Wearable devices, big data & mobiel: wat staat ons te wachten?

China heeft op dit moment de snelste supercomputer ter wereld. De Thiane-2 is bijna twee keer zo snel als de snelste computer in de Verenigde Staten. De mogelijkheden van deze supercomputer werden deze zomer kort besproken tijdens een radioprogramma op BNR nieuwsradio. Wat al snel duidelijk werd, is dat de computer zich sneller ontwikkelt dan de software die ervoor geschreven moet worden.

De supercomputer

Het voordeel van een supercomputer is dat deze in korte tijd een enorme dataset kan analyseren en doorrekenen. En hiermee dus ook in staat is om voorspellingen te doen. Een computer moet echter altijd nog weten welke berekening hij moet doen, welke richting op. En dat is de taak van de ontwikkelaar, om die software te schrijven. Een ‘briefing’ voor de supercomputer, waardoor deze in staat is om aan de slag te gaan.

Het radiointerview werd afgesloten, want de filemelding stond klaar. De aankondiging begon met een grap van de interviewer dat er een kans was dat de persoon van de filemelding wellicht ooit op een dag niet meer nodig zou zijn. Uiteraard niet, vond de man van de filemelding, want ongelukken zijn tenslotte nooit te voorspellen. Wacht even, is dat zo?

Goed, aan de ene kant hebben wij de supercomputer voor het analyseren van data. Aan de andere kant hebben wij een andere supercomputer, de Google Driveless Car die er straks voor zal zorgen dat het woord verkeersongeluk wellicht voor goed uit het woordenboek verdwijnt. Linksom of rechtsom zal verkeersinformatie andere vormen aannemen.

Wearable computers

Nu de big mobile revolution bijna ten einde is en een meer mainstream vorm heeft aangenomen, staat er een nieuwe revolutie voor de deur. Die van wearable devices. Verwacht wordt dat wearable computing de komende jaren een markt van 50 miljard dollar in omzet oplevert. En dat er rond 2016 200 miljoen wearable devices verscheept worden. Dat is aanzienlijk meer dan de 17 miljoen in 2011.

Bij wearable devices denken we nu vooral aan Google Glass en ‘slimme’ horloges, zoals de Pebble of de aangekondigde iWatch van Apple en Galaxy Gear van Samsung. Overigens was het horloge van Penny uit Inspector Gadget begin jaren tachtig zijn tijd ver vooruit. Maar er zijn veel andere vormen van wearable devices denkbaar.

De ontketening van draagbare devices

Zowel in kleding als in sportschoenen en eigenlijk op alle denkbare plekken rondom het lichaam, is een wearable device te monteren. Investeerders geloven heilig in deze nieuwe ontketening van draagbare devices. Zo kreeg de start-up Fitbit onlangs een extra investering van 43 miljoen dollar. En dit is slechts het begin. We staan aan de vooravond van een ontketening van veel nog te introduceren soortgelijke apparaten.

De huidige technologie en investeringen in wearable devices richten zich voornamelijk op health tracking en fitness. Devices zoals Fitbit, Jawbone en Nike+ richten zich op monitoring met bewegingssensoren. Dagelijks kun je zo goed bijhouden hoeveel beweging je krijgt en hoeveel kilometer je per dag loopt, rent, fietst en zelfs hoe goed en veel je slaapt.

Er zijn al start-ups die hier heel slim op in spelen, door alle verschillende tracking tools met elkaar te vergelijken. Zo is er het platform MapMyFitness, waabij de gegevens van Nike+ en Jawbone gecombineerd gebruikt kunnen worden in hetzelfde dashboard.

Quantified self

Wearable devices, zoals My Basis, gaan nog een stapje verder doordat zij je hartslag, transpiratie-niveau en lichaamstemperatuur meten. Scanadu meet zelfs je hartslag, je huid- en lichaamstemperatuur, zuurstofniveau van het bloed, ademhalingsfrequentie, bloeddruk, hersengolven en emotionele stress. De Scanadu is niet echt een wearable device te noemen, gezien je het niet 24/7 bij je draagt. Het is aannemelijk dat dit op korte termijn wel gebeurt.

