Content

Zo beoordeel je objectief de kwaliteit van content [CCCS-model]

0

“Ik vind het een wazige tekst”, “Het raakt me niet”, “Kan het wat levendiger?”. Herken je dit soort feedback? Waarschijnlijk wel. Maar je kunt er weinig mee. Wat wordt er precies bedoeld met “raakt me niet” of “levendiger”? Gelukkig is er het CCC-model. Met het CCC-model beoordeel je de kwaliteit van je content op een objectieve en gestructureerde manier. Het uitgebreidere CCCS-model gaat bovendien een stap verder, en neemt ook SEO-criteria mee in de beoordeling.

Het CCC-Model

In de taalwetenschap is Jan Renkema een icoon. Als emeritus hoogleraar tekstkwaliteit aan de Universiteit van Tilburg, en schrijver van het boek Schrijfwijzer (aff.), heeft hij het CCC-model bedacht en gedoceerd in zijn colleges tekstkwaliteit. Het CCC-model is bedoeld om onderbouwd te kunnen aangeven wat er wél en niet goed is aan een tekst.

Tekst en andere content

Het CCC-model is dus bedoeld om de kwaliteit van je tekst te beoordelen. Maar het model geldt niet alleen voor tekst. Ook de kwaliteit van een infographic of vlog kun je met behulp van dit CCC-model prima beoordelen. Slechts bij het analyseren van een webtekst met zoekmachine-optimalisatie als doel, heeft het model een uitbreiding nodig. Maar daarover later meer. In deze video van 21 minuten legt Renkema het CCC-model op een simpele manier uit.

CCC-model-Jan-Renkema-Proven-Context

Drie doelen van het CCC-model

Het CCC-model heeft drie doelen die nèt iets van elkaar verschillen. Elk doel kent bovendien z’n eigen doelgroepen.

1. Kritische reflectie

Tekstschrijvers, copywriters, content marketeers en bloggers (bekijk hier het verschil tussen deze disciplines) kunnen via het CCC-model een kritische reflectie geven op hun eigen werk.

2. Opleiding en begeleiding

Docenten, opleiders of managers op het gebied van communicatie kunnen het model inzetten om studenten of medewerkers van inhoudelijke feedback te voorzien.

3. Beoordeling en toetsing

Bij het inhuren van een extern tekstbureau biedt het CCC-model een kader om de geleverde kwaliteit te toetsen. Min of meer hetzelfde geldt bij een sollicitatieprocedure waarbij kandidaten als onderdeel van hun sollicitatie een schrijfcase inleveren.

Voordat je begint

Voordat je start met beoordelen, moeten eerst de uitgangspunten helder zijn. Deze zijn min of meer gelijk aan de uitgangspunten in het Marketingcommunicatiemodel.

  • Onderwerp (Boodschap) – Waar gaat de content over?
  • Schrijver (Zender) – Wat wil de schrijver bereiken met deze content?
  • Ontvanger – Wat kan de ontvanger met jouw content?

De drie C’s van het CCC-model

Het CCC-model is gebaseerd op drie criteria, de drie C’s. Die drie C’s worden vervolgens toegepast op vijf tekstniveaus. We starten hieronder met de C’s.

Correspondentie

Correspondentie geeft aan of het doel van de tekst overeenstemt met het doel van de lezer. Is een e-mail bijvoorbeeld wel de juiste soort content om de doelgroep te bereiken? Of was een bericht via social media beter geweest? Een andere correspondentievraag is of de ‘u’-formulering of de ‘je’-formulering beter bij de doelgroep past.

Consistentie

Bij consistentie kijk je of content-regels consequent doorgevoerd worden. Gebruik je in jouw tekst bijvoorbeeld steeds een €-teken, dan kun je niet halverwege de tekst overgaan naar het woord euro. Dat is een stijlbreuk. En gebruik je een donkerblauwe kleur voor tussenkoppen, gebruik dan niet diezelfde kleur voor citaten. In dat geval is er namelijk sprake van een inconsistente presentatie.

