Vrouwelijk leiderschap in beeld: rolmodellen & allergieën
Een sterke vrouw die zich onomwonden uitspreekt. Voor sommigen is dat een droombeeld, anderen zien het als een nachtmerrie. Nog steeds blijkt vrouwelijk leiderschap een gevoelig onderwerp, vooral in omgevingen waar sinds jaar en dag mannen de dienst uitmaken. Reden te meer om eens dieper in te zoomen op de feminiene rolmodellen (en schrikbeelden).
De standvastigheid en het doorzettingsvermogen van Margaret Thatcher worden vaak geprezen. “The lady is not for turning” is een beroemde uitspraak van de Britse politica die furore maakte in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Op deze manier maakte ze klip en klaar dat ze niet zomaar van haar ingenomen standpunt af te krijgen was. Haar aanpak schopte veel vooroordelen over vrouwen overhoop en inspireerde talloze vrouwen om de emancipatie in politiek en leiderschap verder door te zetten.
Lady, bitch, strijder, leider
Psycholoog Rozemarijn Dols verwerkte deze Thatcher-quote in de titel van haar nieuwe boek: ‘Is the lady for turning?’ (aff.). In deze uitgave staan voorbeelden van vrouwelijk leiderschap verzameld, geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit films en documentaires. De rolmodellen lopen enorm uiteen: van brave prinses tot ijskoningin, van lady tot bitch, van rebelse strijder tot zorgzame leider. Het hele spectrum komt langs in het boek. Zelfs de vergelijking met Griekse goden schuwt Dols niet. Om een beeld te geven van de inhoud van het boek, pik ik er enkele pakkende passages en veelzeggende voorbeelden uit.
Stoere man, verzorgende vrouw
Veel archetypen en rolmodellen stammen uit een tijd dat vrouwen een veel zwakkere positie hadden dan nu. De meeste heldenverhalen gaan over een stoere man die van huis weggaat, terwijl vrouwlief het huishouden runt en de kinderen verzorgt. Na een barre tocht lukt het hem om ‘de wereld te redden’, waarna hij terugkeert naar het thuisfront. En ze leefden nog lang en gelukkig. De ‘mono-held’ noemt Dols deze aanpak.
Heldin streeft naar dubbele topprestatie
Echter, het heldenverhaal van een vrouw valt eigenlijk bijna nooit exact op deze manier te vertellen. Simpelweg omdat vrouwen meestal zowél op werkvlak als op privévlak een topprestatie willen of moeten neerzetten. Deze dubbele druk is bepalend voor het verloop van het heldenverhaal.
Interne strijd
Therapeut en schrijver Maureen Murdock beschreef in 1990 in haar boek ‘The heroine’s journey’ de verhaalstructuur van het ‘heldinnenverhaal’. Dat was weliswaar gebaseerd op het beroemde boek ‘The hero’s journey’ waarin Joseph Campbell de klassieke verhaalstructuur van het masculiene heldenepos uitlegt, maar koos duidelijk een andere insteek. Het belangrijkste verschil: de vrouwelijke hoofdpersoon moet niet alleen ‘de wereld redden’ maar ook een veelkoppige interne strijd voeren. Het gaat hier om een hardnekkige zoektocht naar individualisme in een door mannen gedomineerd speelveld.
Een positie verwerven
Veel vrouwen die een plek hebben in de bedrijfstop voelen volgens Murdock iets knagen vanbinnen. Soms heeft dat te maken met het feit dat ze het typisch mannelijke pad van ambitie en krachtig leiderschap hebben gevolgd, waardoor ze minder connectie met hun ‘vrouwelijke kant’ voelen. Soms moesten zij zich een positie verwerven in een mannenwereld waar vrouwen als inferieur werden gezien, maar tegelijkertijd afrekenen met de zelfbedachte notie in hun hoofd dat ze hun vrouwelijkheid niet mochten toelaten in deze omgeving.
Powervrouwen
1990 is een natuurlijk eeuwigheid geleden en momenteel zien we gelukkig ontelbare prachtige powervrouwen die voorbeeldrollen vervullen, maar nog steeds blijft deze innerlijke strijd een herkenbaar onderdeel van bijna ál hun achtergrondverhalen. Kort samengevat: om haar doel te veroveren moet een vrouw óók zichzelf en haar omgeving overwinnen. Alleen als die ontwikkelingen samenkomen, zal ze het ware heldendom kunnen claimen. Zo concludeert zowel Murdock als Dols.
Schuilen in de schaduw van de man
In discussies over ‘vrouwen aan de top’ komt steevast het argument van ‘zelfondermijning’ langs. Vrouwen zouden zich te gemakkelijk schikken in hun positie in de schaduw van mannen (thuis of op het werk, gewenst of ongewenst), durven te weinig voor zichzelf op te komen bij promotiekansen of salarisonderhandelingen en nemen te vaak genoegen met een functie onder hun niveau.
Ambitieus of workaholic genoeg?
Dols geeft toe dat vrouwen het zichzelf erg lastig kunnen maken. “Misschien zijn vrouwen inderdaad niet ambitieus of workaholic genoeg om de top te bereiken”, schrijft ze. Met uitdagende vraagstellingen gooit de auteur de knuppel in het hoenderhok: “Zijn vrouwen bereid om grote offers te maken op privégebied en wíllen ze eigenlijk wel financieel onafhankelijk worden?”
De schrijver illustreert de situatie in ‘deeltijdparadijs’ Nederland via een mooie opsomming van termen en verschijnselen. Zo zet ze het ‘old boys network’ tegenover de ‘schoolpleinmaffia’: vrouwen die niet werken die fulltime werkende vrouwen een schuldgevoel aanpraten omdat ze te weinig betrokken zouden zijn bij hun kind en schoolactiviteiten.
