Verdienmodellen voor virtuele speeltuinen
De populariteit van social media en virtuele werelden is niet in de laatste plaats te danken aan het feit dat ze vaak gratis zijn. Dat is natuurlijk fijn voor de gebruikers, maar voorzichtigheid is op zijn plaats. Aanbieders willen wel geld verdienen en dat doen ze natuurlijk ook. Daarvoor hanteren ze diverse methoden, zoals het verkopen van advertentieruimte, gericht op pecifieke doelgroepen. Google en Facebook zijn er groot mee geworden, maar er zijn meer verdienmodellen in gebruik.
Erg succesvol is het freemium-model, waarbij de basisversie van een dienst gratis is en waarbij voor de extra’s betaald moet worden. Voor veel online diensten is dat een prima concept. De aanbieder bouwt een sterke band op met de gebruiker, die zelf bepaalt of hij extra’s wil. Geen vuiltje aan de lucht, totdat het concept wordt toegepast op jonge kinderen. Dan is het oppassen geblazen. De Consumentenbond en Stichting Mijn Kind Online waarschuwen voor misstanden.
Dreigtweets, like-jacking, grooming, cyberpesten. Zomaar wat termen uit het recente nieuws die aangeven dat de online wereld behalve veel fun ook gevaren biedt, zeker voor kids die niet altijd bedacht zijn op de risico’s en die zich over het algemeen makkelijk laten verleiden. In landen als Nederland gaan heel veel kinderen regelmatig online en het is dan ook niet verwonderlijk dat ze door steeds meer aanbieders van online diensten als een serieuze doelgroep worden beschouwd. Met name de aanbieders van online games hebben ontdekt dat ze ook met de jongste internetters zaken kunnen doen.
Bijna alle kinderen hebben een mobieltje
Van de Nederlandse kinderen van 8 jaar oud heeft al meer dan een kwart een mobieltje en voor kinderen van 13 jaar ligt het percentage al rond de 98%. De belangrijkste reden voor kinderen om een eigen mobieltje te hebben, is het bereikbaar zijn voor de ouders, maar ze kunnen met hun toestel ook op meerder manieren betalingen verrichten en dat maakt de jonge telefoonbezitters zo interessant. Bedrijven kunnen rechtstreeks transacties met ze sluiten. Dat gebeurt ook steeds vaker, maar niet altijd even eerlijk. Dat vinden althans de Consumentenbond en Stichting Mijn Kind Online die daarover een gesprek willen met minister Verhagen. Volgens de organisaties proberen met name aanbieders van online games kids het geld uit de zak kloppen. Hun verdienmodel zou niet deugen.
Verdienmodel aangepast
De online spelwerelden hebben de laatste tijd hun verdienmodellen aangepast. Waar ze de inkomsten in het verleden voornamelijk uit advertenties haalden, komt nu een steeds groter deel van de omzet uit de handel in virtuele goederen. En in de virtuele speeltuin wordt bij voorkeur afgerekend via het sms-tegoed of een betaalnummer. De meeste kids hebben een mobieltje en bijna driekwart van de Nederlandse kinderen tussen de 7 en 16 jaar bezoekt wel eens een virtuele speeltuin. Ze geven daar vaak onnodig veel geld uit aan virtuele goederen, zonder dat de ouders hiervan op de hoogte zijn, zo blijkt uit onderzoek van Stichting Mijn Kind Online. Het onderzoek richtte zich onder meer op Hyves, de virtuele werelden Panfu, Habbo, goSupermodel, Oloko en de zogenaamde social casual games Farmerama, Banditi, Eccky en Pet Party.
Kinderen misleid
Volgens de Consumentenbond en Stichting Mijn Kind Online worden kinderen misleid om geld uit te geven in online games. Online werelden als Habbo.nl en Panfu.nl zijn als pretparken voor de kinderen, maar doordat ze niet duidelijk zijn over de kosten, gaat het steeds vaker fout. De belangenorganisaties zeggen veel klachten te hebben ontvangen van ouders met kinderen die honderden euro’s zijn kwijtgeraakt.
Virtuele goederen kunnen aangeschaft worden via iDeal of een credit card van de ouders, maar dus ook met de mobiele telefoon, door middel van bellen of sms’en. De kosten worden dan verrekend via het beltegoed of de bundel. Een andere methode is het betalen met de Paysafecard (voorheen Wallie Card), een prepaidcard voor online betalingen die in winkels of op tankstations kan worden gekocht. Voor betalen met iDeal of een credit card hebben kinderen over het algemeen de hulp van hun ouders nodig, maar voor mobiel betalen niet. Vooral als wordt afgerekend via de telefoon merken de ouders pas dat hun kinderen dit soort uitgaven doen als de kosten al hoog zijn opgelopen.
Digitaal voer
Volgens Stichting Mijn Kind Online en de Consumentenbond gaan aanbieders van online games ontoelaatbare grenzen over om kinderen tot betalen aan te zetten. De kids krijgen bijvoorbeeld een virtuele hond als welkomstcadeau, die na een paar uur begint te blaffen van de honger, die alleen gestild kan worden als er digitaal voer wordt gekocht. Of ze krijgen een virtueel kledingstuk gratis, dat na een week moet worden ingeleverd tenzij er betaald wordt.
