Zo haal je als tekstschrijver alles uit feedback
Voel jij je als tekstschrijver soms ook net een trekpop? Jouw opdrachtgever trekt aan een touwtje, jij beweegt je vingers over het toetsenbord. Maar met onduidelijke instructies kom je niet in beweging. Dankzij deze 3 tips dans je sierlijk aan dat touwtje (en sta je niet met je mond vol tanden als jouw content wordt afgekraakt). Wel goede feedback krijgen? Het begint bij het begrijpen van jouw opdrachtgever.
Je klikt op ‘verzenden’. Dit artikel is jouw paradepaardje. Content waar jouw opdrachtgever blij van wordt. Dat weet je zeker. Totdat je een mailtje terugkrijgt en de eerste regel leest. “Mooi artikel, maar het sluit niet aan bij wat ik bedoel.” Of erger: “Ik vind het helemaal niets.” Je laat je ogen nog eens over die ene zin rollen. Het staat er echt. Hoe voorkom je zo’n scenario?
1. Schrijven is weten
Teksten schrijven begint bij het begrijpen van jouw opdrachtgever. Wat wil hij bereiken? En bij wie? Met een briefing zorg je ervoor dat jullie op een lijn zitten. Voordat je begint te typen, maar ook als je content aanlevert. En die briefing hoeft echt geen boekwerk te worden. Dit moet je weten:
- Achtergrondinformatie: waarom communiceer je?
- Doelgroep: wie wil je aanspreken met jouw content?
- Doel: wat wil je bereiken met deze opdracht?
- Kernboodschap: wat is de essentie van de boodschap?
- Medium: waarvoor wordt de content gebruikt?
- Woorden: uit hoeveel woorden moet een tekst bestaan?
- Deadline: wanneer moet de opdracht af zijn?
Deze richtlijnen kun je beknopt houden, maar ook opsplitsen. Vraag niet alleen of er vereisten zijn voor het aantal woorden, maar ook voor de lengte van paragrafen. Of het aantal paragrafen. Vereist een blog of whitepaper tussenkopjes? Moeten die tussenkopjes uit vragen bestaan of uit woorden? Hoe meer je weet, hoe blijer jouw opdrachtgever uiteindelijk wordt.
Fluiten naar conversie
Weet voor welk medium je schrijft en wat het doel is. “Hoezo? Steengoede content zorgt toch automatisch voor verkeer?” Fout. Jouw content kan nog zo on point zijn, zonder zoekwoordoptimalisatie kun je fluiten naar een stijging in conversies. Maak concreet of content moet converteren, informeren, adviseren, et cetera.
Note to yourself: schrijf altijd voor lezers, niet voor zoekmachines. Gebruik tools, zoals WordCounter, om teksten te perfectioneren. WordCounter telt onder meer hoe vaak je een woord of een combinatie van woorden (een zoekterm) schrijft. Zo voorkom je dat jouw content door Google als spam wordt gezien.
Neem geen genoegen met onduidelijke opdrachten, zoals “Het minimum aantal woorden? Maakt niet uit. Zolang je er niet te veel tijd aan besteedt.” Of “Ik heb nog ruimte voor 200 tot 300 woorden. Schrijf jij vanmiddag nog ff wat?”
Je hebt een briefing nodig die glashelder is. Een stappenplan. Je bakt ook geen walnotenworteltaart zonder te weten welke ingrediënten je nodig hebt. En in welke volgorde. Kookprins(es) of niet, cijfers bewijzen het. Volgens Ellis Buis en Joyce Hardholt in ‘Verleid je lezer online’ (aff.) bestaat schrijven voor 40% uit voorbereiden en structureren. Voor 20% uit schrijven en nog eens 40% uit verbeteren.
Niets is zo vervelend als enthousiastelingen die je tekst omgooien ‘omdat die zin niet zo lekker loopt’.
2. Hoe concreter, hoe beter
En dan is het moment waarop je feedback krijgt daar. Nu komt het aan op inhoud. Een schouderklopje is super, maar krijg je in negen van de tien situaties niet. Hoe zorg je dat jouw opdrachtgever concrete feedback geeft?
Bedenk van tevoren wat voor feedback je nodig hebt. Wil je dat de feedbackgever jouw artikel corrigeert of redigeert? Wil je dat hij alleen spelling en interpunctie verbetert? Of mag hij zich ook bemoeien met stijl, opbouw en de grootte van alinea’s? Wees duidelijk. Knik geen ja als je nee bedoelt. Vraag door om tot de kern van een probleem of vraag te komen. “Wat bedoel je met…?”, “Kun je daar een voorbeeld van geven?” of “Wat houdt dat in?”
