Social media

De 5 principes om effectief anoniem online samen te werken

0

Anoniem online samenwerken is bezig aan een opmars. Het maakt professionele peer-producties mogelijk, zoals Wikipedia, Linux en Mozilla. Ook gewone mensen kunnen er baat bij hebben, bijvoorbeeld als ondersteuning van zelfhulp of binnen e-health trajecten. Maar anoniem online samenwerken brengt ook problemen met zich mee. Hieronder presenteren wij vijf principes voor effectieve online samenwerkingen.

De voor- en nadelen

Anonimiteit verlaagt onze drempel om met anderen samen te werken en eerlijk te zijn over problemen. Het beschermt ons privé- en zakelijke leven en beperkt de kans op gezichts- en reputatieverlies. Ook beperkt het de kans op discriminatie, uitsluiting of onheuse bejegening op basis van persoonskenmerken. Tegelijkertijd zorgt anonimiteit voor meer gelijkheid tussen personen: als we niet weten wie de ander is, is het lastiger om ons meer of minder te voelen.

Geen rem

Het grote nadeel van anonimiteit is dat de rem wegvalt. We hoeven ons niet meer per se netjes te gedragen. Waar we in situaties met anderen sociaal wenselijk gedrag vertonen, kunnen we als anoniemen alle remmen losgooien. Door anonimiteit maken we ons niet druk over de gevolgen van ons gedrag. Dat kan het slechtste in ons naar boven halen.

Het wegvallen van deze rem is een grote belemmering bij online samenwerkingen. En bij het prijsgeven van onze zieleroerselen. De Nederlandse tak van Wikipedia maakte zich zorgen over de toename van onwenselijke gedrag onder sommige van hun bewerkers. Toen zij ons benaderden voor een oplossing voor dit probleem, zetten we het online programma Pluform op. Op basis van vijf pijlers verbetert dit programma de kwaliteit van anonieme online samenwerkingen. We lichten ze alle vijf voor je toe.

Dat de rem wegvalt bij anonimiteit, is een belemmering bij online samenwerkingen.

Stap 1. Geef erkenning

Ieder mens heeft behoefte aan erkenning en waardering. Het is voor ons allemaal belangrijk om gezien te worden, ergens bij te horen en erkenning te krijgen voor wat we kunnen, weten en doen. Erkennen kan in de vorm van complimenten. Complimenteren kost niks. Toch doen we het zelden. En we laten onze waardering al helemaal nooit blijken in een anonieme online omgeving.

Dat is raar. Want complimenteren zonder dat we de ander zien of horen, is in principe veel eenvoudiger: niemand hoeft dan meteen (sociaal wenselijk) te reageren. Daarom is anderen erkennen de eerste stap om anonieme online samenwerkingen effectiever te maken. Als je waardering voor een ander laat zien, gebeuren er veel positieve dingen:

  • de communicatie wordt constructiever
  • de sfeer rondom de communicatie verbetert
  • de onderlinge steun en betrokkenheid worden groter
  • de ander raakt gemotiveerd door complimenten
  • de ander gaat jou complimenten geven

Stap 2. Krijg energie van de samenwerking

Elk mens moet drie psychologische basisbehoeften vervullen om überhaupt energie te hebben. Ten eerste willen we zelf bepalen wat we doen (autonomie). Daarnaast moeten we contact hebben met anderen. We willen ergens bij horen en ons geliefd voelen (verbondenheid). Ten slotte willen we ons bezighouden met dingen die we goed kunnen. Deze dingen willen we ook afmaken (bekwaamheid).

energie van anonieme online samenwerkingen

Hoe meer een samenwerking ons voedt in deze psychologische basisbehoeften, hoe meer energie we ervan krijgen en des te meer zin we erin hebben. Daarom moeten we tijdens online sessies ervaren dat we autonoom, verbonden en bekwaam zijn, willen we een goede deelnemer van anonieme online samenwerkingen zijn. Als we dat niet ervaren, zijn we minder gemotiveerd om bij te dragen en gedragen we ons minder sociaal. Dat komt samenwerkingen niet ten goede.

Stap 3. Begrijp actie en reactie

In de basis zijn mensen empathische en sociale wezens. Dit is zichtbaar op twee niveaus. Om te beginnen reageert ons brein op handelingen, uitingen en emoties van anderen. Spiegelneuronen zorgen ervoor dat we in staat zijn om min of meer te ervaren wat anderen ervaren. Dit helpt om ons empathisch te gedragen.

Automatische reacties

Daarnaast sturen een aantal van onze gedragingen de gedragingen van anderen bijna automatisch. Als wij ons aanvallend gedragen (‘Begin je daar nu alweer over?’), reageert een ander opstandig (‘Hoezo, dat doe jij toch ook!’). Als wij ons leidend gedragen (‘Ik zal de hoofdlijnen uitzetten.’), vertoont een ander volgend gedrag (‘Oké, dan werk ik daarna de details uit.’).

