Google Glasses & de ongemakkelijke toekomst van internet
Eén van de coolste congressen in Nederland is voor mij al jarenlang The Next Web. Internet, startups, mobiel, maar ook een bijna-koning of koe op het toneel. Het kan allemaal én het is ook nog eens superinspirerend. Gisteren was de aftrap van de 2013-versie van het event en in dit artikel lees je wat je er absoluut over moet weten.
Een koninklijke opening, maar nog geen Willem 4.0
The Next Web begint direct op niveau. Kroonprins Willem Alexander opent het event en wordt meteen kritisch aan de tand gevoeld door gastheer Boris Veldhuijzen van Zanten waarom hij niet op sociale media aanwezig is, want “als het voor de paus en Obama geschikt is…” Hopelijk heeft The Next Web onze toekomstige koning de inspiratie gegeven om een echte Willem 4.0 te worden. Willem Alexander bedankt de organisatie van The Next Web in ieder geval, want Nederland wil een kenniseconomie zijn en events zoals deze hebben daarin een belangrijke bijdrage.
Google weet alles van ons, maar blijft zelf gesloten
De eerste keynote is van Andrew Blum, die vertelt over de integratie van het virtuele internet in onze fysieke wereld. Onderwaterkaarten van internetkabels laten zien dat ook in de virtuele wereld oude fysieke knooppunten als New York en Singapore nog steeds cruciaal zijn in de virtuele wereld. Hij vindt het daarbij opvallend dat het bedrijf dat het meeste van ons weet (Google), zelf ze geheimzinnig doet en bijvoorbeeld haar datacentra onzichtbaar maakt op Google Maps.
Een app bouwen met de eenvoud van LEGO
Siebrand Dijkstra van AppMachine vertelt hoe het ontwikkelen van apps te vergelijken is met LEGO: je kunt er van alles van maken. Zijn tool helpt je om heel snel en eenvoudig een mooie app te maken van functionaliteiten die er online al zijn, bijvoorbeeld op je bedrijfssite, YouTube of sociale media. Een app voor een event als The Next Web kan zo supersnel en goedkoop worden gemaakt, met kleuren, achtergronden en foto’s die je zelf kunt instellen. Een nerd worden was nog nooit zo eenvoudig!
Innovatie komt niet van grote instituten
Leonard Brody van Clarity Digital vertelt over het herschrijven van onze toekomst. Hij claimt dat ons menselijk gedrag in de afgelopen 20 jaren meer is veranderd op welk ander moment ook in onze geschiedenis.
Brody ziet dat grote instituties graag bij willen blijven, maar niet in staat zijn om zelf de benodigde innovaties te ontwikkelen. Wat wel werkt is het Hollywood-model: kleine partijen de innovaties laten ontwikkelen en die opkopen of gebruiken binnen grote organisaties. Brody ziet dat wij op dit moment onze geschiedenis herschrijven. Maar dit gebeurt niet gecoördineerd door grote instituten, maar door 23-jarigen die zich niet houden aan overheidsregels maar zich gedragen als een alpha-aap en doen waar ze zelf zin in hebben.
De sociale structuren maken onze toekomst
Marina Gorbis van het Institute of the future ziet een einde aan de institutionele productie door grote organisaties. In plaats daarvan ziet zij social structured production ontstaan, door decentrale groepen mensen die online samenwerken via partijen als oDesk of eLance om werk te verdelen. Ook in het leren ziet ze een rol voor sociale structuren: waarom zouden universiteiten nog opleiden voor banen die straks niet meer bestaan, terwijl kinderen leren op straat, via apps of van elkaar?
Een andere interessante trend die ze aanstipt is micro-participatie, waarbij burgers worden opgeroepen om mee te doen zaken die vroeger van de overheid waren. Ze memoreert een brandweercentrale in de buurt van haar huis, die mensen met een eerste hulp-opleiding toegang tot een app geeft, waarmee zij kunnen worden opgeroepen om noodhulp te verlenen. Het leidde niet alleen tot veel meer capaciteit bij noodhulp, maar ook tot een grote piek in mensen die hun EHBO-diploma wilden halen. De belangrijkste les van Gorbis is dat onze maatschappij fundamenteel anders wordt op alle niveau’s, van de stad tot aan de wereld. We zijn daarbij geen passieve toeschouwers, maar bouwen zelf actief aan onze toekomst.
Hoe YouTube geen succes had met dating
Kevin Hartz vertelt over zijn evaringen als invsteerder met partijen als PayPal, Pinterest, AirBnb, Yammer en YouTube. Hij vertelt dat PayPal ooit is ontwikkeld als een beveiligingssysteem rond de Palm Pilot en dat er daarna ook een betaalfunctie werd ontwikkeld die via infrarood poorten werkte met e-mailadressen. De dienst brak niet echt door, totdat verkopers op eBay de dienst ontdekten en gingen gebruiken voor hun betalingen. Daar was PayPal echter niet voor bedoeld! De eigenaren leidden verhitte discussies en overwogen zelfs de dienst uit de lucht te halen. Gelukkig werd anders besloten, waarna PayPal een enorme vlucht nam.