Stank voor dank
Baken de feedback af. Gaat het om inhoud of om stijl? Aan “Ik vind dit woord niet zo mooi” heb je niets. Hoe specifieker het antwoord, hoe beter jij kunt schakelen. Te horen krijgen dat je de plank flink mis hebt geslagen is pijnlijk, maar zie het als een kans om je tekst nog beter te maken. Neem de regie en formuleer jouw vragen positief. “Wat sprak je wel aan?” of “Welke woorden vind je wel mooi?” Stel geen gesloten vragen, zoals “Is mijn tekst goed?”, dan krijg je beslist stank voor dank.
Ook door samen te vatten wat jouw opdrachtgever bedoelt, voorkom je misverstanden. “Dus als ik het goed begrijp, bedoel je…?” Met een goede samenvatting laat je jouw opdrachtgever weten dat je een en al oor bent en hem hebt begrepen.
En wees helder in welke vorm je feedback ontvangt. Niets is zo vervelend als enthousiastelingen die je tekst omgooien ‘omdat die zin niet zo lekker loopt’. Of woorden, zinnen of zelfs hele alinea’s markeren zonder enige uitleg. (Wait, what?)
Zo ben je hen een stap voor:
- Gebruik je Word? Met de optie ‘Wijzigingen bijhouden’ zie je door de bomen het bos nog.
- Liever op papier? Met correctietekens – in de marge van de tekst – houd je overzicht. Het liefst in een contrasterende kleur, zoals rood of groen.
- Is de feedback beknopt? Vraag jouw feedbackgever om het puntsgewijs in een mailtje te zetten.
- Gebruik Google Documenten om bestanden met anderen te delen. Je kunt overal documenten openen en bewerken. Ook zonder internetverbinding.
3. Werk aan je olifantshuid
Als tekstschrijver moet je soms een olifantshuid hebben. Vooral als je feedback ontvangt die vijandig of kwetsend is. En wat doe je in zo’n situatie? Je mond houden, zodat jouw collega, huisgenoot of partner het kan bezuren? Of kom je voor jezelf op? Hoe ga je om met kritiek?
- Schrijven is een creatief proces, maar zie feedback niet als een persoonlijke aanval. Als een aanval op jouw creativiteit. Luister zonder direct iets terug te zeggen. (Adem in, adem uit.)
- Bereid je voor. Zorg dat je kunt onderbouwen waarom je gekozen hebt voor bepaalde woorden. Stel, je schrijft een artikel over telefoongebruik onderen jongeren. Schrijf je dan gsm, mobiel of smartphone? Mobiel, omdat niet alle telefoons smart zijn? Of smartphone, omdat gsm een afkorting is die velen niet kennen? Wapen je met feiten, geen meningen.
- Kom voor jezelf op. Vaak is jouw gesprekspartner zich niet bewust van de manier waarop hij zich uit. Grenzen aangeven kan face to face, maar ook per mail. Lekker veilig. Dan heb je tijd om jouw mening te formuleren. Niet iedereen is verbaal net zo scherp als op papier.
- Geef vooral ook aan wat je nodig hebt om feedback te verwerken. Tijd? Jouw gesprekspartner kan het niet ruiken. Maak het jezelf niet te moeilijk: “Ik moet er even over nadenken. Ik kom er later op terug.”
- Vind je structuur prettig? Pak een A4’tje tijdens de terugkoppeling. Maak het overzichtelijk en splits feedback op in positief en negatief. Dan heb je direct munitie om jouw content te beschermen. “Dus als ik je goed begrijp, vind je 70% van mijn tekst wél goed?”
- Haal je schouders op voor onterechte kritiek en blaaskakerij. “Ik doe dit al jaren. Ik weet echt wel wat ik zeg.” Hoor de feedback aan en bepaal of je er wat mee doet. Je bent niet verplicht om alles klakkeloos over te nemen. Maar weet het wel te onderbouwen!
Laat je niet uit het veld slaan
Als tekstschrijver een trekpop? Neem de touwtjes in handen en laat je vooral niet uit het veld slaan. Succes!
Hoe ga jij om met feedback op jouw teksten? Heb je tips die mij en anderen helpen? Laat het in een reactie weten.