Correctheid

Worden de regels correct toegepast? Het meest duidelijke voorbeeld van incorrectheid zie je terug bij spelling / presentatie. Taal- en tikfouten en mogen niet voorkomen. Maar onder correctheid valt bijvoorbeeld ook de vraag of de inleiding wel alle onderdelen van een inleiding bevat. We hebben dan over het tekstniveau inhoud en opbouw.

Vijf tekstniveaus binnen het CCC-model

De vijf niveaus waarop je content kunt beoordelen, zijn hierboven al aan bod gekomen. Hieronder licht ik ze uitgebreider toe, waarbij ik ook de drie C’s nogmaals aanstip.

Tekstsoort / Soort content

Wat is de soort content die wordt ingezet? Een commerciële e-mail, een bijsluiter bij een medicijn, een YouTube-vlog of een interne memo vanuit de HR-afdeling? Past de content-soort bij het doel dat je met de tekst nastreeft (correspondentie)? En worden de genreregels goed toegepast? Ofwel: voldoet het vlog aan de ‘regels’ voor een vlog (correctheid)?

Inhoud

Wordt alle relevante informatie gegeven om het content-doel te bereiken? Wordt alle inhoud verstrekt die nodig is om de ontvanger adequaat te informeren, adviseren, instrueren, overtuigen of tot actie aan te zetten? Is die inhoud bovendien volledig, eenduidig en klopt alles wat gezegd of geschreven wordt? 

Opbouw / Structuur

Met een goede opbouw neem je de lezer aan de hand mee door je tekst heen. Het AIDA-model is een bekend model voor de opbouw van een commerciële tekst. Het model geeft automatisch structuur aan de tekst. Ook een persbericht heeft een duidelijk herkenbare opbouw. Opbouw heeft, los van de modellen, ook een praktisch uitvoerbare kant, zoals het toepassen van witregels, tussenkoppen en verwijswoorden. 

Formulering / Stijl

Als we het hebben over het taalniveau A1 tot en met C2, dan praten we vooral over de schrijfstijl. Stijl weegt zwaar bij organisaties. Niet voor niets hebben veel bedrijven een stijlgids of huisstijl-handboek. Stijl gaat over het gebruik van woorden, zoals ‘echter’ of ‘maar’, of het gebruik van ‘jij’ of ‘u’. Stijl is mede afhankelijk van de soort content. Zo spreek je in een formele tekst over ‘uw buren’, terwijl je in een populair vlog voor jongeren kunt praten over ‘de gasten die naast je wonen’. Belangrijk bij formulering is dat je consistent bent in je keuzes.

Presentatie

Tikfouten, stijlfouten, tekstkleur, opmaak en techniek horen bij presentatie. Een e-mail met of zonder afbeeldingen? Een banner in gif of html 5? Een geschreven liefdesbrief op roze papier? Of een juridische dagvaarding met Times New Roman als lettertype? Presentatie lijkt wellicht een sluitpost. Maar fouten in de correctheid van je presentatie kunnen grote gevolgen hebben. Denk maar aan een spelfout in je sollicitatie.

Een 6e tekstniveau

Voor de beoordeling van veruit de meeste teksten kun je goed uit de voeten met het CCC-model. Het model houdt alleen geen rekening met SEO (Search Engine Optimization), ofwel: de vindbaarheid in Google.

Het CCC-model geeft een oordeel over de kwaliteit van de tekst in termen van leesbaarheid en doelmatigheid. Niet in termen van vindbaarheid. Maar als niemand je tekst op internet vindt, dan wordt deze überhaupt niet gelezen. Hoe goed deze ook is geschreven. Bij webteksten kunnen een beoordeling van de vindbaarheid dan ook niet zo maar buiten beschouwing laten. Daarom breid ik, specifiek voor SEO-doeleinden, het CCC-model uit met een extra tekstniveau: vindbaarheid. Het CCC-model hernoem ik daarmee naar het CCCS-model.

CCCS-model-Jan_Renkema-SEO-Proven-Context

Hoe beoordeel je vindbaarheid?

