De Sport, het Spel & de Politiek
De biathlon is een Olympische sport. De sporters gaan langlaufen met een geweer op hun rug. Hun snelheid en conditie is indrukwekkend en een paar maal komen ze aan bij een plek waar ze mogen schieten. Hebben ze dat geweer niet voor niets meegenomen..
Vijf keer aanleggen, en als er wordt misgeschoten moeten ze later een strafrondje van 150 meter lopen. Het is een kinderachtige straf, met als gevolg dat je als kijker niet ziet wie er op kop ligt; het kan immers iemand zijn die nog heel veel strafwerk heeft op te knappen.
Voor een buitenstaander is de sport moeilijk te volgen. Overigens: het volgen van schansspringen is er ook niet makkelijker op geworden. Iemand die over alle lijnen heen vliegt hoeft nog geen winnaar te zijn: de jury kan vinden dat het een lelijke sprong was.
Hoe dan ook, maandag was er biathlon op de tv. Het boeit me niet, ik zap naar het verkiezingsdebat op Nederland 2. Alle grote koppen zijn er, behalve Balkenende. Die zagen we net nog op een fiets in Canada, ieder heeft zijn taak. Maar wèl –en dat is toch bijzonder- Geert Wilders in de arena: ‘Minister van der Laan is mevrouw Vogelaar de tweede’. Halsema verwijt Wilders ‘krankzinnige voorstellen’. Bos noemt D66 hypocriet, Rutte noemt de PvdA de partij van de werkloosheid en Wilders (zegt hij nu expres ‘Ferry Mengele’?) heeft het over Bos’ linkse hobbies. Dit is geen debat, dit zijn acht sprekers die tachtig woordenwinden laten.
En dan verras ik mezelf: ik ga terug naar de biathlon. Naar de langlaufende vrouwen met een geweer op hun rug. Ik ruil het ene onbegrijpelijke spel in voor het andere, en kies voor de witheid van de sneeuw en de echtheid van de sport. Ik verruil de zinloosheid van het politiek debat voor de zinloosheid van de sport. Zo ver is het met mij gekomen. Politiek is een spel geworden, waarvan niemand de regels kent.
De waarschuwing kwam eigenlijk al de zondag ervoor. In Buitenhof pleitte columniste Désanne van Brederode voor het invoeren van een nieuw verplicht vak voor de middelbare school: mediatraining. Net zoals iedereen zwemles krijgt zou iedere scholier geschoold moeten worden in het bespelen van de media. De dood nestelt zich in de pot. Dan krijg je precies wat er in het debat aan de ronde tafel gebeurde. Acht radio’s in één cirkel.
De bevestiging kwam afgelopen zaterdag, gisteren. Het spel heeft zichzelf kapotgespeeld omdat geen van de acteurs in staat is gebleken zijn rol te verlaten en zichzelf te worden. Dat mocht immers niet van de mediatrainer.
Het debat helemaal niet over Uruzgan, het ging alleen nog maar over de brief, en wanneer de betrokkenen de brief hadden moeten of kunnen lezen. Het ging helemaal niet over scholen in Afghanistan, er werd gestruikeld omdat er geen overeenstemming kon worden gevonden over het feit of de beslissing nu meteen of aanstaande woensdag moest worden genomen.
En ondertussen staat er op de stoep van het binnenhof een hele grote voorraad bandbreedte te wachten op inhoud. Om de bandbreedte heen zwermen cameraploegen en reporters, ze kijken naar het sluiten van de gordijnen en elkaar.
Terug naar de spelen. Sven Kramer wordt na zijn gouden rit op de 5000 meter geïnterviewd door een dame van NBC. Ze vraagt hem voor haar kijkers thuis te vertellen wat zijn naam is, zijn land en wat hij net heeft gewonnen. Sven aarzelt geen seconde. ‘Are you stupid?’, antwoord hij ‘op camera’. Dàt zijn de eerlijke momenten, daar is geen druppeltje mediatraining aan vooraf gegaan.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.