Stellen we ons behulpzaam op (‘Heb je nog hulp nodig bij die laatste paragraaf?’), verwachten we meewerkend gedrag (‘Graag. Laten we even brainstormen.’). En als we laten zien dat we concurreren (‘Laat mij maar, ik kan dat beter formuleren.’), zal de ander zich terugtrekken (‘Zoek het dan zelf maar uit.’) of juist opstandig worden (‘Echt niet, je bakt er zelf niks van.’).

Sta in anonieme online samenwerkingen daarom open voor wat de ander ervaart. Vermijd aan de andere kant aanvallend en concurrerend gedrag, maar stel je juist behulpzaam op. Zo wordt de communicatie in anonieme interactie veel socialer en minder conflictgevoelig.

Stap 4. Gebruik non-verbale communicatie

Een grote hindernis in anonieme online communicatie is dat we geen lichaamstaal zien. Daar waar we non-verbale signalen herkennen die bijvoorbeeld laten blijken dat iemand iets ironisch bedoelt, missen we deze extra aanwijzingen online. Daardoor laten we onze interpretaties los op wat een ander schrijft. De ander doet dat ook bij ons. Dit leidt snel tot misvattingen en miscommunicatie.

Emoji & actiewoorden

Gelukkig kunnen we in onze teksten non-verbale elementen opnemen. Emoji zijn hier een voorbeeld van. We hebben ook actiewoorden zoals *gaat zich schamen* en geluidswoorden (‘hmm’ en ‘uhu’) ter beschikking.

emojis in anonieme online samenwerkingen

Verder kunnen we woorden accentueren door ze vet, onderstreept of cursief weer te geven. Ook kunnen we afwijkende schrijfvormen gebruiken door hoofdletters te typen, veel leestekens in te zetten, letters uit elkaar te trekken (‘b e d a n k t’) en woorden anders te schrijven (‘jammerrrrr’). Deze extra elementen lossen het probleem van elkaar niet kunnen zien voor een groot deel op.

Stap 5. Lees en schrijf nauwkeurig

In onze talige communicatie gebruiken we verschillende typen taalhandelingen:

  • We nemen anderen mee in onze standpunten aan de hand van beweringen, veronderstellingen en aannamen.
  • We beïnvloeden het gedrag van anderen met adviezen, opdrachten en waarschuwingen.
  • We tonen onze innerlijke gesteldheid door het benoemen van emoties.
  • We gaan verplichtingen aan door te beloven, af te spreken en te garanderen.
  • We beschrijven gevolgen in de trant van: ‘jouw bijdrage is verwijderd, hierbij blokkeerden we je’.

Het is belangrijk om nauwkeurig te analyseren welke elementen in de teksten van anderen zitten, om vervolgens adequaat te kunnen reageren. Sta stil bij de reden van een bericht en bij wat de achterliggende behoefte van de zender kan zijn. Het is bijvoorbeeld verstandig om emotioneel geladen uitingen aandacht te geven, omdat de afzender hierdoor voelt dat je hem of haar hoort en serieus neemt.

Eigen bijdragen

Tenslotte moeten we onze eigen bijdragen zorgvuldig formuleren. Als we online communiceren met anderen die we niet of niet goed kennen, moeten we duidelijk en ondubbelzinnig formuleren. Tegelijkertijd besteed je aandacht aan de behoeften van de ander, zoals deze naar voren komen uit de door hem of haar gebruikte taalhandelingen.

Als je communiceert met een vertrouwde groep mensen kun je korter en bondiger zijn. Dit is geen vrijbrief om bot of kort door de bocht te zijn. Online moet je altijd extra nauwkeurig met je formuleringen omgaan.

Effectieve anonieme online samenwerkingen

Anonieme online samenwerkingen worden een stuk effectiever als we de vijf principes uitvoeren. De principes maken het mogelijk om anderen beter te begrijpen, en zelf door anderen beter begrepen te worden. Dit kan zelfs als we niet van elkaar weten wie we zijn en we elkaar niet kunnen zien.

Bovenstaande principes zijn afgeleid van bekende psychologische theorieën zoals het online disinhibitie effect (Suler, 2016), psychological basic needs (Deci & Ryan, 2000), de roos van Leary (Leary, 1957), taalanalyse aan de hand van taalhandelingen (Searle, 1976) en de politeness theory (Brown & Levinson, 1987).

Hoe ervaar jij anonieme online samenwerkingen? Gaan deze vijf principes jou helpen? We horen het graag van je in een reactie hieronder.