De groep mensen die deze devices als eerste gebruikt, wordt ook wel de quantified self genoemd. De groep die alles wilt weten over wat er in en met het lichaam gebeurt. Om zo direct te weten wanneer er iets aan de hand is, of juist om betere prestaties te leveren als het gaat om de fysieke gezondheid. De devices van nu richten zich voornamelijk op plaatsing op en rondom het lichaam. De verwachting is dat deze quantified self-apparaten binnen vijf tot tien jaar ook binnenin het lichaam geplaatst worden.

Naast de zorg zie je steeds meer andere sectoren meedoen met de quantified self-beweging. Zo loopt er op dit moment een Kickstarter-project voor de funding van de Trace Tracker voor surfers, skateboarders, skiërs en snowboarders. Waarbij de sporters hun sportprestaties real-time kunnen meten, delen en vergelijken.

Kansen en bedreigingen van big data

De keerzijde is wellicht de analyse en interpretatie van alle data. Want wie zegt dat een bepaalde hartslag of veelvuldig transpireren op een ziekte duidt? Uiteraard is het dearts die daar het beste over kan beslissen. De kans bestaat dat consumenten hun eigen conclusies gaan trekken en dat er een golf van paniek ontstaat over de kwalen die er zich allemaal in het lichaam af kunnen spelen. Een platform dat daar nu al goed op inspeelt is Patientslikeme. Een community waar burgers hun ziektepatroon bijhouden en met elkaar kunnen vergelijken. Deze data wordt nu al door artsen gebruikt om betere prognoses te stellen bij andere patiënten en hier de medicatie op aan te passen.

(Mis)interpretatie van data & privacy

Naast de (mis)interpretatie van data ontstaan er hier en daar ook al discussies over de bescherming van privacy bij wearable computers. En wat gebeurt er met al deze data? Krijgen verzekeringsmaatschappijen ook inzicht in onze gezondheidsanalyses en levenspatronen? En wie zegt dat dit een negatief effect heeft?

Het kan echter ook een andere kant op vallen. Mensen die gezond leven en hier ook echt naar streven door het volgen van fitnessprogramma’s en minder vet eten, betalen een lagere zorgpremie. En consumenten die minimaal tien kilometer per dag wandelen en vijf kilometer hardlopen, krijgen niet alleen extra fuel punten binnen hun Nike+ programma, maar tevens een extra korting bij een aanvulling op de zorgverzekering. Partnerships tussen producenten van wearable devices en zorgverzekeraars zijn niet ondenkbaar.

Maar ook bezoekjes aan de huisarts kunnen afnemen, omdat de mensen die zich altijd zorgen maken, nu constateren dat het pijntje slechts een kleine griep is. Resultaten kunnen vergeleken worden in een benchmark, waarbij soortgelijke mensen met soortgelijke klachten een soortgelijke oplossing vinden. De sector die veel met mobile, wearables en quantified self te maken gaat krijgen is de zorg. Een korte video over de vooravond van de uitdaging bij de mHealth-sector:

Hulp bij de behandeling van kanker

Mobiele devices kunnen in combinatie met supercomputerkracht in korte tijd beslissingen maken met minimale foutmarges. De kosten voor verkeerde diagnoses en behandelplannen gaan hiermee drastisch omlaag.

IBM Watson wordt bijvoorbeeld op dit moment gebruikt voor een grootschalig project binnen de zorg, waarbij computerkracht gebruikt wordt om hulp te bieden bij de behandeling van kanker. Nog dagelijks (en in toenemende mate) krijgen doktoren en artsen een overload aan informatie over nieuwe behandelingsmogelijkheden, genetische data en procedures. Daarnaast stapelen de patiëntendossiers met bijbehorende behandelplannen zich op en komen er steeds meer nieuwe inzichten bij.

Al deze data kan gebruikt worden om patiënten en resultaten van behandelingen onderling met elkaar te vergelijken. Met deze overload aan data weten doctoren en artsen op dit moment maar weinig raad: er is gewoonweg geen tijd om al die data door te nemen en te structureren. En juist hier komt IBM Watson om de hoek kijken, om dit werk uit handen te nemen en in korte tijd de juiste beslissingen te nemen.

