Ontwerpen voor Google Glass & robots in je broekzak
Dag vier van SXSW. Morgen is de laatste dag van de interactive conferentie. Ook vandaag zijn onze hoofden weer gevuld met oude vragen, nieuwe antwoorden en spannende toekomstvisies. We zijn teleurgesteld, aangenaam verrast en geïnspireerd tegelijk.
Foursquare update: from social to utility
Dennis Crowley, CEO en oprichter van Foursquare, komt naar SXSW en geeft toelichting op de stand van zaken en toekomst bij het nog altijd groeiende sociale netwerk. Foursquare, ooit begonnen als de check-in service met de beroemde badges, heeft inmiddels dertig miljoen gebruikers wereldwijd, waarvan anderhalf miljoen zeer actief. Deze community onderhoudt grotendeels zelf de database met meer dan 50 miljoen POI’s, waaronder ruim een miljoen actieve ‘merchants’.
Maar de leaderboards met punten en badges zijn allang niet meer het belangrijkste voor Foursquare. Het gaat inmiddels veel meer om het delen van interesses en het krijgen van aanbevelingen. Dennis zegt het zo: “Foursquare is software that makes cities easier to use”. Daarin staan ze niet alleen. Hun belangrijkste concurrent – zoals voor steeds meer bedrijven – is Google. Maar wat Google op dit moment ontbeert is een user base voor bijna real time data. Steeds meer partijen ontdekken dit en gebruiken de API die Foursquare biedt. De Highlight app die we gisteren bespraken, gebruikt deze ook.
De 3 miljard check-in data points die Foursquare inmiddels heeft verzameld, kunnen gebruikt worden voor fantastische datavisualisaties. Zoals het wegvallen van het Foursquare-gebruik tijdens de storm Sandy, die New York afgelopen oktober trof.
Passive tracking
De toekomst van Foursquare, en naar onze verwachting van veel location based-diensten, is passive tracking. Zoals het nieuwe Foursquare Radar doet. Passive tracking staat automatisch inchecken toe, maar ook push-adviezen op basis van je gedrag en bewezen voorkeuren. En dat is voorlopig de nieuwste grens in hyperlocal services: de beweging naar een interest graph, waarbij bedrijven informatie delen over jouw voorkeuren. Foursquare hoopt zich te ontpoppen tot de marktleider daarin. Maar dat zullen Google en Facebook vast niet zomaar laten gebeuren.
Interface Design: designing the space in between
Corey Chandler heeft gewerkt voor eBay en Microsoft als UX-ontwerper en werkt nu als zelfstandig ontwerper. Jorge Furuya Mariche is lead UX-designer bij HTC. In deze sessie gaan de sprekers in op gebruik van transities in een interface. In de film- en muziekwereld zijn transities heel normaal en worden ze ingezet om verbinding te maken tussen verschillende scènes of delen in een muziekstuk. In de interactieve wereld werkt dit eigenlijk net zo. Zeker met de komst van touchscreens en de beschikbaarheid van betere hardware en nieuwe mogelijkheden binnen de software zijn transities relevanter geworden.
We bekijken de Apple maps app op de iPhone als voorbeeld. Wanneer je je bookmarks tevoorschijn haalt, schuift deze van onder naar boven in. Kies je er eentje, dan valt een pinnetje van boven naar beneden op de kaart. Wanneer je dezelfde sequentie zonder deze kleine animaties laat zien, is het opeens een veel abstracter proces. De transities zijn niet alleen mooi, maar ook heel functioneel en helpen de gebruiker te begrijpen wat er gebeurt.
Beiden concluderen dat het ontwerpen van transities in toenemende mate een subdiscipline wordt binnen het UX-domein. De manier waarop er nu gewerkt wordt (vanuit statische schermen, wireframes) verandert snel en er komt meer ruimte voor rapid prototyping om iets als beweging goed vorm te geven en te toetsen.
De sessie eindigt met enkele tips om transities te ontwerpen:
- Maak prototypes! Denk aan Keynote en Powerpoint, want die geven je snel een gevoel of het goed voelt.
- Breng vooral een transitie in als er een grote verandering tussen schermen is, die de gebruiker anders kan verwarren.
- Hoe vaker een transitie plaatsvindt, hoe discreter (minder aanwezig) deze moet zijn, anders wordt het al snel over the top.
- Hou in de gaten voor welk medium je werkt. Maak dus niet iets wat niet kan op de hardware die je tot je beschikking hebt, of wat niet passend is voor de situatie waarin je de hardware gebruikt.
Transities verbeteren de gebruikservaring onbewust. Je merkt ze niet echt op, maar ze helpen de gebruiker enorm.
Building New Experiences with Google Glass
Tegen de verwachting in is er op SXSW vrijwel niets te vinden over Google Glass. Wanneer er dan ook op het laatste moment een praatje van Timothy Jordan (Sr Developer Advocate voor Google) wordt toegevoegd aan het programma, zit de zaal al ruim voor aanvang bomvol.
