Living Labs: hoop of hype?

0

Steeds vaker kom je in beleidsstukken, in jaarverslagen en op conferenties de term “Living Lab” tegen als het over product- en diensteninnovatie gaat. Klinkt goed, maar wat betekent het en waarom zijn Living Labs voor ons relevant?

Living Labs zijn test- en ontwikkelomgevingen buiten het ontwikkellab, in een realistische context, vaak in een begrensd gebied als een stad of een wijk. Het gaat om samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheden en gebruikers die nieuwe producten, diensten en businessmodellen ontwikkelen in een realistische context. Denk aan geavanceerde mobiele telefoons die op locatie worden getest door jongerenwerkers, maar ook aan nieuwe zorgconcepten waarbij ouderen via glasvezel contact hebben met het ziekenhuis en hun dierbaren. Vaak gaat het om complexe producten en diensten, experimenteel van karakter, waarbij individuele behoeften moeten worden vervuld. Nieuw is het niet: denk bijvoorbeeld aan Kenniswijk in Eindhoven; een visionair project uit 2000 dat een zachte dood schijnt te zijn gestorven.

Action Space for Living Labs

Enerzijds zijn Living Labs testbeds voor het in een realistische setting testen van nieuwe producten en diensten, anderzijds zijn het hands-on ontwikkelplatforms. Belangrijke eigenschappen zijn:

  • betrekken van gebruikers vroeg in het ontwikkelproces waardoor dieperliggende behoeften en nieuwe use-cases worden ontdekt;
  • dichten van de kloof tussen technologieontwikkeling en het introduceren van nieuwe diensten en producten door deelname van alle belanghebbenden: bedrijven, overheden, kennisinstellingen en burgers;
  • vroegtijdig begrijpen van de sociale en economische gevolgen van de introductie van nieuwe diensten en businessmodellen zodat, waar nodig, kan worden bijgestuurd.

Voordelen

Living Labs for User Driven Open Innovation De voordelen van Living Labs zijn volgens een blinkende EU folder legio:

  • gebruikers krijgen invloed op het ontwikkelen van de diensten en producten waar ze zelf gebruik van maken. Die sluiten daardoor beter aan bij hun behoeften en mogelijkheden waardoor de kwaliteit van leven verbetert (denk aan ouderen in een verzorgingstehuis).
  • bedrijven krijgen de mogelijkheid om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen die aansluiten bij de behoeften van de markt; de tijd tussen idee en introductie wordt bekort; door samenwerking met anderen wordt innoveren efficiënter.
  • kennisinstellingen kunnen hun onderzoekskwaliteiten inzetten om tot innovaties te komen en de effecten daarvan te meten; kennis blijft minder vaak op de plank liggen; ideeën worden in de praktijk getoetst.
  • overheden zijn op zoek naar nieuwe samenwerkingsverbanden om publieke diensten (zorg, kinderopvang, onderwijs) efficiënter uit te voeren dan ze zelf kunnen.

Die voordelen zijn alleen te behalen als de verschillende partijen op elkaar zijn afgestemd en bereid zijn op gelijkwaardige basis met elkaar een proces in te gaan. Aandachtspunten zijn het omgaan met intellectuele eigendomsrechten, het toe- en verrekenen van winsten, verliezen, investeringsen en aanloopkosten en het definiëren en bewaken van verantwoordelijkheden. Voor je het weet is niemand aanspreekbaar en dan zijn de voordelen snel verdwenen.

Kwaliteit

Een complexe dienst of product heeft te maken met verschillende perspectieven van kwaliteit. Doordat stakeholders verschillende belangen kennen wordt gezamenlijk innoveren vaak een moeizaam verhaal. Neem als (hypothetisch) voorbeeld het ontwikkelen van een nieuw bestelsysteem voor thuisbezorgde maaltijden voor bejaarden:

  • gebruikers willen een lekkere maaltijd en zoveel mogelijk keuzevrijheid;
  • bedrijven streven naar efficiëntie en willen juist zoveel mogelijk standaard producten;
  • zorgverleners willen tijd besparen en maaltijden die voldoen aan de eisen voor gezonde voeding;
  • politici willen tevreden kiezers, dus geen ontevreden berichten in de krant;
  • technici willen een systeem dat 100% werkt en zo goed mogelijk aansluit bij de (on)mogelijkheden van de gebruikers.
Afbeelding met dank aan Copenhagen Living Lab

Perspectieven op kwaliteit. Schema met dank aan Copenhagen Living Lab

Traditionele ontwikkeling ,die uitgaat van de belangen van één of twee van de belangrijke spelers, gaat hier vaak mis. De verschillende perspectieven vereisen een specifieke aanpak: ontwerpgericht, user-driven en iteratief.

Open Innovatie & Co-Creatie

Living Labs omarmen daarom Open Innovatie, een term van Henry Chesbrough, directeur van het Center for Open Innovation van Berkeley University.

