Een goed gesprek
Vorige week woensdag was ik erbij, in Paradiso. Het openingsfeestje van de nieuwe omroep Het Gesprek. Diezelfde ochtend had ik een mail gestuurd met de vraag of ik welkom was. Ik kreeg binnen een paar minuten keurig antwoord. Natuurlijk was ik welkom. Typisch Het Gesprek. Aandacht, luisteren, antwoord geven. Later zou ik begrijpen waarom ik welkom was. Iedereen was welkom.
Als het kan, kijk ik naar Zomergasten. Ook al gebeurt het lang niet altijd, maar het komt voor dat de avond je kluistert. Dat de interviewers of geïnterviewden hun omgeving en de camera vergeten en zich laten verslinden door gesprek en gedachten.
Als het kan, luister ik naar het marathoninterview. Niet op vrijdagochtend, dat lukt me nooit. Ik pak de podcast, zet die op mijn iPod, en verheug me op een komende lange reis. Twee marathoninterviews en je bent in Berlijn.
Als het mee zit, wordt er denkend geformuleerd en blijven de standaard lappen stopverftekst liggen op de plank van de clichés. Een marathoninterview kan zelfs de reden zijn om op reis te gaan.
Diogenes, het Gat van Nederland, Michiel van Erp met zijn documentaires, dat soort programma’s.
Daarom ook was ik benieuwd naar de plannen van ; TV Oase zou er komen, samen met PCM. Maar dat was in de tijd dat PCM andere zaken aan zijn hoofd had en weliswaar prioriteiten stelde maar de verkeerde.
Maar ook: ik volg Twitter met grote nieuwsgierigheid, ben er zelf heen. Ik ben op zoek naar het grote voordeel, dat moet toch ergens zijn. Al die mensen die twitteren kunnen toch geen ongelijk hebben?
Mails? Zal nooit meer dan het strikt noodzakelijke antwoorden. Zelden een goed gesprek. Hoeft ook niet. Als het gesprek er moet komen, ga naar de kroeg. De bandbreedte van een heuse ontmoeting is nog nooit overtroffen.
De moraal: het voordeel van een kort flits-gesprek bestaat bij de gratie van de lange ontmoeting. En het voordeel van een lang gesprek bestaat bij de gratie van een korte ping pong dialoog.
Ze zijn allebei nodig. Zij die alleen maar Twitteren verdampen in vluchtigheid.
En zij die alleen maar een goed gesprek voeren hebben te weinig tijd en ankers met hun omgeving.
Daarom was ik zo benieuwd naar Het Gesprek. Als een stille liefde. Dus deed ik die avond mijn mooiste pak aan en ging op bezoek bij mijn lief, met mijn opschrijfboekje en een potlood. Ik zou haar van alles vragen, wilde alles van haar weten. Paradiso staat in de steigers, dus ik fietste er aanvankelijk langs. Ik had het huis van mijn lief niet herkend.
Ik ging naar binnen. Twee hele grote Paradiso-portiers. Ze vroegen niets, keken naar mijn mooiste pak en dat was voldoende om door te gaan.
De vloer op. Ik was niet de enige op bezoek bij mijn lief. Er waren er honderden, en laat ik zeggen dat het mij voorkwam dat ze lang niet allemaal kwamen voor Het Gesprek. Van een uur. Met stiltes. Dit was allemaal het snelle werk. Zien en gezien worden. Alles goed? Privé? En thuis? Ik ook, druk, bezig, kan het werk niet aan.
Beelden op het grote scherm. Frits interviewt Matthijs, Paul lacht ook, Jeroen kijkt ondeugend. Het hele zwikkie zit er weer. Frits heeft het over ‘mijn opvolgers Jeroen en Paul’. Ik had die dag ook gehoord dat president Poetin zichzelf tot premier gaat benoemen.
Iedereen komt op mijn lief af, blijkt nu. Ook al die types die haar de afgelopen jaren tot op het bot beledigd hebben door haar de mond te snoeren, het licht niet te gunnen. De cultiveerders van het korte gesprek die deemoedig bogen voor de gesel van het zelfbedachte format en het reclameblok. Een uitzending van een uur, wat interviewers en een sidekick, en vier gasten, een vaste rubriek en nog wat reclamefilmpjes. Daar komt van alles uit, maar niet een goed gesprek.
‘De wereld draait door’ heeft zijn naam te danken aan een groot en vooropgezet plan, bedenk ik me nu. Inmiddels is de wereld wel doorgedraaid en nu gaan de doordraaiers zelf er iets aan doen. In beurstermen hebben we het dan over de marktmakers. Shell als de beste vriend van Greenpeace.
‘Er mogen best stiltes vallen in een gesprek, daar kan ik zo van genieten’, zou Frits de volgende dag zeggen, toen hij ergens gast-van-een-minuut was. Decennia lang had hij de kans om een stilte te laten vallen, nooit deed hij het. Nu is hij opeens de woordvoerder van mijn lief.
Mijn lief is in gezelschap van de verkeerde vrienden. Ze koos hen niet, ze hebben haar gemaakt. Heb ik me toch in het huis vergist.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.