vormt. Met oog op industrieën gericht op de productie van fysieke objecten betekent deze open filosofie een uitdaging: kosten zijn hier een onvermijdelijk gegeven, die bij virtuele goederen en diensten wegvallen.
Kijk uit voor digitaal Maoïsme
Toch waarschuwt de Mul voor het ontstaan van een zeker ‘Digitaal Maoïsme’, waarbij openheid een gecollectiviseerd Ethos kan genereren. Beschouw dit Ethos als een nieuw Opium van het Volk, waar wantrouwen en erkenning van vakmanschap de kop worden ingedrukt. Een zekere strategie is daarom ten zeerste nodig en hiervoor zal een Database Ontologie (zijnsleer) moeten worden opgesteld. Computers zijn volgens hem ontologische machines, die onze wereld en onze wereldbeelden vormgeven. Hij verwijst daarbij naar Abraham Maslow, die stelde dat voor iemand die alleen een hamer heeft, alles eruitziet als een spijker. In een wereld waarin de computer het belangrijkste instrument is, wordt alles getransformeerd tot een database, waarvan de elementen tot in het oneindige kunnen worden gerecombineerd.
Toegevoegde waarde
Daarom behoeft Open Design zekere begrenzingen. Want lang niet alles dat wordt gecreëerd heeft toegevoegde waarde: iedereen kan zich misschien wel een designer noemen, maar daardoor komt ook een hoop rotzooi de wereld in, geproduceerd omdat het nu eenmaal kan en waar lang niet altijd een publiek voor kan worden gevonden. De Metadesigner ontwerpt juist vanuit het idee van toegevoegde waarde en zijn of haar ontwerpvaardigheid kan dan ook worden gemeten in deze toegevoegde waarde. Wanneer een gebruiksvriendelijke interface wordt gebouwd, waarmee de gebruiker zich een weg kan banen door een ongeplaveide virtuele ruimte en deze speelruimte biedt zonder hierin te verdwalen, draagt Open Design bij aan de autonomie van een gebruiker.
Gevaar van ongelimiteerde mogelijkheden
Toch zullen romantici pleiten dat het juist deze mogelijkheid tot verdwalen is, die een zekere mate van creativiteit bij de gebruiker losmaakt, die wellicht anders niet was opgekomen. En ook al valt voor deze redenering zeker iets te zeggen, het brengt direct het gevaar van besluiteloosheid en losbandigheid met zich mee. Wanneer immers alles kan, kan dat in zijn meest extreme voorkomen of de dood van de mogelijkheid betekenen – er zijn immers zoveel opties dat er uiteindelijk niet wordt gekozen – of er wordt radicaal geëxperimenteerd hetgeen een verspilling van bronnen, tijd en moeite kan betekenen, omdat niemand zit te wachten op datgene wat is gecreëerd. De Mul’s pleidooi voor strategisch Open Design geleid door Metadesigners biedt een interessante visie op deze problematiek van ongelimiteerde mogelijkheden. Het blijft echter de vraag hoe zich dit in de toekomstige praktijk zal manifesteren.