The central idea behind open innovation is that in a world of widely distributed knowledge, companies cannot afford to rely entirely on their own research, but should instead buy or license processes or inventions from other companies. In addition, internal inventions not being used in a firm’s business should be taken outside the company. – Wikipedia

Open Innovation

Door samen te werken ontstaan nieuwe innovaties en worden bestaande uitvindingen beter benut. Living Labs zetten daarnaast in op co-creatie waarbij de rol van de gebruikers essentieel is voor het eindresultaat. Een voorbeeld is Waag Society’s N=2 methode, waarbij een select aantal individuen uit de doelgroep een beslissende rol krijgt in alle stappen van het ontwikkelproces. Co-creatie verschilt daarmee van andere manieren om gebruikers te betrekken zoals Lead User Innovation en het werken op basis van (etnografisch) onderzoek. Door gebruikers medeontwerpers te maken sluiten resultaten beter aan bij werkelijke behoeften en is het draagvlak voor de oplossing groter.

Etnografisch onderzoek in Denemarken. Met dank aan Copenhagen Living Lab.

Etnografisch onderzoek in Denemarken. Met dank aan Copenhagen Living Lab.

Er loopt een aantal EU-brede onderzoeksprojecten om tools te ontwikkelen voor de verschillende labs. Die leveren straks checklists, methoden, applicaties en taxonomiën op waarmee samenwerkingsverbanden hun voordeel kunnen doen. Voorbeelden zijn Corelabs (methoden en technieken voor co-creatie), OpenFutures (optimale condities voor idee- en conceptontwikkeling) en Clock (innovatieve werkomgevingen).

EU Research projects

Thema’s

Living Labs hebben pas zin als er complexe vraagstellingen in het spel zijn. In de al genoemde publicatie van de EU worden de volgende thema’s als voorbeelden genoemd:

Zorg

Het verlenen van levensloopbestendige zorg, zowel fysiek als psychisch. Het gaat hier over professionele en niet-professionele zorg en verzorging, preventie, universele toegankelijkheid van diensten en het versterken zelfredzaamheid. Typisch een veld waar veel partijen met elkaar moeten samenwerken om een zeer grote en divers samengestelde groep mensen te bedienen – en innovatie moeilijk op gang komt.

Ontwikkelingshulp

Een aantal ontwikkelingslanden maakt sterke veranderingen door. Snelle bevolkingsgroei, de trek van het platteland naar de stad en een bijzonder groot aantal jongeren zorgen ervoor dat producten en diensten die in het Westen werken niet zomaar kunnen worden overgezet, terwijl de problemen daar vaak groot zijn. Een andere, open aanpak is geboden.

Democratie en participatie

Politieke partijen worden steeds marginaler en de opgaven steeds complexer. Technologie voor en nieuwe methoden van participatie kunnen een rol spelen bij dit democratisch tekort. Ze stellen mensen in staat om een oordeel te vormen, hun visie te geven en mee te besturen.

Duurzaamheid

Er is een groot aantal technologieën op de markt om energie te besparen en te delen en feedback te geven op energiegebruik. Grootschalige invoering blijft achter, mede omdat onduidelijk is hoe alles met elkaar geïntegreerd kan worden. Living Labs kunnen een kritische massa van gebruikers op de been brengen die de nieuwe mogelijkheden kan toepassen.

Voorbeelden

 

Er zijn inmiddels wereldwijd veel regionale en thematische samenwerkingsverbanden die zich Living Lab noem. Eenduidige criteria ontbreken nog, evenals een duidelijke indeling in verschillende soorten en “kwaliteiten”. Sommige Living Labs zijn gestoeld op echte vragen en gedeelde interesses van de deelnemende partijen; andere zijn bestaande samenwerkingsverbanden die de term gebruiken omdat-ie nou eenmaal in de mode is. Het is moeilijk het kaf van het koren te scheiden en professionalisering is wenselijk.

Website van het European Network of Living Labs

Het European Network of Living Labs heeft inmiddels meer dan 250 leden. Ik noem er een paar:

En nu?

Het is nog te vroeg om het praktische nut van de verschillende Living Labs te zien. Ze worden omringd met mooie innovatieretoriek maar het is moeilijk om meer dan een handvol successen aan te wijzen. Tegelijkertijd is duidelijk dat de huidige manier van innoveren zowel in de publieke als in de private sector zijn grenzen kent: vergrijzing, lerarentekort, kinderopvang, mobiliteit en de kredietcrisis vragen om een andere aanpak. Duurzame innovatie van producten en diensten moet op gelijkwaardige samenwerking worden gestoeld en met name de rol van de gebruikers wordt nogal eens onderschat. Wanneer de Livings Labs erin slagen om op wezenlijke tereinen echte vernieuwingen tot stand te brengen zijn ze wat mij betreft geslaagd. Tips van harte welkom; wordt vervolgd.