Welk type video past bij jouw doel?
Oké, de boodschap voor je video is helder. Maar welke vorm past erbij? Wil je verbinden, veranderen, informeren of betrekken met je video? Hoe maak je een keuze? Ik help je verder!
Een handig uitgangspunt is het kwadrant dat ik oppikte van communicatieadviseur Martine van Driessche. Daarmee kun je strategisch of operationeel aan de slag gaan, afgezet tegen de tijd.
Kijk in welk deel van het kwadrant jouw doelstelling het beste past. Aan de linkerkant vind je doelen voor de korte termijn. Je wil misschien een teaser om je evenement te promoten. Aan de rechterkant wil je iets veranderen in je organisatie, zoals je medewerkers coachen of ze als ambassadeurs inzetten. Dat vergt meer tijd.
In het onderste deel van het kwadrant zijn je video’s vaak praktisch: voorlichting, doe-dingen, tips en de trucs. De bovenste helft zit meer op idee-niveau en daar zullen films met emotie goed werken. Als je mensen wil meekrijgen, werkt een appel op het hart beter dan op het hoofd. Wat is er op filmgebied zoal mogelijk?
1. Verbinden
In het bovenste deel van het kwadrant past storytelling met echte verhalen van echte mensen. Die vorm is terecht populair, want er zit emotie in een echt verhaal. Daardoor beklijft het beter dan een afstandelijk verhaal met een voice-over. Storytelling is ook vaak truth telling, met een maatschappelijk verhaal, zoals in deze reclamespot van Rabobank. Persoonlijk verwoorde zingeving past bij een economie die in toenemende mate een betekenis- en deeleconomie wordt. Denk aan thema’s als verantwoorde voeding, tiny houses en spullen lenen van je buren via Peerby.
Meer over de kracht van storytelling:
Dus:
- Echte verhalen van echte mensen hebben impact
- Storytelling leent zich goed voor voorlichting en werving; een mix van beide kan ook.
2. Veranderen
Rechtsboven in het kwadrant passen veranderprocessen, coaching en reputatiemanagement. Denk bij reputatie aan een extern gerichte promotiefilm die jouw naam bevestigt en versterkt, en laat daarin bij voorkeur jouw klant of cliënt aan het woord. Altijd sterker dan op eigen borst kloppen.
Breng in interne veranderprocessen juist wél eigen medewerkers in beeld: geef ze een rol en laat ze zelf hun video bedenken. Bottom-up werkt nu eenmaal beter dan top-down, en het onderwerp dat je aansnijdt gaat nog voor er één shot is gefilmd rondzoemen in de organisatie. Die extra buzz is mooi meegenomen.
Een voorbeeld van film als onderdeel van een transitieproces. Geen schoolvoorbeeld van goed acteerwerk of vlotte montage, maar échte voorbeelden werken wel voor het doel van deze film: uitnodigen tot een gesprek.
3. Informeren
Als je iets heel letterlijk of zorgvuldig wil uitleggen, past een instructiefilm of animatie. Werk dan met een scenario en geef de tekst weer met voice-over, presentator of tekst-in-beeld. Dat zijn vormen die de inhoud precies en efficiënt weergeven. De voorbeelden ken je ongetwijfeld: de receptvideo of de klusvideo.
Ik maak zelf regelmatig voorlichtingsfilms over publieke thema’s, zoals duurzaamheid of gezondheid. Die zijn ook bedoeld om te informeren, maar bieden meer ruimte voor invulling dan de how-to-video. Ook dan is een script nuttig maar daarin is meer ruimte voor persoonlijk getinte quotes, bij voorkeur met echte betrokkenen.
In zo’n scenario zet ik een quote-op-hoofdlijnen: een beschrijving van wat de spreker ongeveer moet zeggen. Als de persoon in kwestie daarover kan nadenken en bij de opname in een interview mag improviseren, krijg je een authentieke quote. En authentiek is wat je wil, dat communiceert goed. Wil je letterlijke quotes, van tevoren bedacht? Dat kan, maar schakel dan een professionele presentator in. Een quote oplepelen is vakwerk.
4. Betrekken
In het kwadrant past het werken met ambassadeurs uit eigen kring: medewerkers, klanten of fans die de kernboodschap van jouw bedrijf of organisatie kunnen uitdragen. En dat vrijwillig en met passie doen. Denk aan een testimonial, een kijkje achter de schermen of het werk van collega’s in het buitenland.
Idealiter vertellen ze hun verhaal ook nog eens recht in de camera, in een vlog (zoals praatjesmaker Mats) of een professioneel gefilmde pitch. ‘Op camera’ spreek je de kijker het meest direct aan en betrek je ze optimaal. Presenteren is alleen wel een vak, en minder geoefende sprekers hebben daar moeite mee. Met amateursprekers grijpt de filmmaker vaak terug op het interview. Praten met een echt iemand die naast de camera staat, zoals in deze klantreview, is nu eenmaal een stuk makkelijker dan in de lens je verhaal doen.
Heb jij nog aanvullingen? Laat het weten in de comments.