Verdieping

Gamification in China: het hele leven wordt een spel

0

Column – Kinderen leren sneller in de vorm van een spelletje. Jongens tegen meisjes, of even verjaardagen tegen de oneven verjaardagen. Of als je beloningen uitdeelt. Een gele trui. Een stempel. Het zijn voorbeelden van gamification, het idee dat je spelprincipes gebruikt om deelnemers te betrekken en motiveren om bepaalde doelen te bereiken.

Spelprincipes

Frequent Flyer, ook zo’n voorbeeld. Holle Bolle Gijs in de Efteling, een keramisch anti-spettervliegje in het urinoir, de secretaresse van het jaar, vertegenwoordiger van de maand, woekerpolisverkoper van het uur. Allemaal voorbeelden van het toepassen van spelprincipes.

Vorige week stond in Het Financieele Dagblad een interview met Huub van Rozendaal, inmiddels afgetreden financieel bestuurder van Sligro. “We doen ook veel wedstrijdjes: de beste kantoorafdeling, de beste groothandel, de beste supermarkt. Dat werkt veel beter”. Als je via AirBNB een appartement te huur aanbiedt en je reageert snel op aanvragen van mogelijke huurders, krijg je een pluim. Het wordt meegenomen in je beoordeling als aanbieder.

De samenleving verbeteren met gamification

Het is onschuldig kinderspel, dit is gamification voor beginners als je het vergelijkt met wat in China gebeurt. In China Daily werd het in augustus vorig jaar aangekondigd, de Volkskrant (Fokke Obbema, Michael Persoon en Marije Vlaskamp) schreef er vorig weekend twee pagina’s over: China’s sociale kredietcode. De Chinese regering ontwikkelt een systeem om burgers en bedrijven te beoordelen op hun betrouwbaarheid en kredietwaardigheid. Het doel is om de samenleving beter te maken. Als je braaf bent, word je beloond. Als je stout bent, word je gestraft. Het ‘wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe’-principe. Sinterklaas bestaat, en het is de overheid.

 Sinterklaas bestaat, en het is de overheid.

We maken het een Orwelliaanse overheid wel makkelijk. Een steeds groter deel van ons gedrag leveren we gedigitaliseerd aan, we tikken onze eigen ponskaarten. Niet alleen het economisch gedrag, ook ons sociaal leven. In het westen denken de naïevelingen dat bedrijven als Facebook, Google en Amazon daar op een verantwoorde manier mee omgaan. Maar in China liggen de verhoudingen anders. Daar is het de vraag of Tencent (een uitgebreide WhatsApp), Baidu (Google), Alibaba (Amazon/eBay) en Alipay (betalen) het vermogen en de wil hebben om de druk van de overheid te weerstaan.

vlaggen-dans-china-fotolia

Je eigen Google-ranking

Let wel, het gaat ver. Mijn sociale kredietscore wordt gebaseerd op mijn betaalgedrag, mijn hobby’s, mijn online gameactiviteit, mijn uitingen op sociale netwerken, en ze gaat onder meer bepalen voor welke banen ik in aanmerking kom, of ik geld kan lenen, een overheidshuis mag huren. Niet alleen mijn eigen score is van belang, ook de score van mijn vrienden doet er toe. Het Google-ranking-principe wordt toegepast, nu ook in een mogelijk negatieve vorm: hoe hoger de score van mijn vrienden, des te betrouwbaarder ik ben. Hoe lager de score van mijn vrienden, des te lager mijn status. Oh ja, anoniemen worden geweerd.

Het leven wordt een spel

Het leven als een spel. In het begin waren er spellen waarmee je nieuwe levens kon verdienen. In China wordt het leven het spel. Je kunt van alles winnen en verliezen, boete en korting krijgen, status, toegang tot overheidsbanen, maar nooit een nieuw leven. Want dat is het spel zelf. Het internet veranderde China, en toen veranderde China het internet.

En het gebeurt niet alleen in China.

Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.

Foto’s met dank aan Fotolia.