Samenwerkende consumenten kunnen KPN en Vodafone overbodig maken
Orkaan Sandy, die vorige week over de Amerikaanse Oostkust heen raasde, heeft daar in grote delen het mobiele internet lamgelegd. Met man en macht wordt gewerkt aan het opbouwen van die netwerken. Enkele providers zoals Comcast hebben hun WiFi-netwerk, dat normaliter alleen voor klanten beschikbaar is, opengesteld voor alle burgers.Iedereen kijkt nu naar grote mobiele operators om het mobiele internet weer te herstellen, maar eigenlijk zouden we deze partijen daarvoor niet nodig hebben als iedereen bereid zou zijn om een klein beetje te delen. Hoe gaat dat in zijn werk?
Virtuele mobiele internetprovider
De meeste smartphones beschikken al langer over de mogelijkheid om zelf een ‘personal hotspot’ te worden, dit wordt ook wel ‘tethering’ genoemd: ze worden daarmee een zender en ontvanger. Zo kan elke smartphone verbinding leggen met meerdere andere apparaten, bijvoorbeeld een laptop, een tablet, een printer, een fotocamera of een andere smartphone, en daar zijn internetverbinding mee delen. Elk apparaat dat over een draadloos internet-mogelijkheid beschikt bijvoorbeeld WiFi of Bluetooth, kan via een smartphone met internet worden verbonden.
Met deze technologie wordt elke smartphone een internetknooppunt en kunnen apparaten naar elkaar doorverbinden en zo allemaal met elkaar verbonden zijn én met het internet. Niet alle apparaten hoeven daarvoor zelf rechtstreeks een internetverbinding te hebben. Als meerdere smartphones zich zo met elkaar zouden verbinden kunnen ze samen, als een zwerm, één groot mobiel datanetwerk vormen dat in beginsel gratis is.
In de praktijk zijn er nog wel wat technische en praktische uitdagingen voor hiermee een concurrerend netwerk ontstaat. Ook zitten er beperkingen aan deze toepassing. De beschikbare capaciteit van het netwerk wordt lager in gebieden met weinig smartphones (lees: mensen) en als de afstand tussen de individuele telefoons te groot wordt valt het netwerk uit. Het zal daarom vooral in stedelijke gebieden goed werken.
Maar de technologie is er en deze is voor al vergevorderd. Bijvoorbeeld militairen in oorlogsgebieden gebruiken de technologie om een ‘ad hoc’-netwerk op te zetten in gebieden waar geen netwerken beschikbaar zijn. De ‘zwerm’ militairen vormt dan samen een mobiel netwerk: elke telefoon lust het signaal door naar andere telefoons.
In onderzoekslaboratoria wordt gewerkt aan hele kleine mobiele sensoren, die niet groter zijn dan een zandkorrel. Een handvol van deze sensoren zou je als een stofwolk kunnen laten uitwaaien over een gebied om daar metingen te verrichten, bijvoorbeeld aan de luchtkwaliteit. Deze ‘smart dust’ zou ook een ideaal spionagemiddel zijn. De Amerikaanse defensie volgt de ontwikkelingen met interesse.
KPN en Vodafone buitenspel?
Deze technologie lijkt sterk op die van peer-to-peer software zoals KaZaa en Bittorrent. Iedere gebruiker deelt automatisch een stukjes van zijn computerbestanden met anderen. Hij is een downloader en uploader, oftewel ontvanger en zender. Daardoor ontstaat een distributienetwerk met een grote bandbreedte zonder centrale regie. De muziek- en entertainmentindustrie die gewend waren controle te hebben over de distributiemiddelen, werden buiten spel gezet. Zo’n impact kan de ‘personal hotspot’-functie op smartphones ook hebben. Staan KPN, Vodafone en T-Mobile buiten spel?
Aanbieders van mobiel internet waren in eerste instantie niet blij met de ‘hotspot’-functie op smartphones: immers via het mobiele internetabonnement van de smartphone kon ook op de laptop gesurft worden.
Inmiddels (sinds april dit jaar) staan de grootste aanbieders allemaal tethering toe. Simpelweg omdat veel klanten er om vroegen. Bovendien zijn de marktomstandigheden veranderd. Het gebruik van mobiel internet is explosief gegroeid, dankzij smartphones en tablets. Om de groei bij te houden zijn forse investeringen nodig in een stabiel netwerk.
Nieuwe strategieën
Dat heeft mobiele aanbieders creatief gemaakt. Het is voor aanbieders van mobiel internet interessant geworden in te zetten op een combinatie van eigen netwerk en lokale hotspots die door anderen worden geïnstalleerd en beheerd: een stukje crowdsourcing van het netwerk (er wordt ook wel van ‘offloading’ gesproken: de belasting van het 3G netwerk verlagen via WiFi).
Zo vinden de bestaande mobiele operators zoals KPN, Vodafone en T-Mobile het tegenwoordig prima dat klanten gebruik maken van publieke WiFi-hotspots, zoals in horeca-gelegenheden, hotels en de trein. Publieke hotspots zijn bovendien in opkomst omdat ze voor steden ideale ‘city martketing’ zijn. Enkele jaren geleden werden WiFi-hotspots nog als een bedreiging gezien voor aanbieders van mobiel internet (via UMTS).
Voor nieuwkomers op de mobiele internetmarkt is de hotspotfunctie een mogelijkheid om snel dekking te krijgen in gebieden zonder grootschalige infrastructuur te hoeven aanleggen. Zo is Ziggo van plan om landelijk haar internetmodems met WiFi in te gaan zetten als hotspots waarmee andere gebruikers ook buitenshuis kunnen surfen op het netwerk van de buren. Ieder model deelt standaard een klein stukje bandbreedte (een afgeschermd en beveiligd stuk) met het publiek, in dit geval de andere klanten van Ziggo. Ziggo krijgt zo ineens een mobiel internetinfrastructuur. Bovendien scheelt het in energiekosten en het aanleggen van nieuwe masten die vaak maatschappelijk protest opleveren.
T-Mobile hanteerde in Duitsland een vergelijkbare aanpak met het inzetten van zogenaamde femtocellen: kleine mobiele zendmasten (‘modems’) bij iedere klant in huis. Dit betekent een hele andere aanpak van het bouwen van een mobiel netwerk. Allemaal kleine zenders die een stukje aan elkaar doorgeven in plaats van een netwerk met grote zendmasten of hotspots die vele gebruikers tegelijk verwerken en om dekkend te zijn veel masten nodig hebben. Inmiddels hebben ook KPN en Vodafone aangegeven de inzet van femotcellen te bestuderen en serieus te overwegen.
Vele kleintjes maken één grote
Deze nieuwe benadering waarin bedrijven gebruik maken van een stukje ‘crowdsourcing’ is ook interessant ook nu met de veiling van mobiele internetfrequenties die op dit moment aan de gang is.
We staan dus aan de vooravond van een nieuwe ontwikkeling op telecomgebied. Het lijkt een kwestie van tijd voor KPN en Vodafone ons gaan vragen om een kleine zendmast (femtocel) te mogen plaatsen bij ons thuis, of dat Ziggo je WiFi-modem open zet voor het gebruik door andere klanten. Wachten we op die aanbieders of gaan we massaal onze smartphones, WiFi-modems en zelfgekochte femtocellen delen met anderen? Vele kleintjes maken samen één grote. En wie heeft er dan nog heimwee naar KPN of Vodafone?