Loopbaan

Een presentatie zonder uhh’s? Zo doe je dat! [10 tips]

0

Uhh’s komen vaak voor als je nerveus bent, als je angst hebt voor stilte of als een aangeleerde gewoonte. Ik hoor het ook vaak bij mensen die niet in hun moedertaal communiceren. Moeten ze weg uit je presentatie? Helemaal niet. Alleen als jij dat wil. Als je een betere spreker wil worden, is het wel een van de zaken om aan te pakken: je uhh’s. 

Waarom? Je haalt de kracht van je verhaal ermee weg. Je komt minder zelfverzekerd over tijdens een presentatie en dat doet afbreuk aan het vertrouwen wat mensen in je hebben. Uiteindelijk komt je boodschap dus minder sterk aan. En dat wil je niet. Tenminste… daar ga ik even vanuit.

Maar, neem het niet zomaar van mij aan. Oordeel zelf!

Accepteer cookies

Communicatie is inmiddels 20 jaar mijn vakgebied. In de loop der tijd heb ik uit allerlei hoeken leermeesters gehad. Van hardcore presentatielessen tot mindfulness. Van neurowetenschappen tot boeddhisme. Ik heb de 10 beste tips voor je geselecteerd. Voordat ik deze tips met je ga delen, heb ik eerst wat vragen voor je.

Waarom wil je van je uhh’s tijdens je presentatie af?

Check even bij jezelf of dit is vanuit ‘neediness’ of ‘eagerness’. De een is niet beter of erger dan de ander, maar het goed om zo eerlijk mogelijk bij jezelf te checken wat voor jou geldt. 

In het kort is dit wat ik ermee bedoel: als je je uhh’s wil veranderen vanuit ‘neediness’, dan moet je jezelf eerst goed genoeg gaan vinden. Daar horen (bewuste of onbewuste) gedachten bij in de lijn van: ‘Als mijn uhh’s weg zijn, dan ben ik een goede spreker.’

Als je je uhh’s weg wil hebben uit ‘neediness’ dan is nu de eerste stap: who cares? Het gaat om de boodschap in je presentatie. Met of zonder uhh’s. Lach erom. Maak er een spel van. Geef een cadeau aan degene die al jouw uhh’s weet te turven.

Je uhh’s zijn grappig, best schattig en ook wel interessant. That’s it. We’re all human.

Als je je uhh’s wil veranderen uit ‘eagerness’, dan vind je jezelf nu ook al goed genoeg als spreker, maar heb je gewoon zin om next level te gaan. Je haalt er een kick uit om nog een stapje beter te worden in je vaardigheden.

Het maakt jou als persoon dus niet beter of slechter als je wel of geen uhh’s gebruikt. Dat mag duidelijk zijn. Als je dan toch nog je spreekvaardigheden wil verbeteren, is dat top.

Wil je meer horen over eagerness en neediness? Dan kun je deze video bekijken:

Accepteer cookies

Als je eraan toe bent om je uhh’s aan te pakken, dan zal overigens het publiek van je presentatie je dankbaar zijn. Een tijd terug kreeg ik deze feedback na het geven van een lezing over storytelling:

“Je zei geen ‘uhh’, wauw! Het viel me op, daar ging dus aandacht naar toe ;). Het viel me ook op hoe ‘schoon’ je sprak. Geen ruis. Je zei wat er gezegd moest worden. Dat was voor mij prettig voor het opnemen van de kennis.”

Wat een mooie observatie. Dit laat goed zien dat het voor de luisteraar veel fijner is om naar iemand te luisteren die vloeiend spreekt. Veel mensen kunnen hun vinger er niet opleggen waardoor dat komt, maar het ontbreken van de uhh’s speelt daar zeker een grote rol in.

Waarom is dat zo?

We neigen naar uhh’s als we nerveus of onzeker zijn, bang om een stilte te laten vallen en ook als we liegen. Onbewust associëren we uhh’s met dit gedrag en dus word jij als ‘uhh-zegger’ ook met deze termen geassocieerd. Vaak allemaal op onbewust niveau. Maar deze associaties wil je liever niet.

