Innovatie

Sloopt digitalisering onze klaslokalen?

0

De manier waarop we met elkaar communiceren, werken, en plezier hebben, is met de komst van de smartphones veranderd. Voor het onderwijs biedt dit zowel kansen als gevaren. Zorgt de groei van technologie voor meer interactie en betere resultaten, of staren scholieren in plaats van wazig uit het raam, wazig naar hun ‘digital learning tools’? In dit artikel benoem ik de vele vragen die rond deze digitalisering leven. Wie denkt er mee over de antwoorden?

Het klaslokaal evolueert

De manier van lesgeven die ons bekend is, lijkt achterhaald. Puur en alleen in de schoolbanken zitten luisteren naar een stortvloed aan informatie stimuleert weinigen. Scholieren missen prikkels en handvatten. Op zich geen nieuw verhaal, maar vandaag de dag hebben we de technologie om hier iets aan te doen.

De Volkskrant geeft aan dat scholieren nergens zo ongedisciplineerd en ongemotiveerd zijn als in Nederland. Is dat omdat wij koppige Nederlanders zijn of is er iets mis met ons onderwijssysteem? Zijn de lessen te saai? Waar ligt het aan dat veel scholieren geen of weinig betrokkenheid voelen?

De oude dynamiek lijkt stapsgewijs het stof van zich af te schudden met behulp van tablets, smartphones en andere platformen interactie en plezier te stimuleren. Gaat dit ons onderwijs naar een hoger niveau brengen, of wordt het onderwijs op deze manier juist afgestompt?

Mobiele telefoons in klaslokalen

Onderzoek van de NOS onder 137 middelbare scholen toont aan dat mobiele telefoons in het klaslokaal steeds meer worden geaccepteerd: 85% gebruikt de smartphone bij het onderwijs. Het is inmiddels niet meer een kwestie van of smartphones een positieve bijdrage aan het onderwijs kunnen leveren, maar hoe deze bijdrage het beste kan worden vormgegeven. Opmerkelijk detail: de smartphone mag dan veel gebruikt worden, slechts 15 van de 137 scholen ervaren geen problemen als gevolg van deze digitalisering.

scholieren-smartphone

Leerlingen concentreren zich minder goed, er wordt digitaal gepest, sociaal verkeer wordt verstoord en in sommige gevallen is er sprake van seksuele intimidatie, afpersing en fraude. Kinderen – jong en oud – zijn steeds meer met hun mobiele telefoon bezig en minder met hun vrienden en vriendinnen. Dit heeft zijn weerslag op de ontwikkeling van sociale vaardigheden: jongeren vinden bellen en presenteren eng, tekst is makkelijker.

Tekst is echter maar een klein gedeelte van de boodschap, de rest is lichaamstaal en intonatie. De evolutie van het klaslokaal mag dan voordelen bieden, louter positief is deze ontwikkeling niet.

Laat me leren! Laat me met rust!

Gemak en comfort, al je lesmateriaal in je telefoon. Minder papier en boeken om overal mee naartoe te zeulen. Je kunt studeren waar en wanneer je wil, zolang je maar je telefoon op zak hebt. Klinkt inspirerend, maar leidt bij de Nederlandse scholieren niet tot zin om te leren.

Zesjescultuur

Een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs geeft aan dat scholieren geen interesse hebben als ze geen cijfer krijgen; als ze dat wel krijgen, is een zesje genoeg. Een leerling van 5 VWO is van mening dat veel van zijn leeftijdsgenoten niet voor zichzelf leren, maar voor de trots van hun vader en moeder. Wat het kind wil en hoe het kind zich wil ontplooien, is iets waar weinig aandacht aan wordt besteed.

De evolutie van het klaslokaal mag dan voordelen bieden, louter positief is deze ontwikkeling niet.

In de jaren tachtig was het uitdelen van stenciltjes en het schrijven van samenvattingsopdrachten al achterhaalde didactiek, maar vandaag de dag is het nog steeds gebruikelijke kost. Juist het inspelen op de creativiteit van kinderen en tieners kan ervoor zorgen dat zij zich tot grote hoogte ontplooien.

Moeten we af van al die regels en eisen en de weg naar onderwijs op maat inslaan? Er zijn tal middelbare scholieren die, welk vakkenprofiel ze ook kiezen, stuiten op vakken die hen totaal niet aanstaan. Gevolg? Zesjescultuur en minder tijd om zich bezig te houden met de vakken die ze écht interessant vinden.

