Disruptive innovations: 3 lessen die de politiek kan leren
Disruptieve innovaties zijn ‘hot’. Overal om ons heen zien we de gevestigde orde uitgedaagd worden door creatieve start-ups die het beter, sneller en betrouwbaarder beloven te doen. Maar waarom staat de politiek, de sector waar ontwrichting misschien wel het meest gewenst is, dan al decennia stil?
Helft van de Nederlanders ontevreden over de politiek
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat de helft van de Nederlanders ontevreden is over de politiek. Mensen klagen vooral over politici die alleen maar denken aan hun eigen belangen en niet luisteren naar de gewone burger. Uit het rapport blijkt verder dat de meerderheid van de mensen behoefte heeft aan meer inspraak en zeggenschap. Ondanks het feit dat de digitalisering van de samenleving nieuwe verbindingen op grote schaal mogelijk maakt, blijft structurele verandering in de politiek uit.
Burgerparticipatie
De overheid komt momenteel nog niet veel verder dan burgerparticipatie. Op zichzelf geen verkeerde ontwikkeling, maar deze participatie blijft vaak beperkt tot het meedoen op wijkniveau. Denk aan het onderhoud van speeltuinen of groenvoorziening. Op stadsniveau experimenteren Nederlandse gemeentes met nieuwe vormen van democratie en burgerparticipatie, zoals stadsgesprekken en burgertoppen. Interessante ontwikkelingen.
Maar hoe je het ook wendt of keert, de burger wordt in deze ‘doe-democratie’ pas aan het eind van de keten ingezet. Van échte ontwrichting en disruptie is nog steeds geen sprake en in termen van ‘het volk heeft de macht’ (demos kratos) komen we er alsnog vrij beroerd van af. Als consument kun je daarentegen steeds meer zélf samenstellen, genereren en financieren. Waarom kun je dat als burger dan niet? Drie lessen die de politiek in de essentie van innovaties kan leren.
1. Zelf kunnen samenstellen: modularity
We kunnen tegenwoordig alles zelf samenstellen. Van je sportschoenen tot je verzekeringen. Steeds meer producten en diensten worden ‘modulair’ aangeboden, waarbij de consument keuzes kan maken die zijn afgestemd op zijn of haar persoonlijke behoeften.
Phonebloks
Een aansprekende innovatie op dit gebied is Phonebloks. Een revolutionair idee dat de wereld van de smartphones op z’n kop heeft gezet. Het idee is ogenschijnlijk simpel: een modulaire telefoon die bestaat uit blokjes met verschillende functies die een gebruiker naar eigen wens kan samenstellen. Denk bijvoorbeeld aan aan functies als camera, batterij, gps en geheugen. Bijkomend voordeel is dat je hierdoor je telefoon niet hoeft weg te gooien, als er slechts 1 onderdeel kapot is.
Ons politieke kiesstelsel
Het politieke kiesstelsel, dat al sinds 1918 onveranderd is, zit iets anders in elkaar. Een keer in de vier jaar mag iedere stemgerechtigde een stem uitbrengen op de politieke partij die zijn of haar belangen het best vertegenwoordigt. Naast het feit dat we deze periodiek in twijfel kunnen trekken, is het met name interessant om in te zoomen op de mate van keuzevrijheid en inspraak binnen dit systeem. Veel mensen zien door de bomen het bos niet meer. Het is dan ook niet eenvoudig om een partij te vinden die bij je past. Vaak sta je niet volledig achter álle standpunten. Toch kun je tijdens de verkiezingen maar op één politieke partij stemmen. Door coalitievorming en politieke belangen blijft er vaak weinig over van verkiezingsbeloften. Deze manier van stemmen is erg ouderwets en spreekt steeds minder mensen aan.
Zou het niet veel logischer zijn wanneer we net als bij Phonebloks zélf de thema’s kunnen samenstellen?
Met deze gedachte ben ik gestart met Het Nieuwe Kiezen, een initiatief voor een modulair kiesstelsel. Stel: je mening over onderwijs sluit perfect aan bij D66. Maar voor defensie kun je jezelf toch meer vinden in de VVD. Binnen dit nieuwe stelsel kun je deze standpunten combineren. Je kiest per thema het standpunt van de partij die bij jou past. Partijen kunnen zich meer gaan specialiseren en zullen stoppen met thema’s waar ze minder sterk in zijn. Zo krijgt de kiezer meer overzicht en wordt stemmen minder lastig. Het doel is om deze gedachtegang te toetsen in de praktijk, in de vorm van een pilot. Ben jij ook benieuwd waar dit toe kan leiden? Teken dan de petitie.