Er is ongelofelijk veel informatie beschikbaar over het toepassen van SEO-regels. Niet alleen op het gebied van content. SEO gaat uiteraard ook over techniek, sitestructuur, linkbuilding, domein autoriteit, et cetera. Er zijn veel regels op basis waarvan Google de ranking van een website bepaalt. Searchmetrics zet er een aantal op een rij.

Hieronder een aantal voorbeelden van manieren waarop je het tekstniveau ‘vindbaarheid’ binnen het CCCS-model zou kunnen beoordelen.

Correspondentie

  • Wordt er rekening gehouden met het doel om gevonden te worden door zoekmachines?
  • Is er keyword-onderzoek gedaan?
  • Worden headertags gekoppeld aan titels en subtitels?
  • Is er over vindbaarheid in relatie tot voice search nagedacht?

Consistentie

  • Worden de regels omtrent vindbaarheid consequent doorgevoerd?
  • Worden de keywords toegevoegd aan alle relevante onderdelen binnen de website?
  • Werken call-to-actions (CTA’s) overal op een vergelijkbare manier?
  • Is de opbouw van de (sub-)menustructuur over de gehele website consequent?

Correctheid

  • Worden de SEO-regels juist toegepast?
  • Zijn de keywords inhoudelijk relevant (of gaat de pagina ergens ander over)?
  • Krijgt de belangrijkste titel de H1-headertag en de subtitels een H2-headertag?
  • Worden links toegevoegd aan ankerteksten en niet aan termen als ‘klik hier’?

Zijn de drie C’s niet voldoende?

Natuurlijk zullen er mensen kritisch zijn over de uitbreiding van het wetenschappelijk doorwrochte CCC-model. Het CCC-model voldoet ook zeker voor de meeste webtekst-criteria. De volgende regels passen allemaal in het CCC-model: korte alinea’s, korte zinnen, weinig interpunctie, veel tussenkopjes, een call-to-action, ruime opmaak, groot lettertype, inhoudelijk relevant, et cetera. Maar regels omtrent vindbaarheid ontbreken in het CCC-model. En deze zijn te belangrijk om te negeren.

Voorbeeld. In een blog over de populariteit van Adidas-sneakers luidt een zin:

Jongeren dragen nog altijd Adidas-sneakers. Waarom? Omdat ze lekker zitten en er nog steeds fancy uitzien.

Volgens de regels van het CCC-model is de laatste zin gewoon in orde. Maar op het tekstniveau vindbaarheid (of SEO) kan de zin verbeterd worden.

Een betere score op vindbaarheid wordt gerealiseerd met de volgende opbouw:

Jongeren dragen nog altijd Adidas-sneakers. Waarom? Omdat de sneakers lekker zitten en sportief zijn. Adidas blijft een modern schoenenmerk dat generatie Z perfect aanspreekt.

De keywords worden herhaald en in verband gebracht met contextueel relevante woorden als ‘schoenen’, ‘sportief’, ‘modern’ en ‘generatie Z’.

Uiteraard is er bij dit voorbeeld niet één waarheid. Er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Maar duidelijk is dat er omtrent vindbaarheid in ieder geval een denkslag plaats moet vinden.

Zonde als je tekst niet gelezen wordt

De uitbreiding van het CCC-model tot het CCCS-model is belangrijk voor teksten die vindbaar moeten worden op internet. Negeer je de regels omtrent Google-vindbaarheid, dan wordt jouw fantastische tekst mogelijk door niemand gelezen. En dat is zonde van alle energie.

Of je gebruikmaakt van het CCC-model of het CCCS-model is afhankelijk van het soort tekst. Het is vooral belangrijk dat je met deze modellen aan de slag gaat. Dit voorkomt beoordelingen als: “Ik vind deze tekst het lekkerst lezen. Ik weet ook niet waarom.” Natuurlijk speelt gevoel ook een rol in de beoordeling van een tekst, maar gevoel is een onvoldoende valide argument bij het bouwen van een duurzame contentstrategie.