Gebrek aan interesse

Scholing moet minder als plicht worden ervaren en meer als volwaardige uitdaging. Nadenken over de toekomst moet gestimuleerd worden – één of twee vragenlijsten over wat je in de toekomst wil worden, is niks – en kritisch meedenken moet de norm worden.

scholieren-vragenlijst

Leer de scholieren wat voor waarde de vakken nou echt toevoegen, en wat ze in de toekomst met deze kennis kunnen doen. Met de juiste aanpak kan stof die als oersaai wordt ervaren wellicht getransformeerd worden naar ‘best interessant’. Veel pubers hebben van nature ‘geen zin’, en niet alleen in school. Laat ze meer keuzes maken over wat ze wel en niet willen leren en stimuleer ze om hun mening te delen. Boven het maaiveld uitkomen is juist goed.

De wereld van scholing en die van de scholier staan los van elkaar in plaats van samen, met gebrek aan interesse en plezier als gevolg. Voor je het weet zijn scholieren toe aan hun eindexamens en vervolgens hebben ze hun diploma. En wat dan?

Het aantal scholieren dat binnen één jaar stopt met hun HBO-opleiding is schrijnend hoog. Dit kost onze samenleving jaarlijks miljoenen euro’s en belangrijker: veel onbenut talent. Het is duidelijk dat er qua toekomstoriëntatie tijdens de tienerjaren nog veel winst valt te behalen.

Lerarentekort: gebed zonder end?

Het lerarentekort is een hoofdpijn-dossier. Vier op de tien docenten in de onderbouw geven aan dat ze het lastig vinden om hun leerlingen te motiveren. Dat komt onder andere door te grote klassen. Te grote klassen komen door een tekort aan leraren. Een tekort aan leraren leidt tot minder aandacht voor de scholieren. Zoals in de zorg de cliënten lijden onder het tekort aan verzorgers, lijden in het onderwijs scholieren aan het tekort aan leraren.

loesje lerarentekort

Bron: Loesje.

Om het tekort toch te tackelen, staat steeds vaker een onbevoegde docent les te geven. De krapte is ontstaan omdat er de laatste jaren steeds minder leraren bijkomen en er elk jaar wél een aanzienlijke groep leraren met pensioen gaat. Ziekte en verlof, zoals zwangerschap, kan soms niet worden opgevangen, met als gevolg een invaller die geen passende begeleiding kan bieden.

De onderwijsministers Slob en Van Engelshoven zien dat het tekort aan onderwijzers en docenten inmiddels ‘goed voelbaar’ is, maar extra geld komt er niet. In plaats daarvan hoopt het kabinet het lerarentekort te verminderen door bijvoorbeeld werkloze leraren weer voor de klas te krijgen, afgestudeerde studenten snel aan het werk krijgen en parttimers aan te moedigen om extra uren te werken.

Digitale hulpmiddelen

Digitale hulpmiddelen en leerplatformen zijn alom aanwezig en kunnen hulp bieden. Denk aan platformen als khanacademy.com en coursera.org, waar je verschillende lessen kunt vinden over een breed scala aan onderwerpen. Videolessen, audiolessen en didactische games: de middelen zijn er en de inhoud is ook vaak van voldoende kwaliteit.

Met een beetje sturing en zelfstandigheid kunnen scholieren op zowel basis- als middelbaar niveau kennis tot zich nemen zonder überhaupt een leraar in zicht te hebben. Een vereiste is natuurlijk wel dat scholen een degelijk netwerk moeten hebben, en de tools aanbiedt die nodig zijn. Computers, tablets, enzovoort.

tablets-klaslokaal

Via apps en websites kunnen scholieren quizzes doen die de leraar inzicht geeft in de voortgang van zijn of haar scholieren. Is de stof begrepen ja of nee? Knikkende hoofden zien we in het onderwijs vaak genoeg, ook als de stof niet door iedereen begrepen wordt. Het blijft de vraag of dit soort maatregelen ooit een oplossing voor het lerarentekort zullen zijn.

Onderwijs gebeurt primair tussen docent en leerlingen. Digitalisering is een aanvulling op de huidige gereedschapskist en kan zowel motivatie als resultaten verbeteren, maar de leraar blijft een essentieel element.

Oase of omrit?

Digitalisering is onvermijdelijk, je kunt er niet omheen. Het is een vat vol kansen, maar dat moet met beleid geopend worden en niet alleen ‘omdat het kan’. Grootste zorg voor veel ouders en docenten is dat de ontwikkeling van sociale en communicatieve vaardigheden een deuk kan oplopen door overmatig gebruik van al deze gadgets.

En is deze kennis niet het allerbelangrijkst? Kunnen kinderen zich wel staande houden in deze snel ontwikkelende samenleving als ze zich zowel thuis én op school verliezen in de wereld van digitalisering? Offline interactie blijft essentieel en is een anker voor de ontwikkeling.