2. Zelf kunnen genereren: user generated content
Veel organisaties hebben tegenwoordig in de gaten dat ze de kennis en kunde van de eindgebruiker kunnen inzetten bij de optimalisatie en ontwikkeling van producten en diensten. Onder de noemer van crowdsourcing en co-creatie zijn er verschillende succesvolle voorbeelden bekend waarbij de eindgebruiker wordt betrokken in het proces. Het meest aangehaalde voorbeeld is wellicht Maak de Smaak van Lays. Er bestaat bij deze vorm van innovatie echter nog steeds een vrij sterke wederzijdse afhankelijkheidsrelatie tussen producent en consument.
Het is in deze context daarom interessant om te kijken naar de mogelijkheden van user generated content (UGC), een ontwikkeling waarbij de eindgebruikers verantwoordelijk zijn voor de content. Een bekend voorbeeld hiervan is natuurlijk Wikipedia, een online encyclopedie die naar eigen zeggen inhoud biedt die vrij herbruikbaar, objectief en verifieerbaar is. Wikipedia zette in 2001 niet alleen de ‘encyclopediemarkt’ op zijn kop, maar maakte een compleet nieuwe manier van informatievoorziening mogelijk die haar sporen nog steeds nalaat.
Wisdom of the crowds
In relatie tot UGC wordt er steeds vaker gesproken over ‘wisdom of crowds’, naar het gelijknamige boek van James Surowieck: “Why the Many Are Smarter Than the Few and How Collective Wisdom Shapes Business, Economies, Societies and Nations.” Tegenstanders beargumenteren dat de wijsheid van de groep juist wordt verkleind door overleg in een groep, als gevolg van sociale invloed. Het onderzoek dat hieraan ten grondslag ligt, laat zien dat wanneer mensen afzonderlijk van elkaar een inschatting maken, het gemiddelde van de antwoorden zeer dicht bij de waarheid komt. Wanneer er echter overleg plaats vindt en mensen inzicht krijgen in de antwoorden van anderen, worden de fouten van elkaar overgenomen en juist versterkt. Dat zou betekenen dat Wikipedia vol met onzin staat.
In december 2005 publiceerde het wetenschappelijk tijdschrift Nature de resultaten van een steekproef uit 42 natuurwetenschappelijke artikelen uit zowel de Encyclopædia Britannica als de Engelstalige versie van Wikipedia. Het tijdschrift concludeerde dat er onderling nauwelijks verschil bestaat wat betreft de nauwkeurigheid van de natuurwetenschappelijke artikelen.
Eindgebruiker wordt nog beperkt ingezet bij politieke besluitvorming
Wanneer het aankomt op politieke besluitvorming wordt de eindgebruiker (de burger) nog slechts beperkt ingezet bij het genereren van content (beleid). Er gebeurt weliswaar van alles op het gebied van democratische vooruitgang, zoals de G1000-bijeenkomsten (crowdsourcing), het referendum over de associatieovereenkomst met Oekraïne van GeenPeil (crowdsourcing), de Democratic Challenge (cocreatie) en verschillende burgerinitiatieven, zoals Het Singelpark in Leiden (co-creatie). Maar in de meeste gevallen gaat het om een eenmalige ingreep, of om een bijdrage aan het eind van de keten. In termen van innovatie zou je hierbij kunnen spreken over incrementele-, in plaats van disruptieve innovaties.
Waarom zetten we niet net als bij Wikipedia de collectieve kennis van mensen in om het beleid daadwerkelijk samen te schrijven?
Waarom zetten we niet net als bij Wikipedia de collectieve kennis van mensen in om het beleid daadwerkelijk samen te schrijven? Openbaar en transparant. Geen ingewikkeld vakjargon, maar overzichtelijk en toegankelijk. Een groot verschil met andere toepassingen is dat het binnen de politiek uiteindelijk niet draait om de waarheid, maar om behoeften. En deze zijn nu eenmaal persoonlijk. Niet meeschrijven, betekent het beleid accepteren. Extremen zullen elkaar afvlakken en het beleid zal op termijn een accurate afspiegeling van de samenleving representeren. Het kost natuurlijk wel wat tijd en de praktijk zal het moeten uitwijzen, maar ik pleit voor een experiment.
3. Zelf kunnen financieren: cutting out the middleman
Wanneer we het over disruptive innovations hebben, kunnen we Uber en Airbnb natuurlijk niet onbesproken laten. Maar ook Thuisafgehaald en Peerby horen in het rijtje van innovaties waarbij bestaande branches worden ontwricht, doordat deze start-ups online een slimme infrastructuur aanbieden en peer-to-peercontact mogelijk maken. Consumenten nemen hierbij niet af bij de gevestigde orde (taxicentrales, hotels, restaurants of bouwmarkten), maar direct van andere consumenten. Slimme start-ups faciliteren deze processen en pikken een graantje van de geldstroom mee.
