Kamerleden actief op Twitter, is Facebook geen beter alternatief?
Sociale media en politiek. Op het eerste gezicht lijkt het een prachtig huwelijk. Voor allebei geldt namelijk dat het locaties zijn waar maatschappelijke issue’s zichtbaar worden en visies daarop worden uitgewisseld. Het biedt de voorwaarden om geluiden uit de maatschappij via korte lijntjes de Tweede Kamer in te krijgen. Toch is de uitwerking vaak weerbarstiger.Masterstudente Noortje de Boer vroeg in opdracht van Weber Shandwick aan kamerleden wat zij nu eigenlijk vonden van deze ‘nieuwe’ media. Afgelopen week werden de resultaten gepresenteerd.
93% van de kamerleden zit op Twitter tegen 10% van de burgers. Kloof?
Een eerste blik op de social media-activiteit van kamerleden laat zien dat 93% een Twitteraccount heeft. 42% van de kamerleden deed mee aan het belevingsonderzoek en vulden de enquête in die zij tussen november en december 2013 toegestuurd kregen. Alle politieke kleuren waren in het onderzoek vertegenwoordigd.
Op de vraag wat kamerleden het belangrijkse medium vinden antwoordt 86% van de ondervraagden: Twitter. Slechts 9% van de volksvertegenwoordigers wees Facebook als belangrijkste netwerk aan. Dat is opvallend als je bedenkt dat ‘slechts’ 10% van de Nederlanders zich bevindt op Twitter. Daarentegen heeft 53% van de Nederlanders een Facebookaccount.
Uit een nationaal social media onderzoek door onderzoeksbureau Newcom Research & Consultancy begin dit jaar bleek dat 59% van de Nederlanders juist Facebook als belangrijkste platform aanwees. Snelgroeiende netwerken als Instagram en Pinterest worden door kamerleden vrijwel niet ingezet.
Waarom kiezen onze landelijke volksvertegenwoordigers dan toch voor Twitter als belangrijkste medium? Uit het onderzoek komen drie redenen naar voren: om openheid naar de burger toe te tonen, om in gesprek te treden met burgers en om er voor de burger te zijn.
Als we bovenstaande redenatie volgen, kun je de vraag stellen waarom onze landelijke politici Facebook minder belangrijk vinden dan Twitter. De meeste Nederlanders bevinden zich immers op een ander platform dan waar kamerleden hun boodschappen verspreiden.
Politici vinden gesprekken met burgers belangrijk, maar volgen ze nauwelijks
Als je kijkt naar de accounts die politici zelf volgen, levert een nieuwe interessante observatie op. Zij volgen namelijk vooral andere politici, journalisten, experts en nieuwsaccounts. Dat ‘ons-volgt-ons-principe’ zien we overigens ook terug bij journalisten. Sanne Kruikemeijer concludeerde na haar onderzoek naar het twittergedrag van kamerleden in verkiezingstijd dat zij bovendien weinig persoonlijke, interactieve tweets verstuurden. Tegelijkertijd zag zij een klein effect van het gebruik van Twitter op het aantal voorkeursstemmen dat de kandidaten ontvingen.
Van de ondervraagde Tweede Kamerleden zegt 44% dat ze het belangrijk vinden om op Twitter met burgers in gesprek te gaan. Hoewel je op Twitter niet per se iemand hoeft te volgen om in gesprek te gaan, is het aantal gevolgde accounts van burgers door politici in dat geval toch minstens opvallend laag te noemen.
Ter aanvulling op dit belevingsonderzoek is het voor vervolgonderzoek interessant om te kijken of kamerleden ook inderdaad met burgers in gesprek gaan. Uit ons onderzoek op lokaal niveau bleek dat lokale politici uit Alphen aan den Rijn vooral eigen boodschappen verzonden en converseerden met andere politici. Twittergesprekken met inwoners zonder uitgesproken politieke kleur waren er nauwelijks.
Maar waar gebruiken landelijke politici Twitter dan wel voor in de praktijk? Het onderzoek maakt daarin een onderscheid tussen dagelijkse en wekelijkse gebruikers. In de onderstaande figuur zie je wat de kamerleden zelf aandroegen.
Moeten kamerleden nu massaal op Facebook?
Het mooie aan het onderzoek is dat het de beleving van Tweede Kamerleden (en politiek journalisten) in beeld brengt. Tussen de beleving en het daadwerkelijke gebruik van sociale media bestaan regelmatig verschillen. Nog vaak is het gebruik van Twitter door politici eenrichtingsverkeer. Maar moeten politici nu massaal overstappen op Facebook, zoals bijvoorbeeld minister Timmermans gedaan heeft? Voor de zichtbaarheid van het politieke spel voor burgers zou dat inderdaad een slimme zet zijn. Simpelweg omdat meer burgers Facebook gebruiken.
Maar als het interactieniveau en het gebruik van het medium op Facebook dezelfde patronen volgt als het huidige gebruik op Twitter, maakt het voor het dichten van de kloof tussen de burger en de politiek weinig verschil. In dat geval wordt Facebook enkel een nieuw platform waar politici hun politieke kreten tentoonspreiden. En dat zou zonde zijn.
Bron afbeeldingen in artikel: Twitter en de Tweede Kamer/Weber Shandwick. Foto intro met dank aan Fotolia.