Social media: de 10 meest gehoorde tegenargumenten
Op dit moment struikel je over de artikelen waarin het heil van social media wordt bezongen. Maar in de praktijk kom ik nogal wat weerstand tegen, zowel op individueel als organisatorisch niveau. Hoe terecht zijn de argumenten die ‘tegen’ social media worden gebruikt? In dit artikel een overzicht van de top 10.
De laatste tijd heb ik veel trainingen gegeven over social media. Meestal voor mensen voor wie dit een relatief nieuw onderwerp is of voor mensen die er meer mee willen gaan doen. Tijdens deze trainingen worden mensen vaak heel enthousiast over de mogelijkheden van social media, maar er is net zo goed weerstand. Hoe terecht zijn de tegenwerpingen die worden gemaakt? In dit artikel een overzicht van de 10 meest gehoorde argumenten ‘tegen’ social media. Reacties en aanvullingen zijn welkom!
1. Geen tijd
“Ik heb het al zo druk, als ik dit er ook nog allemaal bij moet gaan doen…”
“Ik heb er overdag geen tijd voor en ik ga echt niet ‘s avonds ook nog achter de computer zitten.”
“Ik zou wel willen, maar ik weet niet hoe ik de tijd vrij moet maken om de tools te leren kennen.”
Terecht of onterecht?
Je moet inderdaad tijd investeren om de wereld van social media te leren kennen en met de verschillende media en tools om te leren gaan. Aan de andere kant helpen tools ook om tijd te besparen. Het is ook niet altijd ‘en … en …’. Twitter vervangt bijvoorbeeld vaak een telefoontje of mailtje. Maar doe vooral de dingen die voor jou toegevoegde waarde hebben en rendement opleveren. Je hoeft bijvoorbeeld niet actief te zijn op alle sociale netwerken; kies er een of twee die voor jou het meest relevant zijn.
2. Informatie-overload
“Jeetje, heel interessant allemaal, maar hoe ga ik dat allemaal bijhouden?”
“Heb je mijn mailbox wel eens gezien? Ik krijg mijn e-mail al nauwelijks weggewerkt, laat staan dat ik dit er nog bij kan hebben!”
Terecht of onterecht?
De angst voor informatie-overload is van alle tijden. Juist door gebruik te maken van aanbevelingen en referenties uit je online netwerk, is de informatie die je krijgt aangereikt vaak heel relevant. En ook in dit geval zijn er weer tools die je helpen om heel snel informatie te scannen. Bijvoorbeeld dankzij rss-feeds kun je tientallen websites per dag volgen door eens per dag alle headlines te checken. En met een slim ingericht dashboard in iGoogle kun je in een oogopslag bijhouden wat er over je organisatie op internet wordt gezegd.
3. Geen ondersteuning op de werkplek
“Hartstikke leuk allemaal, maar dit kan op mijn werk echt allemaal niet hoor. Wij mogen niks downloaden en sommige sites zijn afgesloten.”
Terecht of onterecht?
Een ontbrekende of gebrekkige ondersteuning op de werkplek kan inderdaad heel vervelend zijn en een drempel opwerpen voor het gebruik van social media. Maar aan de andere kant; als je toegang hebt tot internet op je werkplek, is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Als je bijvoorbeeld geen rss-reader kunt downloaden, kun je gebruikmaken van een online reader. Een netwerksite is binnen de kortste keren gerealiseerd met Ning, een blog met WordPress en zo zijn er nog heel veel voorbeelden te noemen. En het werken met Delicious (een site waar je online favorieten kunt opslaan) is lastiger als je de plug-in niet mag installeren in je browser, maar onmogelijk is het niet.
4. Geen mobiel internet
“Zoiets als Twitter moet je toch op je telefoon doen? Nou, ik heb geen internet op mijn telefoon hoor.”
“Mijn baas gaat echt geen smartphone voor mij betalen.”
Terecht of onterecht?
Social media worden gekenmerkt door een voortdurende interactie en mobiele toegankelijkheid draagt daaraan bij. Maar noodzakelijk is het niet. Er zijn zelfs mensen die bewust niet mobiel Twitteren om op die manier ook hun tijdsbesteding te beheersen.
5. Privacy
“Ik heb er helemaal geen behoefte aan om de hele dag te laten weten wat ik aan het doen ben.”
“Mijn leidinggevende wil me gaan volgen op Twitter. Dat lijkt me heel vervelend, maar ik kan het ook niet maken om haar te blocken.”
“We hebben meegemaakt dat medewerkers die namens onze organisatie zich in een online discussie mengden, werden bedreigd.”
Terecht of onterecht?
Dit is een aspect waar je terecht goed bij stil moet staan, zowel privé als zakelijk. Als je online actief bent, laat je een ‘digitale voetafdruk’ achter die nog lang is op te sporen. En iedereen kan zien wat je in de openbaarheid zegt en laat zien. Soms kan dat grote gevolgen hebben, zoals bijvoorbeeld onlangs met Cornald Maas, die door de TROS werd ontslagen om een tweet over het Songfestival. Steeds meer organisaties hanteren daarom een gedragscode voor social media (zie voor een overzicht deze presentatie van Huib Koeleman).