Digitalisering is een aanvulling op de huidige gereedschapskist en kan zowel motivatie als resultaten verbeteren, maar de leraar blijft een essentieel element.

Marco Snoek, lector leren en innoveren aan de Hogeschool van Amsterdam, is het hiermee eens. Volgens hem zit de toegevoegde waarde van de leraar vooral in betekenis en interactie: wat leren we, waarom leren we het en hoe kunnen we elkaar in dit leerproces ondersteunen? Als leraren die rol niet goed invullen en zich beperken tot het ‘afdraaien van lesjes’, dan hebben ze weinig toegevoegde waarde ten opzichte van de mobiele en online platformen. En dan lopen ze dus het risico om vervangen te worden.

Waarom leer je iets?

Onderwijsfilosoof Gert Biesta benadrukt dat het in het onderwijs om drie dingen gaat: kwalificatie, socialisatie (het leren omgaan met elkaar en het leren je verhouden tot anderen) en persoonsvorming: het vinden en ontwikkelen van je eigen unieke identiteit en standpunt. Hoe wil jij in de wereld staan? Juist voor die laatste twee, socialisatie en identificatie, zijn leraren onmisbaar.

Studenten van verschillende universiteiten en hogescholen zijn de Bildung Academie gestart, een plek waar ze met elkaar stilstaan bij dit soort wezenlijke vragen die in het gewone onderwijs nauwelijks aan de orde komen. Waarom leer je iets? Welke betekenis heeft het voor jou? Hoe zet je die kennis in en wat kun je er mee in de toekomst? Die vragen worden nog veel te weinig gesteld.

Apps ter ondersteuning

Ontwikkelaars van educatieve apps moeten ook stilstaan bij dit soort vragen, en hun apps zo ontwikkelen dat ze scholieren optimale ondersteuning bieden. Interactieve elementen moeten vooral in het doel staan van leren, en niet teveel afleiden. Risico’s genoeg, maar ook een kans voor het onderwijs om tot een hoger niveau te komen.

Actievere scholieren, meer plezier, betere resultaten, en meer betrokkenheid – wie wil dat nou niet? Er zijn genoeg apps voor basisscholierenmiddelbare scholierenstudenten én docenten die gelauwerd worden, en daar komen er in rap tempo meer bij.

middelbare-scholier-tablet

Tweerichtingsverkeer

Vandaag de dag stelt technologie ons tot alles in staat, maar de technologie alleen is niet genoeg. De wil om samen te groeien en het onderwijs te verbeteren moet van twee kanten komen. Leerlingen én leraren moeten openstaan voor deze nieuwe ontwikkelingen en ze het liefst met beide handen aangrijpen.

Smartphones en andere gadgets kunnen een verrijking voor het onderwijs zijn en de motivatie verhogen, maar zitten Nederlandse scholieren en leraren wel op deze vernieuwing te wachten en kunnen we het wazig naar beeldschermen staren vermijden?

De enige zekerheid die we hebben, is dat verandering in de huidige maatschappij een constante factor is. Mits de aanpak goed is, kan iedereen de vruchten van deze vernieuwing plukken: scholieren, studenten, ouders, scholen en ontwikkelaars. Scholieren moeten in staat worden gesteld om hun talenten te ontdekken en ontwikkelen, en dat zal niet makkelijker gaan door de leraar of de smartphones weg te doen. Zij zijn nu onlosmakelijk met elkaar verbonden en moeten er samen voor zorgen dat ze zoveel mogelijk toegevoegde waarde creëren voor scholieren.

De enige zekerheid die we hebben, is dat verandering in de huidige maatschappij een constante factor is. Mits de aanpak goed is, kan iedereen de vruchten van deze vernieuwing plukken: scholieren, studenten, ouders, scholen en ontwikkelaars.

Studieverlaters

Het terugdringen van het aantal studieverlaters en stuurloze scholieren is makkelijker gezegd dan gedaan, maar met een gedegen aanpak heus mogelijk. Zelfs op de korte termijn. Scholen moeten samen met scholieren en technologie inspelen op persoonlijke creativiteit en vaardigheden.

Het stellen van vragen over het hoe, wat, en waarom van leren in onze klaslokalen zou een goed begin zijn. Uiteindelijk leidt dit tot minder weggegooid geld en meer tijd om jouw dromen te achtervolgen. Als er iets is wat ik goed kan gebruiken, is het tijd en geld. Ik zal vast niet de enige zijn.

Wat vind jij?

Worden er op jouw school apps of online platformen gebruikt? En wat vind jij daarvan? Voegen ze echt wat toe aan je lessen? Of wil je graag een andere mening delen? Ik lees het graag in de reacties.