Je wil juist met positieve woorden geassocieerd worden. Dat doe je onder andere door tijdens je presentatie te spreken in een fijne flow. Een fijne flow zorgt voor de aanmaak van dopamine en endorfine in het lichaam van je luisteraar. En dat wil je. Waarom? Dat zijn de ‘feel good’-hormonen. Je kunt je vast voorstellen dat jouw boodschap beter aankomt als de luisteraar zich lekker voelt. Hoe wil je liever herinnerd worden?

Waar komen je uhh’s vandaan?

Misschien denk je sneller dan je praat, of zijn het zenuwen bij het presenteren? Heb je het vooral tijdens het improviseren of juist als je tekst uit je hoofd leert? Ontdek eens wat jouw patroon is. Zitten de uhh’s tussen twee onderwerpen in? In het midden van een zin?

Vaak is het denktijd. En uit ‘angst voor stilte’ vul je het op met een ander geluid, in dit geval een uhh. Maar het kan net zo goed een ander stopwoord zijn, zoals bijvoorbeeld ‘zeg maar’.

Angst voor stilte klinkt meteen heel groot, maar daar komt het in feite wel op neer.

Misschien herken je het van gesprekken die je voert met collega’s of tijdens een vergadering. Zodra je even stil bent, wordt je verhaal overgenomen. Logisch dus dat je jezelf hebt aangeleerd om geen stiltes te laten vallen. Door in te zien waar jouw uhh’s vandaan komen, ga je de patronen zien. Daardoor kun je gerichtere oplossingen vinden. 

De psychologische reden waarom we uhh gebruiken

Volgens de Britse onderzoeker Michael Handford gebruiken mensen uhh’s om netjes te zijn. Mensen die veel uhh’s gebruiken (of andere opvulwoorden zoals ‘weet je’, ‘nou’ of ‘zeg maar’) zijn zich volgens hem waarschijnlijk meer bewust tegen wie ze praten en wat ze zeggen.

“Als je iemand uitnodigt voor een feestje en die persoon zegt ‘nee’ zonder een uhh of ander opvulwoord, dan komt dat onbeschofter over,” legt hij uit.

Een andere reden om uhh’s en andere opvulwoorden te gebruiken is als we, bijvoorbeeld bij een presentatie, over iets dieps of gecompliceerds praten. Vaak zijn we ons ervan bewust dat de ander misschien wat tijd nodig heeft om die informatie door te laten dringen. Onbewust gebruiken we dan uhh’s en andere opvulwoorden om de ander te helpen in het proces om de materie te begrijpen.

En dat geldt ook voor jou als spreker: soms weet je gewoon even niet wat je moet zeggen. Of je hebt juist iets te zeggen, maar je brein ‘is daar nog niet’.

Oké, klaar voor de tips? Komen ze.

Tip 1. Word alert

Als eerste is het belangrijk dat je er steeds bewuster van gaat worden dat je ‘het weer doet’. Je bent echt niet de enige die van anderen moet horen dat je veel uhh’s gebruikt en dat je het zelf eigenlijk helemaal niet door had. Eerst dus even alerter worden op je eigen uhh’s tijdens het presenteren.Alert bij presentatie

Hoe doe je dat? Dat gebeurt vanaf nu vanzelf. Je leest waarschijnlijk dit artikel met een reden. Dus de bewustwording is al begonnen. Door dit artikel komt dat in een stroomversnelling. Graag gedaan.

Tip 2. Let op hoe anderen presenteren

Een van de manieren waarop ik graag leer is door te luisteren naar anderen. Door in anderen op te merken wat ik zelf niet wil doen, word ik me er ook meer bewust van als ik het zelf doe. Dat werkt ook bij uhh’s. Let er dus eens op. Niet om erover te oordelen dat het niet mag of niet goed is, uiteraard. Jij bent op jouw pad. Jij wil ervan af. Het is jouw training. Dus let erop voor jezelf. En laat de ander gewoon in zijn waarde.

Tip 3. Sssst!

De derde stap om er vanaf te komen is om je uhh’s te vervangen door stilte. Pauze. Zodra je meer bewust wordt van je uhh’s, ga je steeds vaker net van tevoren opmerken dat je ‘het weer wil gaan doen’. Op het moment dat je je mond open doet voor een inmiddels bekende ‘uhh’, vervang je die door een inademing.

