Handleiding voor non-fictie transmedia (3)
Non-fictie transmedia geldt in Nederland als een braakliggend terrein. Dit terwijl het past binnen de tijdgeest en prachtige journalistieke producties kan opleveren. In een een blogreeks van vier de stappen om tot een goed concept te komen. Deel 3: het productieproces en lancering.
In het eerste blog schreef ik over een aantal voorbeelden en kenmerken van deze verhalen. In het tweede deel de eerste vijf stappen bij het maken van een journalistiek transmediaconcept.
- stap 1: bepaal strategie en genre
- stap 2: bepaal verhaallijnen
- stap 3: bepaal mediumspecificiteit
- stap 4: maak een interactieplan
- stap 5: het projectplan
In dit derde deel meer over de productiefase van een non-fictie transmediaconcept, waarna ik volgende week in de afsluitende blog nog een aantal voorbeelden bespreek.
stap 6: Zoek samenwerking
Bij het maken van een transmediaconcept komen er wellicht nieuwe werkzaamheden aan bod die niet binnen een bedrijf worden gedaan. Neem het maken van video voor televisie of het verspreiden van data via online netwerken. Het is handig om hiervoor duurzame samenwerkingen aan te gaan met partijen waarmee je dit samen maakt. Dit soort partnerships gaan vaak verder dan enkel het inkopen van externe expertise. Alle partners dienen verantwoordelijkheid te dragen voor het concept. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen NRC.Next en VPRO bij De Grote Bruine Envelop.
stap 7: Kick-off & voorwerk
Een transmediaconcept komt – ook bij non-fictie- vaak tot stand door de samenwerking van verschillende partijen als contentmakers, marketing en sales. Hiervoor is het belangrijk het hele project te starten met een heldere kick-off, waarbij alle partijen samenkomen en duidelijk is wat het gezamenlijke doel wordt. Iedereen weet hierdoor wat hij of zij moet doen. Daarnaast heeft een transmediaconcept vaak gedegen voorwerk nodig, zoals het maken van een aantal producties die veel werk kosten en niet na de lancering nog gemaakt kunnen worden. Volg hierbij een nauwgezette planning.
Tijdens de productie van het transmediaconcept is het belangrijk om op gezette tijden een overleg te hebben onder leiding van één leidinggevende regisseur / projectleider, die indien nodig verschillende afdelingen op dezelfde rit kan zetten. Zeker bij grotere producties bestaat het gevaar dat makers verschillende ideëen krijgen over het concept, terwijl synergie en eenheid juist essentieel zijn bij een geslaagd transmediaal concept.
stap 8: Check usability
Check, check en dubbelcheck. Begrijpen de ontvangers je concept? Weten ze wat ze waar kunnen vinden? Zijn de verhaallijnen echt zo logisch en boeiend als de makers denken? Kloppen alle technische aspecten? Zitten er geen bugs in? Sluit de flow van de website aan op de verwachtingen van de gebruiker? Staan alle verhaallijnen op zichzelf en sluiten ze op elkaar aan? Is het een logisch geheel? Doe een generale repetitie met proefpersonen, waarbij je het hele concept de revue laat passeren. Snappen zij hoe alles in elkaar steekt?
stap 9: Lancering
Zie de lancering van een transmediaconcept niet als een afronding maar als een begin; nu begint het werk pas echt. Bedenk hoe je de lancering aan wil pakken: groots en meeslepend met een overweldigende marketingcampagne en veel media-aandacht of juist heel low profile?
stap 10: Monitoring
Na de lancering houdt minimaal één persoon of afdeling toezicht op het hele project. Nieuwe lanceringen dienen via deze afdeling te gaan en goedgekeurd te worden, om een wirwar aan informatiestromen te voorkomen. Deze projectleider kijkt tevens toe op de interactie met de deelnemers / lezers. Loopt alles zoals gepland was? Staan alle onderdelen op tijd in de steigers? Gebeuren er onvoorziene zaken en wie moet daar op reageren? Deze persoon of afdeling heeft een volgende en sturende functie.
Het produceren van een non-fictie transmediaconcept ligt in lijn met die van een fictieconcept, zoals veelvuldig gebruikt binnen de entertainmentindustrie. Jeff Gomez, CEO van Starlight Runner Entertainment en begaafd transmediamaker, gaf hierover vorige week een lezing tijdens het Cinekidfestival. Vanuit een operationeel oogpunt maakt het niet veel verschil waarvoor je een productie maakt. De huidige generatie journalisten vindt het echter nog moeilijk om verder te kijken dan hun medium lang is. En vinden het gek om meer een regisseur dan verteller te zijn. En dat is echt anders binnen de wereld van transmedia. Verhalen verspreiden zich, nieuwe verhaallijnen ontstaan door andere vertellers. Nu nog eng voor de non-fictiewereld, in de toekomst waarschijnlijk de normaalste zaak.
Deze reeks van vier blogs vormt een handleiding voor het schrijven van non-fictie transmedia verhalen. In het eerste deel een inleiding en voorbeelden. In het tweede deel meer informatie over de kracht van verschillende mediatypen en gebruikersparticipatie. Dit derde deel schetst een aantal onderdelen van de productie. In de laatste aflevering volgt een overzicht van een aantal non-fictie transmediaconcepten.