Intel: perfecte storm voor Internet of Things

Als je bij Intel nog steeds denkt aan processors voor laptops notebooks en desktops (die grote apparaten op onze bureaus), dan heb ik nieuws voor je. Intel is heel duidelijk bezig om chips leveren voor alle apparaten: tablets, smartphones en ook de apparaten die het Internet of Things mogelijk maken.

Intel spreekt daarbij van een perfecte storm die op dit moment het Internet of Things mogelijk gaat maken. In deze perfecte storm zitten drie elementen:

1. De kosten van sensoren worden steeds lager
2. De kosten van data-opslag wordt steeds lager
3. Moore’s law (capaciteit van processoren verdubbelt ruwweg iedere 18 maanden) en kosten worden lager (zowel absoluut als relatief)

Meer dan alleen de processor

Maar het is niet alleen Intel om chips te doen. De diensten die Intel levert, hebben eigenlijk voor alle stappen in het proces een oplossing of deeloplossing.

Het begint met, zoals dat wordt genoemd ‘the edge of the network‘, waar sensoren metingen verrichten. Deze sensoren (de ‘things’) kun je overal terugvinden: in huis, in een auto of vrachtwagen, in een fabriek of een machine of zelfs in je wasmachine. Op basis van deze metingen kan de sensor zichzelf, de machine of een andere systeem qua besturing aanpassen (de essentie van Internet of Things, zoals de definitie van Gartner aangeeft).

Vervolgens moet de data (big data als we spreken over een groot netwerk van apparaten) ergens naartoe en worden opgeslagen. Dit zal veelal gebeuren in een datacenter waar Intel (niet toevallig) ook allerlei technische producten en diensten voor levert, van de Xeon-servers tot het virtualiseren van hardwarecomponenten (Network Function Virtualision of NFV).

Aan het einde van de reis die de data heeft gemaakt, vinden we de analytics-kant waar inzichten uit de data worden geproduceerd. Bovenstaande afbeelding is de IoT-referentiearchitectuur zoals Intel deze ontwikkeld heeft.

‘Make It Wearable’

Vorig jaar op CES kondigde Intel CEO Brian Krzanich de ‘Make It Wearable’-wedstrijd aan. Het doel was om meer toepassingen van Internet of Things te verzinnen. De prijzen waren niet misselijk: de eerste prijs was maar liefst $500.000. Daaruit zijn een paar mooie concepten voortgekomen, concepten die ook daadwerkelijk verder gaan dan een simpele fitnessband. Je kunt de finalisten hier vinden. Hieronder een filmpje van ProGlove wat ook maar weer bewijst dat Internet of Things niet alleen een ‘consumentending’ is.

Internet of Things-divisie

Er is ook een divisie Internet of Things binnen Intel, geleid door Doug Davis. In het afgelopen jaar was de omzet van die afdeling trouwens meer dan $ 2,1 miljard. Betalingsverkeer zit onder andere binnen zijn divisie, maar ook andere IoT-toepassingen in manufacturing, industrie, retail, transport, slimme gebouwen en huizen, lucht en ruimtevaart, etc. Om een beeld te krijgen wat er bij Douglas in zijn divisie zit, kijk maar naar deze video.

Standaarden zijn als een tandenborstel: iedereen wil zijn eigen tandenborstel en er niet eentje delen.

OIC en IIC

Intel is een zogenoemde founding member van de Open Interconnection Consortium (samen met o.a. Samsung). Doel van de OIC is te komen tot een connectivity framework voor IoT-devices waarmee apparaten kunnen worden verbonden, onafhankelijk van het merk, type of communicatieprotocol.

In het Industrial Internet Consortium (waar Intel ook een van de founding members is) doet men hetzelfde, maar dan in een industriële setting. Uiteindelijk is het zaak dat apparaten gecertificeerd worden volgens deze standaarden, zodat de koper weet wat hij of zij kan verwachten.

Ook Samsung speelt daar een belangrijke rol in en is ook founding member. Maar er zijn meer standaarden en, zoals ik laatst iemand hoorde zeggen: ‘Standaarden zijn als een tandenborstel: iedereen wil zijn eigen tandenborstel en er niet eentje delen’.

Is het te verwachten dat er een standaard zal komen? In de verre toekomst misschien, maar voorlopig niet. Voorlopig blijven we wel zitten met apparaten die alleen maar communiceren met zichzelf.

Hackathons

Helaas zit Nederland niet in het rijtje waar Intel-hackathons worden georganiseerd. Als het wel zo zou zijn, en je bent een developer of entrepreneur die dit leuk vindt, schrijf je in! Het gaat waarschijnlijk te ver om er helemaal naar een ander land voor te reizen.

Bij hackathons krijgen de 100 eerste geregistreerden de Edison Arduino-kit. Daar zit een Edison board in, een Arduino expansion board, en een sensor kit. Daarnaast, en dat is misschien nog wel veel interessanter, krijg je tijdens de hackathon een training over de technologie en het gebruik van de DevKit. Het eten en de freebies zijn dan de kers op de taart. Je kunt in teams werken of alleen aan een Internet of Things-idee. Veelal zijn de aanwezigen ‘makers’ en entrepreneurs / start-ups.

Waarom?

Waarom doet Intel dit? Intel maakt over het algemeen zelf geen eindproducten. Ze zijn dus afhankelijk van andere bedrijven om te laten zien wat je kunt doen met de technologie. Een evenement als ‘Make It Wearable’ of de hackathons zijn dus bedoeld als showcase. Daarnaast helpt het ook nieuwe producten op de markt te laten komen.

Intel ziet ook wel dat er steeds meer apparaten komen die de ‘dingen kunnen meten’, van de kleinste sensor tot tablets. Om alles in het datacenter op te slaan, heeft Intel ook nog wel wat producten (Xeon Servers) en als laatste de analyse van de ‘big data’ die al die sensoren opleveren.

Kortom, Intel ziet voldoende reden om een grote inzet te doen op kleine chips (en alles wat daar verder bij komt kijken)!

Foto intro met dank aan Fotolia.