Leve de vierde industriële (internet)revolutie!
We staan aan de vooravond van een nieuwe Industriële Revolutie. De één noemt het de derde, voor anderen is het al de vierde en misschien zijn het er wel vier tegelijk. Duidelijk is dat er een hoop staat te veranderen voor organisaties en burgers: machtsverhoudingen verschuiven, nieuwe producten en diensten maken hun opwachting.
De belofte van deze revoluties is een gezondere wereld met meer welvaart, gemeenschappen die lokaal hun eigen producten en energie maken. Maar dat is zeker geen vanzelfsprekendheid.
De automatiseringsrevolutie
Allereerst is er de visie van intelligente geautomatiseerde productie, gepresenteerd door bedrijven als General Electric en Siemens en diverse overheden. Na de stoommachine, elektriciteit, computers en telecomnetwerken is het nu aan intelligente machines en geavanceerde analysetechnieken om productieprocessen nog beter te maken.
De Amerikanen noemen het the industrial internet, de Duitsers spreken van Industrie 4.0 en cyber physical systems. Alles in de fabriek, van productierobots tot transportbanden en productonderdelen, communiceert met elkaar. Zo worden producten slim en efficiënt door de fabriek geleid. Storingen worden zoveel mogelijk zelf opgelost en anders wordt er een alternatieve route bedacht. Het werk wordt slim en flexibel verdeeld tussen de apparaten en de enkele productiemedewerkers die nog nodig zijn. De zelforganiserende fabriek is een feit.
De evangelisten van deze nieuwe industriële revolutie denken niet alleen aan productiefabrieken voor bijvoorbeeld auto’s, maar ook ziekenhuizen, olie en gaswinning: alle processen die draaien om productie en logistiek. Een ziekenhuisbed en een pakketje van Bol.com hebben meer overeenkomsten dan je zou verwachten.
De makersrevolutie
Ondertussen maakt nog een andere revolutie haar opwachting: die van de ‘Makersbeweging’. Ontwikkelingen op het gebied van 3D-scannen, ontwerpen en printen en andere handige doehetzelf-gereedschappen maken iedere consument tot een ‘prosument’ en veranderen passieve burgers in ontwerpers, producenten en aanbieders van hun eigen producten. Dankzij de internet en sociale media kunnen deze producten wereldwijd verspreid en verkocht worden. Zelfs de financiering hoeft dankzij crowdfunding geen belemmering te zijn.
Producten kunnen nog meer individueel op maat gemaakt worden, productie kan kleinschaliger worden en dichterbij de consumenten plaatsvinden. Het gehele productieproces kan worden herontworpen: van product-idee, productontwikkeling, prototype maken, financiering, productie, distributie en logistiek tot marketing.
We mogen rekenen op een impact zoals de internetrevolutie die heeft gehad, met talloze nieuwe innovatieve bedrijven die nieuwe verdienmodellen ontwikkelen en delen van het productie- en distributieproces op een nieuwe manier organiseren. Bedrijven die gebruikmaken van de wisdom of crowds en inspelen op de sharing economy in navolging van Google, Facebook, Marktplaats, Uber en AirBnB.
De groene revolutie
De ontwikkeling van smart cities en energy grids zorgt voor een verdere revolutie, in combinatie met hernieuwbare en groenere energiebronnen. Met geavanceerde planningssystemen en data-analyses willen bedrijven als IBM en Siemens onze steden energiezuiniger maken door logistieke processen en de energiehuishouding (verbruik, CO2-uitstoot etc.) beter te managen. Dat alles onder de noemer van ‘Smarter Planet’ en ‘Sustainable Cities’.
Tegelijkertijd worden burgers deels ook energieproducent dankzij zonnepanelen, kleine windturbines, snelgroeiende planten en energieproducerende algen. De elektrische auto met zonnepanelen op het dak wordt een rijdende energiebron die dankzij het intelligente energienetwerk zijn ‘overtollige’ energie op de juiste plaats en tijd kan afleveren. Talloze nieuwe diensten en slimme energieoplossingen worden mogelijk en nieuwe energiemarkten waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten, dankzij het energie-internet.