Op dit moment is het ook populair om via sites als FourSquare te laten zien waar je bent. Doel is ook anderen uit je netwerk op die locaties te kunnen ontmoeten of te horen en zien wat jouw netwerk van die locatie vindt. Maar iedereen begrijpt dat kwaadwillenden hier misbruik van kunnen maken. Een initiatief dat op ludieke wijze internetgebruikers hier op wijst is Please Rob Me. En ook de overheid besteedt regelmatig via campagnes aandacht aan veilig internetten.
6. Opbrengsten zijn onduidelijk
“Als ik hiervoor de handen op elkaar wil krijgen, moet ik bij mijn collega’s van marketing keihard de return on investment kunnen aantonen.”
“Mijn collega zit de hele dag te twitteren, maar ik zie ‘m niet werken.”
Terecht of onterecht?
Binnen marketing heet het ROI – return on investment, binnen communicatie wordt gesproken over ‘accountability’. Het is een voortdurende discussie of je hard moet en kan maken hoeveel omzet je genereert door marketingactiviteiten of in hoeverre je reputatie positief wordt beïnvloed door communicatie-inspanningen. Het belangrijkste in deze discussie is dat je binnen je organisatie bespreekt waarom je bepaalde social media wilt inzetten. Niet beginnen bij het middel, maar bij het doel. En door het doen van kwantitatief en kwalitatief onderzoek willen leren of en hoe de middelen bijdragen aan het realiseren van je doel. In het boek De Internetscorecard 2.0 wordt bijvoorbeeld een aantal suggesties gegeven hoe je ‘engagement’ kunt meten.
In veel gevallen zal je de opbrengsten niet vooraf hard kunnen maken. Mijn advies is dan ook meestal om op kleine schaal te gaan experimenteren en pilots te doen die voor de organisatie behapbaar zijn. Op basis van de resultaten kun je dan bepalen of je de juiste middelen bij het doel hebt gekozen en wat de impact op je organisatie is.
7. Onbeheersbaarheid
“Ik zit niet te wachten op allerlei ongenuanceerde reacties op een blogposting.”
“Wij willen een bepaalde boodschap overbrengen en willen dus toch de regie houden op de communicatie.”
“De online discussie gaat natuurlijk ook buiten kantooruren door, maar wij kunnen dat niet 24×7 monitoren of modereren.”
Terecht of onterecht?
Elke marketing- en communicatieprofessional zal er aan moeten geloven; de tijd van zenden en volledige regie is echt voorbij. Er wordt gepraat over je organisatie, producten en diensten, of je dat nu wilt of niet. Het faciliteren van en aanhaken bij het online gesprek lijkt een betere strategie dan deze te negeren of te willen manipuleren. En mensen praten online niet keurig met elkaar tussen 9 en 5. Organisaties zullen zich daar op aan moeten passen.
8. Geen interesse of draagvlak bij het management
“Ik en een paar collega’s zijn wel enthousiast, maar onze directie is echt helemaal niet bezig met online.”
“Als we hier als organisatie iets mee willen gaan doen, dan moeten er eerst een paar fte’s bij komen.”
Terecht of onterecht?
Er schijnen nog steeds managers te zijn die geen computer op hun bureau hebben en hun e-mail door de secretaresse laten uitprinten. Zo’n manager zal lastig te overtuigen zijn van welke online activiteit dan ook. Maar ook aan degenen die wel digivaardig zijn heb je soms ook je handen vol. Niet alleen tijd en geld zijn issues, maar ook de risico’s (zie onder andere het bovenstaande argument ‘onbeheersbaarheid’). In ieder geval kan je onderstaande drie dingen doen om het management te overtuigen:
- Maak duidelijk wat je voorstel bijdraagt aan het realiseren van organisatiedoelstellingen.
- Formuleer je voorstel in de taal die het management spreekt en haak aan bij prioriteiten die worden gesteld.
- Wees zo concreet mogelijk; laat voorbeelden zien en koppel resultaten terug (zie ook het artikel ‘Hoe krijg je meer mankracht op de internetafdeling?’).
9. Onbekend maakt onbemind
“Op Twitter vertellen mensen dat ze koffie halen of naar de wc gaan. Dat vind ik volstrekt oninteressant.”
Terecht of onterecht?
De kwaliteit van de informatie die je uit je sociale netwerk haalt, staat of valt met de kwaliteit van je netwerk. Ben je niet geïnteresseerd in wat iemand doet? Niemand verplicht je om de livestream of het blog van die persoon te volgen. Het is echter niet terecht een mening te hebben over een medium als je dat zelf nog nooit hebt uitgeprobeerd. Veel mensen maken een account aan op Twitter om een beetje rond te kijken, zonder zelf deel te nemen aan het gesprek. Dat is een beetje als op de gang een gesprek staan afluisteren; van de flarden die je daarvan opvangt kan je ook geen chocola maken.
Niemand is ‘verplicht’ gebruik te maken van een bepaald medium; de inhoud moet toegevoegde waarde hebben en de vorm moet bij je passen. De enige manier om dat te ontdekken is het experiment!
10. Het tiende argument
Deze lijst is niet compleet. Ik hoor graag welk argument jij in de praktijk vaak tegenkomt!