Toepassingen mobiele data

Op dit moment worden mobiele telefoons al gebruikt om files te voorspellen, maar ook om grote stromen mensen in kaart te brengen. Met deze data zijn festivalorganisaties beter in staat om hun bezoekersstroom te managen en alles in goede banen te leiden. Dit monitoringssysteem is uiteraard voor veel andere marketing geschikt. Met de golf van wearable devices zal de big data-revolutie voorlopig nog niet tot stilstand komen. Deze berg aan data groeit de komende jaren alleen nog maar. De grote vraag is: wat gebeurt ermee en wie plukt er de vruchten van?

Wie plukt er de vruchten van?

Nu al is Google in staat om bepaalde grieptrends te monitoren met Google Flutrends. Dit doen zij nu nog door het analyseren van het zoekgedrag in de zoekmachine. Zij geven dan ook het volgende aan: “We hebben ontdekt dat er een sterk verband is tussen het aantal mensen dat zoekt naar grieponderwerpen en het aantal mensen dat daadwerkelijk griepsymptomen heeft.”

Dit model is in theorie nog speculatief, maar toch ook nauwkeurig gebleken. Met de komst van wearable devices wordt deze data ineens een stuk betrouwbaar. De voorspellingen we hiermee kunnen doen beloven een interessante markt te worden voor virologen. Maar ook voor een breed scala aan onderzoekers, ondernemers en corporate bedrijven die beschikken over al deze data. Er is al een start-up die gebruik maakt van de fluctuatie in de temperatuur van de mobiele telefoon, om weersvoorspellingen te doen.

Voorspellingen doen

Zelfs in Nederland analyseren we het netwerk van mobiele telefoons om regenval te voorspellen. Met de komst van de supercomputer kunnen straks niet alleen nauwkeurige weersvoorspellingen gedaan worden, ook de verspreiding (en wellicht zelfs het ontstaan) van bepaalde virussen en potentiele epidemieën kunnen we dan voorspellen.

The new wave in mobile

Voor alle data die er straks is, ontstaan nieuwe markten. En de motor achter deze nieuwe markten is de opkomst van de wearable devices. Op een dag zijn we niet meer in staat om zelf berekeningen los te laten op deze enorme dataset. Dit werk wordt overgenomen door de nieuwe supercomputers, die in korte tijd veel berekeningen uitvoeren, om zo voorspellingen te doen. Zoals Google nu al gebruik maakt van het zoekgedrag van groepen mensen om voorspellingen te doen over een mogelijke griepepidemie, zo ontstaan er nieuwe bedrijven die de berg data uit wearable devices gebruiken.

Zijn we in staat om verkeersongelukken te voorspellen?

Aan het begin van dit artikel stelde ik de vraag of we ooit in staat zullen zijn om verkeersongelukken te voorspellen. Mijn stelling is dat dit gaat gebeuren. Minority Report is dichterbij dan we denken, en dan bedoel ik niet de nieuwe gesture control. Waar ik dit op baseer? Op dat er nu al succesvolle investeringsrondes voorbij komen die funding zoeken voor brain wave measurement. Hierbij wordt hersenactiviteit gemeten door het analyseren van de hersengolven.

Naast dat het met hersengolven mogelijk is om gedrag en emotie te meten, is het mogelijk om spraak en besturing te realiseren met hersenactiviteit. Door alleen maar te denken aan een bepaalde richting of beweging, wordt deze beweging (op computerscherm of bionische arm) ook uitgevoerd.

Als deze data gebruikt kunnen worden voor het activeren of aansturen van bepaalde bewegingen, dan is deze data ook te gebruiken voor andere doeleinden bij data-analyse. Laat staan wat de mogelijkheden zijn bij een combinatie van Google Glass met een device als Emotiv Insight. Niet vreemd, want nu al bereidt Google zich voor op een toekomst van computers zonder schermen. Als ik op de autosnelweg denk naar links af te willen slaan, dan is dat mijn denkrichting.

Hub naar een wereld vol nieuwe mogelijkheden

Niet alleen het gebruik door consumenten, maar voornamelijk de data die verkregen wordt, biedt veel nieuwe mogelijkheden. Een mobiele telefoon was ooit een device waarmee je kon bellen en surfen. Over niet al te lange termijn krijgt mobiel een hele nieuwe vorm, als hub naar een wereld vol nieuwe mogelijkheden. De wereld van the internet of things komt steeds dichterbij en zal big data opleveren die van onschatbare waarde is.

Foto intro met dank aan Fotolia