En die inademing wordt vervolgens een pauze. Gewoon even je mond houden! Met deze pauze help je dus ook je luisteraar om de informatie door te laten dringen. Die verwerkingstijd is nodig als je een presentatie geeft.

Tip 4. Ademhalingsoefeningen

Van tevoren kun je enkele ademhalingsoefeningen doen. Dit is niet alleen voor de mensen die uhh’en uit nervositeit. Ook als het gewoon aangeleerd gedrag is of uit angst voor stilte.

Ademhalingsoefeningen hebben – in dit kader – namelijk 2 effecten:

Je vertelt je lichaam: all is good. Je mag ontspannen. Er is niets aan de hand. Ik wil dit zelf graag.

Belangrijk nuanceverschil: doe dit niet met als doel om je gevoel van spanning weg te halen. Dat werkt namelijk altijd averechts. Dan ga je er tegen vechten en gaat de spanning alleen maar ‘terugvechten’. Heb je niets aan. Komen alleen maar ongelukken van. In jouw geval betekent dat: nog meer uhh’s.

Hoe dan wel? Je hoeft die spanning alleen maar op te merken. “Hee, daar ben je weer. Fijn dat je er bent en mij wil waarschuwen dat ik iets spannends ga doen. Ik weet het. En het mooie is: ik wil dit zelf. Dus ja, je mag ontspannen. Het komt goed.”

En dan ontstaat een mooie paradox: doordat je de spanning niet weg wil hebben, maar volledig accepteert, gaat ‘ie juist weg. Een echte mindfuck, want nu weet je dat ‘geheim’. Dus nu ga je waarschijnlijk net doen alsof je er niet tegen vecht, maar helemaal accepteert, zodat ‘ie dan weggaat. En dus ondertussen is je doel nog steeds dat de spanning weggaat. Aahhhhh. Error. Laat het eindresultaat maar gewoon even los.

Relax. Adem in. Adem uit.Relax bij presentatie

Het is een proces. Geniet ervan. Elke keer kom je weer een stapje verder.

Het tweede effect van ademhalingsoefeningen:

Je komt meer ‘in het moment’. Je herinnert jezelf er even aan om gewoon in het ‘hier en nu’ te zijn.

Toen ik net in aanraking kwam met dit soort taal – leven in het ‘hier en nu’ – begreep ik niet eens wat er eigenlijk bedoeld werd met die twee woordjes. Het heeft echt even geduurd voordat ik het begreep. Niet alleen cognitief, maar écht begreep.

In mijn woorden: fysiek ben je misschien op kantoor, maar in gedachten ben je thuis. Dan ben je dus niet ‘hier’. En ook al ben je fysiek op kantoor en ook nog eens met je gedachten bij kantoorzaken, ben je je misschien druk aan het maken over zaken die morgen pas relevant zijn. Dus niet ‘nu’. En zo dwalen we continu af en zijn we maar weinig echt volledig hier, nu in dit moment aanwezig.

Oké, wat heeft dit met jouw uhh’s te maken? Heel veel.

Misschien gaat het je vanaf nu opvallen. Zou het zo kunnen zijn dat je bij een presentatie zin A zegt, maar in gedachten al bezig met met zin B? (“Wat moet ik zo ook alweer zeggen?”) Het resultaat: uhh.

Ga eens spelen met écht aanwezig zijn bij de woorden die je nu zegt.

Maak de zinnen korter, rond ze krachtig af. En ga pas door naar de volgende als je klaar bent.

Door van tevoren ademhalingsoefeningen te doen, herinner je jezelf er weer even aan om in het ‘hier en nu’ te zijn. Hoe meer je daarmee speelt en mee oefent, hoe meer je ervan bewust bent als je weer eens niet in het ‘hier en nu’ bent. Ook buiten je presentaties om, overigens.

Want, geloof me, dat gebeurt continu. Dus genoeg momenten om te oefenen. En dat is eigenlijk al voldoende. Gewoon opmerken. En dan – als je wil – besluiten om met je aandacht wel naar het ‘hier en nu’ te komen.

Wat zijn dan die ademhalingsoefeningen?