In deze context is ook Vandebron een interessante ‘disruptor’. Hierbij kunnen consumenten energiemaatschappijen ‘overslaan’ en direct van de bron afnemen. Denk aan een boer met zonnepanelen of windmolens. Dergelijke innovaties zijn met name interessant, omdat zij een andere positie in de keten innemen. Hetzelfde gebeurt bij crowdfundingplatforms, zoals Kickstarter. Hierbij kunnen projecten en initiatieven gefinancierd worden door de crowd, zonder tussenkomst van traditionele banken en investeerders. Vandaar de term, cutting out the middleman.
Geldstromen in de overheid
Binnen het politieke systeem zit de geldstroom iets anders in elkaar. In een notendop: burgers betalen belasting en deze wordt vervolgens top-down door de overheid geïnvesteerd. Burgers hebben hier momenteel slechts indirect invloed op, doordat zij op politieke partijen kunnen stemmen die hun belangen hierin moeten vertegenwoordigen. Maar door eerder besproken beslommeringen, zoals coalitievorming en politieke belangen, is deze invloed zeer beperkt. Wat gechargeerd gesteld: je betaalt voor een abonnement bij een sportschool, maar je maakt nauwelijks gebruik van de faciliteiten. Hierdoor voelen mensen zich niet langer betrokken en verliezen ze de aansluiting met de politiek.
Waarom kunnen we niet net als bij Kickstarter ons eigen belastinggeld investeren?
Waarom kunnen we niet net als bij Kickstarter ons eigen belastinggeld investeren? In plaats van te stemmen kunnen burgers dan aangeven in welke post zij willen dat hun belastinggeld geïnvesteerd wordt. Iedereen mag 100% verdelen. Dus bijvoorbeeld 20% voor educatie, 10% voor infrastructuur, 15% voor zorg etc. Daarnaast kun je binnen elke categorie prioriteiten aangeven. Op basis van deze verdeling wordt dan tevens het beleid bepaald en zijn politieke partijen in hun huidige vorm in principe overbodig. Oftewel, cutting out the middleman. Hierdoor krijgen burgers meer inspraak en daarmee zal de betrokkenheid versterkt worden.
Wat als de overheid aan crowdfunding moet doen?
Een andere mogelijkheid is om het principe van Kickstarter wat letterlijker over te nemen. Wanneer de overheid ergens in wil investeren, zal zij funding moeten vragen bij de crowd. Dit principe kan ook worden toegepast op gemeentelijk niveau. Wanneer de gemeente bijvoorbeeld wil investeren een nieuwe rotonde, zal ze daarvoor eerst moeten aankloppen bij haar inwoners. Geen funding betekent geen start van het project.
Natuurlijk kun je je afvragen of mensen wel weten wat belangrijk is. Mensen denken immers alleen aan hun eigen belangen, toch? Maar ook hier opper ik voor een experiment en verwijs ik naar de wisdom of crowds. De gemiddelde afweging van alle individuele behoeften bepaald het te voeren beleid. In Porto Alegre, een stad in het zuiden van Brazilië, werkt men overigens al met een zogenaamd ‘participatief budget‘. Burgers mogen bepalen hoe gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Met succes: meer inwoners kregen toegang tot schoon drinkwater en er werd flink geïnvesteerd in scholen. Ook andere steden, zoals New York, experimenteren inmiddels met deze vorm van budgetteren.
Verandering is noodzakelijk
Uiteraard zitten er nog haken en ogen aan deze oplossingen en zijn er, zoals aangegeven, experimenten nodig om de uitwerkingen ervan in kaart te brengen. Ik pretendeer ook niet dé oplossing te hebben, maar ik geloof wel dat verandering noodzakelijk is en we daarom in actie moeten komen. We kunnen zoveel leren van de ontwikkelingen om ons heen, dat het tijd is om hier iets mee te doen. Misschien geen letterlijke kopie, maar we kunnen in de essentie veel leren van deze innovaties.
Klagen over de politiek hebben we nu al wel genoeg gedaan en alternatieven afschieten draagt ook niet bij aan vooruitgang. We kunnen het dus uren hebben over de gevolgen bij de implementatie, maar we kunnen het ook gewoon eens gaan testen. Ik geloof zelf dat we het huidige systeem nodig hebben om veranderingen daadwerkelijk door te kunnen voeren. Innovatie is een proces van transformatie, het is een evolutie. Hoewel het huidige systeem wankelt, zal zij zich niet zomaar gewonnen geven. Dus in plaats van ‘beat the system’ (het systeem is hierin je tegenstander) pleit ik voor ‘innovate the system’ (het systeem is dan je partner). Ik heb daarom zelf een eerste stap gezet met Het Nieuwe Kiezen en bij voldoende draagvlak ga ik de pilot uitvoeren. Wie volgt?
Illustratie intro met dank aan Fotolia.