Eenzelfde les heeft hij over YouTube, dat ooit ontwikkeld werd als dienst voor datingvideo’s. Ook hier gingen gebruikers heel anders met de dienst om dan bedoeld. Een les van Hartz is dan ook: staar je niet blind op je eigen doelen of de techniek, maar kijk waar je klanten je dienst voor gebruiken en ga daar verder op ontwikkelen.
Hoe ninja’s helpen om te innoveren
Gary Shapiro, auteur van ‘Ninja innovation’ vertelt dat overheden naast bezuinigen of belastingen verhogen nog een strategie kunnen kiezen: economische groei door innovatie. Daarbij pleit hij voor Ninja-innovatie: slim en flexibel, met kleine doelgerichte teams die snel reageren en altijd outside-the-box denken. Voor innovatie is het immers belangrijk om te werken met mensen die niet teveel overleggen of analyseren, maar die problemen oplossen. Daarbij is het belangrijk om niet alleen naar de huidige status quo te kijken, maar oog te hebben voor toekomstige ontwikkelingen. Hij houdt de zaal voor dat we niet bang hoeven te zijn voor grote bedrijven: “zij zijn alleen goed in het verdienen van geld met één ding, maar zijn heel slecht in innovaties”. Ook hij sluit zijn presentatie af met de constatering dat we nu met z’n allen bouwen aan onze toekomst, een thema dat gedurende The Next Web de hele dag terugkeert.
Google glasses en de grote internetrevolutie van de komende jaren
De grote spraakmaker op The Next Web is dit jaar Robert Scoble, die met échte Google Glasses rondloopt. Hij wordt continu omringd door publiek dat allemaal de bril éven wil proberen en is de held van de nerds op The Next Web. In een discussie met Andrew Keen vertelt hij over de nieuwe gadget. De bril blijkt veel meer dan een bril. Je kunt er niet alleen doorheen kijken terwijl je informatie in beeld krijgt, maar kunt bijvoorbeeld ook video’s en foto’s maken, je mail lezen of telefoontjes beantwoorden. Pikant detail daarbij is dat omstanders niet meer merken of je filmt of niet, wat direct een discussie over privacy oproept. Hoe ontspannen sta jij nog te plassen in een openbare toiletruimte als je buurman Google Glasses draagt?
Scoble zegt daarbij dat Google Glasses nog maar het begin zijn. Hij toont de Momoto, een piepklein apparaatje dat hij op z’n overhem heeft geklemd en dat elke 30 seconden een foto maakt. Ook dat gebeurt onzichtbaar en ongemerkt. Maar nog verder gaat de zonnebril die jongens in Sillicon Valley nu ontwikkelen, die ook continu kan filmen.
Scoble verspreekt zich als hij vertelt dat Apple ook werkt aan de ontwikkeling van een soortgelijke bril. Dan worden er direct vragen gesteld bij de kansen van Apple op deze markt. Scoble merkt nu al dat de Google Glasses veel meerwaarde hebben, omdat Google over zijn complete zoekgeschiedenis beschikt en dus veel gepersonaliseerde informatie kan laten zien. Iets wat concurrenten als Apple niet zo eenvoudig kunnen.
Microchips in medicijnen & technische tattoos
Andrew Keen heeft in de discussie een kritische rol. Hij vindt het griezelig dat het internet steeds meer richting z’n brein schuift, zoals via de bril. Scoble ziet dat het al veel verder gaat. Hij memoreert fabrikanten van medicijnen die nu al kleine microchips in hun pillen stoppen, om te meten of je je pillen wel neemt of te scannen hoe een pil door het menselijk lichaam reist. Ook ziet hij een toekomst met tattoos of implantaten die allerlei dingen in je lichaam meten en doorgeven aan externe devices.
Duidelijk wordt dat het internet zoals wij dat kennen van onze schermen binnenkort verleden tijd zal zijn. Dan zit internet niet alleen in onze bril, maar ook in onze kleren, medicijnen, implantaten en misschien wel ons brein. Daarmee heeft The Next Web zijn naam in elk geval dit jaar weer waargemaakt. Het bood een fascinerend inkijkje in het internet van de nabije toekomst. Een toekomst die weer radicaal anders zal zijn. Een toekomst die we met z’n allen bouwen, maar waarvan we tegelijkertijd geen idee hebben waar die naar toe zal gaan. Ik weet één ding zeker: ik kijk nu al uit naar de editie van The Next Web 2014.