De circulaire revolutie
In de filosofie van de circulaire economie worden kringlopen van grondstoffen en afvalstoffen weer gesloten. Producten of onderdelen ervan worden hergebruikt. Bij het ontwerp van producten en diensten wordt daar al vanuit gegaan, bijvoorbeeld doordat onderdelen gemakkelijk te scheiden zijn en te hergebruiken. Producten mogen ook langer houdbaar zijn of van materiaal dat in eerste instantie duurder is.
Er worden nieuwe verdienmodellen ontwikkeld. Producten kunnen als dienst worden aangeboden waarbij je betaalt voor het gebruik of de toegang, in plaats van bezit, zoals Spotify voor muziek. Zo bestudeert Miele de mogelijkheid om gratis wasmachines te leveren en te laten betalen per wasbeurt. Philips experimenteert met het betalen voor de hoeveelheid verlicht kantoorpand.
De circulaire filosofie kan rekenen op steeds meer aandacht. Zo stond het onderwerp eind januari tijdens het World Economic Forum, hoog op de agenda. Ook steeds meer bedrijven, zoals Philips, zien in dat innovatie een proces van cocreatie en co-ownership is met alle relevante stakeholders, niet allen technologische maar ook maatschappelijke, zoals burgers en overheden.
Meer welvaart en groei
Of het nu de derde of vierde revolutie is, het is duidelijk dat deze ontwikkelingen op dit moment gelijktijdig plaatsvinden en dat ze de structuur van onze samenleving de komende decennia ingrijpend gaan veranderen.
Economen en techneuten beloven ons ‘hyperproductiviteit’ en een terugkeer van de maakindustrie naar het Westen, omdat arbeidskosten en grote productieaantallen minder belangrijk worden. Geen wonder dus dat overheden deze ontwikkelingen met open armen verwelkomen. Zowel de Verenigde Staten als de Europese Commissie hebben home-shoring en re-industrialisation als een speerpuntvoor het industriebeleid gekozen voor de komende jaren.
De revoluties beloven ook dat we minder grondstoffen verbruiken, die deels zelf produceren en hergebruiken. Het ideaalbeeld is een volledige zelfvoorziening van lokale gemeenschappen in hun eigen grondstoffen. Niet langer afhankelijk van bijvoorbeeld Afrikaanse landen voor de zeldzame metalen in onze smartphones en aardgas uit Rusland.
Technologie vernietigt banen
Toch zijn deze beloften van banengroei en welvaart niet zomaar terecht. De afgelopen decennia liep de productie van computerchips, vrijwel volledig geautomatiseerd, in Europa terug ten opzichte van die in Azië. De logica van internationale markten en de concentratie van productie speelt daarbij zeker een rol met Azië als winnaar. Chinese productie kan net zo goed profiteren van de technologische ontwikkelingen.
En als de industrie terugkeert dan is het de vraag of dat veel banen zal opleveren. De fabrieken van de toekomst vragen in ieder geval minder mankracht, omdat ze meer zelf kunnen. Productiviteit en werkgelegenheid, de klassieke economische graadmeters voor groei en welvaart, raken steeds meer ontkoppeld. In diverse publicaties wordt dan ook gewaarschuwd voor een nieuwe golf van werkeloosheid die niet alleen de lagere arbeidersklasse zal raken maar vooral de middenklasse. Anderen geven aan dat het zo’n vaart niet zal lopen, en dat de vorige revoluties uiteindelijk hebben geleid tot meer werkgelegenheid en welvaart, zij het op andere terreinen.
Het licht gaat uit
De ontwikkeling van duurzame energiebronnen is eveneens een taai en weerbarstig proces vol nieuwe uitdagingen. De meeste van de huidige groene energiebronnen leggen een groot beslag op onze leefruimte: uitgaande van onze huidige energieconsumptie hebben we vele malen het huidige oppervlak nodig aan zonnepanelen en windmolens. De volgende uitdaging is de stabiliteit van het energienetwerk en de leveringszekerheid.
Doorbraken in energieopslag, betere batterijen, zullen nodig zijn. Een ander vraag is hoe de energieprijs zich zal ontwikkelen: als we allemaal tegelijk veel produceren kan de prijs snel dalen, maar wat als we de energie het hardst nodig hebben, in de winter als het te hard waait voor de windmolens, de algen het te koud hebben en de zonnepanelen te weinig licht opvangen?
Alles bij elkaar gaan we spannende tijden tegemoet met veel ontwikkelingen die – het kan bijna niet anders – een revolutie zullen gaan veroorzaken.
Foto intro met dank aan Fotolia