Jeukwoorden op de werkvloer: 6 oplossingen voor gebakken lucht
”Mag ik dit even tegen je aanhouden?” Iets tegen mij aanhouden? Daar heb ik zo mijn bedenkingen bij. De Nederlandse kantoortaal kent veel termen met een dubieus karakter. Dat is grappig, maar tegelijk heel onprofessioneel. Holle kantoortermen verhullen vaak incompetentie en gebrek aan durf. Wat bedoelen we? En waarom zeggen we niet gewoon wat we bedoelen? Voilà, 6 oplossingen voor gebakken lucht.
1. Laten we dit zo snel mogelijk aftikken
Aftikken? Waarmee gaan we aftikken? Waar tikken we tegenaan? Of bedoelen we dat we de laatste alinea van een document nog moeten typen? ‘Iets aftikken’ ligt in hetzelfde straatje als ‘ergens een klap op geven’. Gebruiken we het agressieve ‘aftikken’ en ‘een klap geven’ omdat we bang zijn dat er anders niets wordt besloten? Als we vandáág nog een akkoord willen krijgen, moeten we elkaar simpelweg vragen om nú een beslissing te nemen.
2. Mag ik dit even tegen je aanhouden?
Deze kwam al even voorbij. Als mijn collega zegt: ”Mag ik dit even tegen je aanhouden?” vraag ik mij verlegen af of hij een warm gevoel vanbinnen krijgt als hij even iets tegen me aan mag houden. Of ik stel mezelf voor als een detectiepoortje dat bliept als het document akkoord is, en een error geeft als er nog een hoop aan moet gebeuren. Juist, het menselijke aspect is geheel verdwenen. Om dit robotica-gebeuren te voorkomen, kunnen we elkaar vragen: ”Wil jij hier even naar kijken?”
3. Zullen we dit over het weekend heen tillen?
We zetten jeukwoorden vooral in als we prioriteiten stellen. Je wilt ‘iets over het weekend heen tillen’? We weten allemaal dat je dit onderwerp niet belangrijk vindt. Je wilt het niet alleen over dit weekend heen tillen, het liefst zeul je het over eindeloos veel weekenden. Dat is een sportieve gedachte, want je krijgt er spierballen van. Voor zeggen waar het op staat, is het desastreus. Wat zou er gebeuren als we gewoon zeggen: ”We vinden dit onderwerp voor nu onbelangrijk?”
Hetzelfde geldt voor ‘laten we dit even parkeren’. Oké, je hebt een parkeerplaatsje gevonden. Wanneer kom je terug om met het geparkeerde weg te rijden? 9 van de 10 keer is dit een gevalletje wielklem en weggesleept worden door handhaving. Het heeft duidelijk geen prioriteit. Draai er dus niet omheen en maak duidelijk dat je die klus niet zult doen. Dan schep je ook geen verwachtingen.
Je wilt het niet alleen over dit weekend heen tillen, het liefst zeul je het over eindeloos veel weekenden.
”Kunnen we dat nog over de schutting gooien?” is een lollige manier om aan te kondigen dat je je troep in de tuin van je buurman gaat dumpen. Deelname aan het EK-schuttinggooien is alleen toegestaan als je taken afstoot die niet onder jouw verantwoordelijkheid vallen.
4. Hoe fietsen we dat erin?
Te-land-ter-zee-en-in-de-luchtvisioenen. Wat hebben we nodig om ‘m erin te fietsen? Extra aansturing en een tandje erbij? ”Hoe gaan we dat aanvliegen?” is net zo’n lege uitdrukking. Als we ons afvragen hoe we iets het beste kunnen aanpakken, komen de voertuigen om de hoek kijken. Willen we hiermee aangeven dat we als organisatie ‘in beweging’ zijn? Zodat het net lijkt alsof we niet de hele dag zitten en dus niet meedoen aan het nieuwe roken? Fietsen en vliegen doen we buiten kantooruren, dus laten we het hebben over hoe we iets gaan doen in plaats van te strooien met beweging.
5. Ik kom even bij je op de radar wat betreft
Collega’s die dit zeggen, wanen zich in de toekomst. Die staan niet meer bij elkaar aan het bureau, maar hebben allemaal hun eigen radar waarop berichten en personen binnenkomen. Verschijnen we alleen op hun radar als we iets aanvliegen? Fietsen we met een tandje extra die radar binnen? Ineens valt het kwartje bij de uitdrukking: ”Wacht even, nu ben je me kwijt.” Als iemand een gesprek niet kan bijbenen, valt hij van de radar. Dan ‘hebben ze hem niet in het vizier’. Met de nodige bijsturing kunnen we allemaal zichtbaar worden op de radar. Wat mij betreft laten we deze toekomstvisie vliegen en kloppen we ouderwets bij elkaar aan voor advies.
6. Hij moet daar nog even een plasje over doen
Gaat mijn collega naar de wc om na te denken? Trekt hij ter plekke zijn broek naar beneden om zijn mening over een document uit te plassen? We kloppen onszelf op de schouder dat we zo trots zijn op al onze menselijke kwaliteiten, maar als het aankomt op het geven van onze mening, gaan we ons dierlijk gedragen. Zelfs als ons helemaal niet om een mening wordt gevraagd, komen we met aanpassingen om te laten zien dat we ergens ook iets van vinden. Ook al is dat hele territorium-afbakenen-ding natuurlijk dierlijk gedrag, laten we het niet zo vies benoemen.
Net zoals ‘broeden op een oplossing’. Hoe ziet dat eruit? Trekken we de papierversnipperaar leeg, zodat we een comfortabel nestje op onze ergonomische kantoorstoel kunnen fabriceren? Nu snap ik waar al die zittende beroepen vandaan komen. We broeden ons een ongeluk en hopen dat de oplossing zich vanzelf aandient. Laten we hardop zeggen: ”Ik vind hier ook iets van!” en ”Ik heb nu even geen oplossing, maar ik doe mijn best!” Dan krijgt niemand meer ongewilde associaties met plassende en broedende collega’s.
Bij welke uitdrukkingen op de werkvloer krijg jij rare ideeën? Doe je plasje over mijn artikel en parkeer jouw ergernis of verwondering in het reactieveld!
Illustraties: Michel van den Boogaard (Sabel Communicatie). Illustratie intro met dank aan 123RF.