Er wordt geen bezwaar gemaakt tegen het feit dat er betaald moet worden voor virtuele werelden, wel tegen de manier waarop sommige bedrijven zaken doen met kinderen. De twee organisaties stellen voor dat er richtlijnen komen. Zo moeten de kosten voor zowel ouder als kind helder zijn. ‘Geen betalingen meer voor digitale kleren en meubeltjes via sms voor jonge kinderen. In sommige gevallen is het beter om een abonnement aan te bieden. Dan zijn de kosten duidelijk.’
Privé-gegevens
Een ander probleem dat uit het onderzoek van Stichting Mijn Kind Online naar voren kwam, is dat kinderen soms verleid worden tot het delen van hun privé-gegevens met adverteerders. Ze kunnen bijvoorbeeld bepaalde credits verdienen als ze websites bekijken en vragenlijsten van adverteerders invullen. De credits zijn echter vaak pas te verzilveren na afronding van een inschrijvingsproces en daar zijn in sommige gevallen dan weer kosten aan verbonden. Allemaal iets te misleidend zo vindt de stichting, die Habbo als voorbeeld neemt. Ook Hyves zou op een dergelijke manier credits inzetten. Kinderen zouden daar in sommige gevallen zelfs verleid worden tot het afsluiten van telefoonabonnementen, om zo in het bezit te komen van credits voor het spel Pet Party.
Regelgeving
Onlangs kreeg een groot aantal sociale netwerksites en spelwerelden ook al van Eurocommissaris Neelie Kroes te horen dat ze hun verantwoordelijkheid tegenover kinderen een stuk serieuzer zouden moeten nemen. Volgens Kroes genieten en profiteren jongeren enorm van de virtuele werelden, maar zijn ze zich vaak niet genoeg bewust van de gevaren. Daarom komt ze later dit jaar met een omvangrijke strategie om van het internet een veiliger plek voor kinderen te maken. Mede op initiatief van de Europese Commissie zijn internetbedrijven inmiddels tot een vorm van zelfregulering gekomen. Eenentwintig ondernemingen hebben de beginselen van de ‘Safer Social Networking Principles for the EU’ ondertekend, waaronder MySpace, Hyves en Facebook.
Aantallen vallen mee
Stichting Mijn Kind Online plaatste in oktober vorig jaar een oproep op de site, en vroeg of er ouders waren die op dit vlak te maken hadden gehad met een onverwachts hoge rekening. Hierover kwamen 35 klachten binnen. Dat valt al met al mee. Ook bij de Consumentenbond kwamen niet heel veel klachten binnen. Volgens een woordvoerder ‘een stuk of 30’. Hierbij ging het voornamelijk om klachten over Habbo en in mindere mate over Panfu.
De meest gehoorde klacht was dat kinderen die met een telefoon betaald hebben, pas later geconfronteerd worden met de hoge bedragen. Ondanks het relatief kleine aantal klachten noemt de Consumentenbond het een principieel punt. ‘Waarom zou je voor kinderen spelletjes ontwikkelen waarbij ze zo makkelijk hun zakgeld over de balk gooien?’ De Consumentenbond verwacht dat de branche niet snel zal overgaan tot zelfregulering op dit punt. Minister Verhagen zou daarom met de bedrijven in gesprek moeten gaan.
De belangenorganisaties zouden het liefst zien dat online werelden die zich op kinderen richten een ander verdienmodel hanteren. Ze geven de voorkeur aan een fremiumvariant waarbij de basisversie gratis is en waarbij voor de extra’s een abonnement moet worden afgesloten. Op die manier is vooraf altijd duidelijk wat de kosten zijn.
De online games en virtuele speeltuinen worden steeds vaker aangeboden via sociale netwerksites als Hyves en Facebook. Hyves heeft inmiddels laten weten een actieve rol te willen spelen in het verbeteren van de veiligheid van kinderen online. Een speciale pagina bevat tips voor ouders om te zorgen dat kinderen juiste keuzes maken in een virtuele wereld.
Fremium succesvol verdienmodel
De kritiek lijkt zich met name te richten op het freemium-model (fremium is een samentrekking van free en premium) in combinatie met micro-payments via mobieltjes. Kinderen zouden zich te makkelijk laten verleiden door het premiun gedeelte en aanbieders zouden daar te gretig op inspelen. Mogelijk komt er een vorm van (zelf)regulering, maar gezien het geringe aantal klachten tot nu toe, lijkt voorlopig niets het succes van fremium als verdienmodel in virtuele werelden in de weg te staan. Toch zou het niet onverstandig zijn als aanbieders die zaken willen doen met kinderen, daarbij bepaalde morele grenzen respecteren. Toen de klachtenstroom over aanbieders van sms-diensten bleef aanhouden, ook nadat de branche was over gegaan tot het instellen van gedragscodes, werd uiteindelijk besloten tot strengere regelgeving en hoge boetes voor overtreders.
Zakgeld
Ook al gaat het wel eens mis, als iedereen zich netjes aan de wet probeert te houden, dan is freemium ook voor virtuele speeltuinen een geschikt verdienmodel. Het is in ieder geval een verdienmodel waarmee kinderen in de toekomst nog veel te maken zullen krijgen. Als kids uit vrije wil besluiten hun zakgeld op te maken aan virtuele meubeltjes of kleren in een virtuele wereld, in plaats van het uit te geven aan dure gympen, snoep of tabak, wat is daar dan op tegen?