Bang om door de mand te vallen
Veel mensen, dus óók vrouwen, hebben de neiging hun eigen talenten danig te onderschatten. Volgens de auteur hangt deze onzekerheid samen met het imposter syndrome: de angst om door de mand te vallen. Die treedt op als je je laat intimideren door mensen die zelfverzekerd of zelfs neerbuigend communiceren en jouw capaciteiten in twijfel trekken. “Ik zal het inderdaad wel verkeerd hebben gedaan” of “Zij zullen het vast beter weten” zijn voorbeelden van gedachten die dan opduiken.
Laag zelfbeeld uit de weg
Zodra je je overgeeft aan zulke aannames, gaat jouw onzekerheid aanvoelen als de nieuwe werkelijkheid. Dat kan leiden tot acute stilstand van ambitie of een extreem laag zelfbeeld. Dit proces treedt ook op in nare situaties als slut shaming of victim blaming. Daarbij krijgen slachtoffers van bijvoorbeeld verkrachting of mishandeling het gevoel dat ze ‘erom vroegen’ omdat ze uitdagende kleding aan hadden of zich op een bepaalde manier gedroegen. Dit lage zelfbeeld moet uit de weg om verder te komen.
Advies vragen, geen toestemming
Rozemarijn Dols koppelt dit syndroom aan de film ‘The Post’, waarin Katherine Graham, de vrouwelijke hoofdredacteur van de krant The Washington Post, haar onzekerheden te boven komt en besluit een aantal essentiële artikelen over de geheimen rondom de Vietnamoorlog tóch te publiceren. Daarmee gaat ze regelrecht in tegen de hoge heren die haar op weinig subtiele wijze van dit idee af proberen te praten. De filmkijker beleeft de groei van haar zelfvertrouwen, onafhankelijkheid en leiderschap. “Ik vraag om je advies, Bob, niet om je toestemming” luidt de quote die de film in één regel samenvat.
We leren tenslotte van onze idolen, maar misschien nog wel veel meer van allergieën.
(Over advies gesproken: gelukkig vraag ik als schrijver van deze recensie (en ja, ik ben een man) altijd tekstadvies aan de redactie van Frankwatching (die overigens voornamelijk uit vrouwen bestaat). Oplettende lezers hebben gemerkt dat ik in enkele van de bovenstaande alinea’s met de ‘je’-vorm communiceer. Ik zal eerlijk zijn: daar stond gewoon ‘zij’ of ‘de vrouw’ in de eerste versie van deze recensie. Op zich logisch, omdat het boek gaat over vrouwelijke rolmodellen en alle voorbeelden die langskomen in het boek uitsluitend vrouwen betreffen. Echter, zodra een man (in dit geval: ik) zulke alinea’s opschrijft, wordt het algauw ongemakkelijk. En dat snap ik. Immers: generaliserende of prikkelende statements over vrouwen klinken uit de mond van een vrouw toch heel anders dan uit de mond van een man.
De tussenkoppen van bovenstaande alinea’s zijn bijvoorbeeld opbouwend en uitnodigend bedoeld. Maar als een man ze uitkiest, kunnen ze belerend of kleinerend overkomen. Ik heb besloten ze expres te laten staan, al was het alleen om – nu – te checken welk gevoel jij als lezer kreeg bij deze kopkeuzes. Afijn, dit terzijde. Terug naar de recensie.)
Verwijzingen naar films
De tientallen verwijzingen naar films in dit boek zijn goed gekozen en helder toegelicht. Naar mijn idee zijn het er wel iets té veel. Stel dat je als lezer in de verleiding komt om al deze films te bekijken, dan ben je wekenlang bezig. Ik vind het daarentegen wel heel sterk dat Dols een brede blik houdt. Ze voorkomt dat het een eenzijdige opeenstapeling van heldhaftige vrouwenrollen wordt.
Ze laat goede én slechte voorbeelden langskomen. Dus niet alleen Thatcher en Merkel, maar bijvoorbeeld ook de ziekelijk ambitieuze Tonya Harding (de schaatsster die haar rivale liet aanvallen) en de bitchy boss uit ‘Devil wears Prada’. “We leren tenslotte van onze idolen, maar misschien nog wel veel meer van allergieën”, staat op de achterflap. En zo is het.
Bespiegeling die vragen oproept
‘Is the lady for turning?’ (aff.) mag beslist geen eenvoudig zelfhulpboek heten. Het is een uitgebreide bespiegeling op de rol van de vrouw, waarmee de schrijver graag de lezer aan het denken zet. “Hoe zou jij dit aanpakken?”, “Hoe ga jij om met…” en “Ben jij vatbaar voor…?” Zulke vragen staan door het hele boek heen, maar de antwoorden moet je uiteraard bij jezelf zoeken. De voorbeelden/rolmodellen zijn illustratief en richtinggevend. Wil je diep inzoomen op de psychologische aspecten van vrouwelijk leiderschap, zoek je kritische reflectievragen en -oefeningen die jouw situatie in kaart brengen én heb je behoefte aan een mooie verzameling inspirerende filmtips? Dan is dit boek een schot in de roos.
Over het boek
Titel: Is the lady for turning? Vrouwelijk leiderschap in beeld
Auteur: Rozemarijn Dols
Uitgever: Boom
Jaar: 2019
ISBN: 9789024414031
Aantal bladzijdes: 180
Bestellen: via Managementboek (aff.)