Slimme storytelling: schrijf beeldend, prikkelend en spannend
In de waan van de dag wil iedere professional soms even herinnerd worden aan de vonk die ooit oversloeg, alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld was. De vonk die ervoor gezorgd heeft dat je een bepaald vakgebied hebt gekozen. Creatievelingen begrijpen gelijk waar ik over spreek, dus hoog tijd om hen op te zoeken tijdens de derde editie van het Taalcongres in het Amsterdamse Regardz Planetarium.
Naast de plenaire sessies volg ik vandaag drie interactieve workshops: ‘Columns en blogs schrijven’, ‘Storytelling’ en ‘Spanningsboog schrijven’. Terwijl ik een kop koffie neem, maak ik via de organisatie van De Redactie kennis met Cathelijn Schilder. ‘Tof wijf’ is het eerste wat er ongeremd in mij opkomt en even later hoor ik dat zij toevallig degene is die de workshop ‘Spanningsboog schrijven’ verzorgt. Ik moet nog even geduld hebben, want de workshop staat voor het eind van de dag ingepland.
Schrijf in schilderijen
Het eerste wat Schilder er aan het begin van de workshop uit moet gooien, is dat Alice Munro de Nobelprijs voor de literatuur heeft gewonnen, met als motivatie dat zij master of the contemporary short story is. Schilder is zelf liefhebber van het korte verhaal. In deze haastmaatschappij lezen wij meer dan ooit, maar hoe houd de schrijver de aandacht vast? Sommige series kijken wij tot diep in de nacht. Bij andere hebben wij genoeg aan één aflevering of minder. Schilder doet haar naam eer aan, want zij is voorstander van schrijven alsof het om schilderen gaat. Sla stappen over, begin niet bij het begin en werk met beelden die bewegen en elkaar afwisselen. Natuurlijk is het ook belangrijk dat de titel pakkend is en het verhaal op tijd stopt.
Tekenen
Vaak maakt een schrijver onbewuste en nogal conventionele keuzes. De kracht van een schrijver om zelf zaken in te mogen vullen, is een groot goed. Schilder gaat beelden bij ons oproepen. Samen met de andere cursisten word ik hardnekkig uit mijn volwassen schild gehaald. Teken het beeld is de opdracht en zoom in op details. Tekeningen helpen bij het creëren van scènes en houden vakjargon of buzzwoorden op afstand. Zintuigen staan op scherp. Scènes kunnen vervolgens net als meubels in een kamer worden verschoven. Zonder dat afgrijselijke schild en met lak aan de rotte types van deze wereld, voelt iedere schrijver zich vogelvrij. Als resultaat wordt de tekst spannender. Lezers lijken misschien lui, maar in de werkelijkheid willen zij best hard werken voor een tekst. Ze willen stapsgewijs meer ontdekken. Er blijft iets te raden over.
Series bestaan door de adrenaline die bij de kijkers wordt aangemaakt bij al die enerverende beelden. Vaak heeft elk personage een eigen schrijver en ontstaat het verhaal pas in de montagekamer. Bij series kan de spanningsboog soms de andere kant op schieten, te vluchtig en alleen gericht op actie. Een schrijver die zich van dat spel bewust is, durft zelf te bepalen en deze torpedo over te slaan. Als een schrijver geen zin heeft in schrijven, is er iets mis. Het verhaal is bijvoorbeeld te ingewikkeld geworden. Vaak ontstaan er blokkades bij schrijvers die veel weten. Maak scènes dan fysiek met tekeningen.
Roald Dahl
Het volgende fragment uit Pas op voor de hond van Roald Dahl laat zien hoe beeld voor spanning kan zorgen, evenals het weglaten van informatie. De lezer springt midden in het verhaal en de schrijver maakt een belofte voor het verdere verloop:
[…] Hij vloog de Spitfire nog steeds. Zijn rechterhand lag op de stuurknuppel en het richtingroer bediende hij met zijn linkerbeen alleen. […] Alles is best, dacht hij. Ik doe het goed. […] Als ik land zie taxie ik naar voren, schakel de motor uit en zeg: wil je me even helpen om eruit te komen. […] Dan zal ik zeggen: laat iemand me helpen om eruit te komen. Ik kan het niet alleen want ik ben één van mijn benen kwijt.
Schrijf prikkelend
Het verschil tussen columns en blogs is kleiner dan vroeger, zegt Marieke Groen. Met alle laatste ontwikkelingen op het gebied van media en journalistiek in het achterhoofd en het grote kwaliteitsverschil zoals nooit tevoren, ben ik er een groot voorstander van om beide genres apart te houden. Cursisten noemen een paar zaken op. Vroeger was er een link tussen columns en print, blogs en online, maar dat is niet meer het geval. Verder wordt er gesproken over betaald bij columns versus onbetaald bij blogs, proza met een mening, fictie en non-fictie door elkaar.
Als oefening nemen we twee teksten door, onder andere Dyson van Andriaan Jaeggi die ik nog gekend heb. Dyson is zeker niet zijn meesterwerk. De opdracht is om te gaan staan terwijl de tekst wordt voorgelezen. Zakt de aandacht weg, ga dan weer zitten. Teksten worden besproken en zaken zoals tempoverlies, relevantie, beloftes die (niet) worden ingewilligd, zijpaden, koppen, beschrijving versus dialoog, mogelijkheid om te identificeren en openings- en slotzinnen komen aan bod. Er wordt veel gesproken over emotie. Marieke Groen heeft een uitgesproken mening over prikkelen en pas later vertellen wat ‘het gat’ is. Groen geeft ons een aantal tips, onder andere:
- Schrijf artikelen met een afwijkende mening of originele invalshoek.