Bijvoorbeeld:

  • Inademen door je neus. En dan even pauzeren. Niets forceren. Je voelt vanzelf weer de behoefte om te gaan uitademen. En dan volg je die behoefte. Na het uitademen weer even pauze. En zodra je de behoefte voelt om weer in te ademen, doe je dat. Deze oefening kan altijd en overal. Niemand die het merkt.
  • Leg je ene hand op je borst en de andere op je buik. Adem in door je neus en adem helemaal naar de hand op je buik. Kijk of het lukt om 6 tot 10 keer per minuut zo te ademen. En houd dat zo’n 10 minuten vol.

Tip 5. Neem jezelf op tijdens een presentatie

Een tip voor de mensen die er écht voor willen gaan en dit serieus oppakken! Neem jezelf op terwijl je een stuk presentatie oefent. Het liefst alleen je audio, zodat je nergens anders door afgeleid raakt. Gewoon opnemen zonder na te denken over de uhh’s. Daarna speel je ‘m weer af.Presentatie

Bij elke uhh die je hoort, stop je de opname. Meteen zeg je de zin nog eens, maar nu uiteraard zonder uhh. Herhaal dit een paar keer. Het gaat er niet om dat je je presentatie uit je hoofd leert. Dit gaat enkel om het aanleren van presenteren zonder uhh’s. Herhaal dit totdat je uhh’s uit deze presentatie zijn.

Tip 6. Repeat again

Hetzelfde als tip 5, maar dan met een collega of een vriend. De taak van de ander is om elke keer met zijn vingers te knippen als hij een uhh in je presentatie hoort. Of hij tikt hard tegen je hoofd, schopt je tegen je schenen, of… verzin samen maar wat leuks. Zodra het uhh-signaal is gegeven, herhaal je je zin.

Tip 7. Elke dag ermee aan de slag

Werk aan je bewustwording op het gebruik van je uhh’s in je dagelijkse leven, dus juist als je niet aan het presenteren bent. Gewoon in gesprek met je partner, met je kinderen, met je collega’s. Leer jezelf aan dat je een uhh vervangt door een stilte.

Je zult zien dat je steeds meer doorhebt dat je een uhh wil gaan gebruiken. Vooral als je de uhh’s gebruikt om ‘hardop te denken’. Als je merkt dat je het weer wil gaan doen, adem dan in. Pauzeer en ga dan door met zeggen wat je wilde zeggen.

Tip 8. Moet je je presentatie wel of niet uit je hoofd leren?

Dat is maar net wat voor jou het beste werkt. Ik doe dat niet. Tijdens het spreken wil ik namelijk zoveel mogelijk ‘uit mijn hoofd’ blijven. Ik wil niet denken: wat moet ik dadelijk ook alweer zeggen. Op deze manier kan ik makkelijk uren achter elkaar spreken en toch alles zeggen wat ik had voorbereid en binnen een heldere structuur.

Hoe ik dat doe? Per onderdeel heb ik de kernboodschap helder voor ogen en ik weet welk gevoel ik daarbij wil overbrengen. Door dat zelf ook heel helder te voelen, komen de woorden vanzelf. Hierdoor ben ik dus ook echt ‘in het hier en nu’, want ik hoef niet na te denken over mijn volgende woorden. Ik breng wat er op dat moment ontstaat. En zo ga ik van onderwerp naar onderwerp. Uiteraard kan dit vooral als je je boodschap in al je vezels voelt en het ‘gesneden koek’ voor je is. Is het nog nieuwe materie voor je, dan schrijf je wat meer uit of maak je kortere blokken.

Tip 9. Mini-PowerPoint presentatie

Gebruik je powerpoint? Gebruik dan de ‘presenter view’ zodat je kunt zien wat de volgende slide is. Zo kun je dus in een flow door naar het volgende onderwerp.

Tip 10: Ga hiermee spelen!

Als dit een te geforceerd ‘ik mag geen uhh’s meer zeggen’-ding wordt, dan haalt het niks uit. Dan is het niet leuk en geeft het alleen maar nog meer stress. Ik hou ervan om dit soort uitdagingen als een experiment te zien. Ga gewoon lekker experimenteren. Je ontdekt dan vanzelf wat wel bij je past en wat niet. En doordat je het als experiment ziet, is de druk er ook wat meer af. Wat an sich al bijdraagt aan minder uhh’s in je presentatie.

Succes!