- Neem de lezer mee in de gedachtestroom.
- Warm op door in de eerste alinea een aanloop te nemen. Wanneer relevant, schrap die alinea vervolgens.
- Val ergens middenin.
- Zet lezers gerust op het verkeerde been.
- Beschrijf nooit wat lezers moeten voelen.
- Timmer niet alles dicht, laat ruimte over voor de mening van de lezer en houd de spanning erin.
Waargebeurd verhaal
Vervolgens krijgen de cursisten maximaal tien minuten om een kort stuk te schrijven. Geen tijd om een onderwerp te bedenken, houd ik het maar bij een waargebeurd verhaal.
Grijs perron, in één flits de kiosk en mensen die door het station rennen, allemaal met een eigen doel voor ogen. Vanaf het raam kijk ik iedere ochtend met wagenwijde ogen als ik Duivendrecht inrijd. Voordat de metro het perron bereikt, zie ik hem op het tussenstuk van de rails liggen, niet een week, maand of jaar. Gedurende tweeënhalf jaar is hij mijn trouwe reiskameraad. Ik kan het niet helpen. Obsessief kijk ik iedere ochtend naar hem. Hij begroet mij. Hij is onderdeel geworden van mijn ochtendroutine. Hij steunt mij vertrouwelijk bij ochtendhumeuren. Hij is er, ook al begrijp ik niet hoe dit kan. Met de tijd zie ik hem veranderen. Ziet niemand anders hem? Ik begin van hem te houden, ook al leeft hij niet meer. Voor mij is hij onvergetelijk. Inmiddels ligt hij er niet meer, maar in gedachten zie ik hem voor altijd. Naakt, puur, vertrouwd en kleurrijk. Mijn duif op Duivendrecht, dank je wel.
De reacties zijn positief als ik dit voorlees. Emotie zit erin en het onderwerp wijkt af van anderen. Wij spreken verder over het juiste moment, wending, een cliffhanger en iets anders erbij halen. Een verhaal schrijven in tien minuten is natuurlijk niet te doen, maar met die eerste krabbels wordt er wel een basis gelegd. Sommige cursisten zouden de duif eerder willen introduceren. Eén cursist noemt de eerste zin barok. Daar moet ik hard om lachen, want af en toe hoort dat bij mij en dat is prima. Schrijvers moeten zeker eigenwijs durven zijn.
Schrijf volgens de checklist
Marelle Boersma geeft in de workshop Storytelling een checklist van kernzaken die een verhaal opbouwen:
- Begin
- Hoofdpersoon
- Gebeurtenissen / handelingen
- Conflict / worsteling / dilemma
- Tegenstander(s)
- Medestander(s)
- Wending
- Eind
Vraag jezelf af waarom je de dingen doet die je doet. Zie onmogelijkheden in als mogelijkheden en deel verhalen. Een verhaal zorgt onder andere voor verbinding, herkenning en beweging. Vertel je het niet door, dan blijft het slechts een verhaal.
Beeld
Beeld is van invloed op de manier waarop wij naar de wereld kijken. Tegelijkertijd weet niet iedereen wat van beeldgrammatica af. Sommigen weten dat framing wordt toegepast, maar hoe heurt eh, hoort het eigenlijk en wat geloven we van wat we zien? Gert de Graaff spreekt over beeldtaal waar allemaal zaken onder vallen, zoals vorm, stand, mise-en-scène, kleur en plaats.
Het beeld kan minimaal in twee delen worden gesplitst. Rechts is het belangrijkste gedeelte. Links is ondergeschikt. Dit heeft te maken met hoe onze hersenen verwerken wat er gezien wordt. Zo werden advertenties in print jaren geleden altijd links afgedrukt. De Graaff laat praktijkvoorbeelden zien. Bij duopresentaties zit de vrouw rechts in beeld. De veroorzaker van een grote ramp wordt links geplaatst, terwijl de ramp groot in de rechterhelft van het scherm te zien is en meer.
De kracht van montage
Mensen met dezelfde mening kijken dezelfde kant op. Mensen met tegenovergestelde meningen kijken juist ieder een andere kant uit. Veel hoofdruimte maakt een spreker kleiner en is een middel om iemands verlies aan te duiden. Van onder naar boven filmen, zorgt ervoor dat iemand groter wordt en we tegen deze persoon op kijken. Iemand in een kader zetten, kan een instrument zijn om te laten zien dat de persoon klem zit. Inzoomen maakt wat een persoon zegt gewichtig en uitzoomen juist minder. Verzuipt iemand in de achtergrond of wordt de persoon naar voren geschoven door een onscherpe achtergrond? Dit zijn slechts enkele simpele voorbeelden van wat er mogelijk is. Montage moet wel zo natuurlijk en dus onzichtbaar mogelijk zijn.
Fileren met Gert
De Graaff adviseert vele zenders in beeldtaal en montage. Ze noemen het in Hilversum fileren met Gert. Problemen tussen tekst en beeld zorgen voor een lastig huwelijk. De Amerikaanse filmindustrie is hier als geen ander van bewust. Wereldwijd zijn zij er nog steeds het beste in. “It’s not what a movie is about, it’s how it is about it,” zoals Robert Ebert ooit zei. Eens in de zoveel tijd komt er een diamant langs.
Foto intro met dank aan Fotolia.