De man wordt enthousiast en vol verwachting verwelkomd. Wat gaan we krijgen van hem? Gaat hij Google Glass demonstreren? Het belangrijkste van deze sessie is eigenlijk het gevoel. Het gevoel in de zaal dat we getuige zijn van de ‘next big thing’. We wachten immers al een tijdje op de grote innovatie na de iPhone. De hooggespannen verwachtingen worden deels ingelost. Deels, want Glass is nog niet af. Het volledige potentieel van de hardware is dus nog wat in nevelen gehuld. Maar dat het de volgende stap is in technologie staat wel vast.
Technologie die niet in de weg zit
Google Glass is eigenlijk veel meer een vorm van wearable computing dan dat het augmented reality is. Wearable computing moet er zijn wanneer je het nodig hebt en uit je gezichtsveld wanneer je het niet gebruikt, aldus Jordan. Daarom ook zit het glazen schermpje van Glass niet direct in je gezichtsveld. Je moet een beetje omhoog kijken. Het is dus niet zoals alle smartphoneschermpjes die tijdens een concert omhoog gehouden worden waarbij mensen een concert via hun telefoonscherm beleven. Glass zit niet in je gezichtsveld en zit niet in de weg.
We zijn natuurlijk vooral benieuwd naar de realtime demo. Hoe ziet die interface er nu uit? Werkt het een beetje allemaal? Gelukkig stelt Timothy ons daarin niet teleur en legt ons de basisprincipes uit terwijl hij Glass bedient. Wij kunnen meekijken op het scherm.
Allereerst demonstreert hij de fysieke component van de bediening. Om Glass aan te zetten, raak je hem aan aan de zijkant. Om het beeld af te zetten, slide je naar beneden op de zijkant van de bril. Door heen en weer te sliden over de poot kun je door de interface scrollen. Verder heeft Glass besef van elementaire hoofdgestures, zoals naar boven kijken om ‘m uit te zetten.
Vernieuwende interface
Wat we echt bijzonder vinden en wat zeer vernieuwend is, is het centrale interfaceconcept: de timeline cards. De hele interface bestaat uit individuele schermpjes die in volgorde van het moment waarop je ze hebt gebruikt op een virtuele rij staan. Je kunt er met je vinger op de zijkant van de bril doorheen swipen. Voor uitgebreidere navigatievraagstukken gebruik je de voicecontrol. Jordan demonstreert deze “natural language” interface, die min of meer werkt zoals Siri. Er is dus niet een strikte vorm van hiërarchische navigatie. Het is sterkt gericht op het “hier en nu” uitgangspunt van Glass. Men verwacht dat je niet uitgebreid de tijd hebt om allerlei dingen op te zoeken. Daar zijn andere, meer geschikt devices voor.
Opvallend is de uiterst simpele interface, met een minimum aan grafische elementen. Jordan geeft een voorbeeld van een toepassing die met de New York Times is ontwikkeld. Alleen het minime logootje van de New York Times verraadt dat het content van de New York Times is. De interface is niet simpel vanwege gebrekkige hardware, maar vooral omdat interface-elementen in wearable computing snel in de weg zitten.
Jordan geeft ons alvast vier guidelines bij het maken van services voor Glass:
- Ontwerp je service specifiek voor Glass. Het is een uniek platform, mobiel, maar volledig uniek. Simpelweg een bestaande service vertalen naar Glass zal niet werken.
- Loop je gebruiker niet voor de voeten. Mensen kiezen hun momenten waarop ze Glass gebruiken. Je wil geen continue ‘presence’ hebben, het moet heel discreet allemaal.
- Lever je content daar en dan. Glass is nog meer dan een smartphone een ‘right now’ device.
- Voorkom verrassingen. Omdat wearable computing zo dicht op je huid zit, zijn onverwachte gebeurtenissen uiterst onwenselijk. Geen pushy notificaties, geen onverwachte visuele zaken.
Jordan sluit af met de vaststelling dat we hier op SXSW ontdekkers en pioniers zijn. Het is nog niet duidelijk waar het heen gaat met Glass of wat het gaat betekenen. Maar dat dit product een heel grote impact gaat hebben, is kraakhelder. We kunnen niet wachten op de lancering ervan.
Embracing Analogue; why physical is hot
Hoe meer we online zijn, hoe meer we de fysieke wereld waarderen, aldus een onderzoek van JWT Intelligence. Met standaard associatietechnieken hebben ze de onbewuste emotionele reacties op specifieke objecten zowel in fysieke als in digitale vorm gemeten. De uitkomst: “People are fetishizing the physical and the tactile”
Er zijn onderzoeksresultaten die ondersteunen dat dit het geval is.
Zo vindt 70% van de mensen dat krassen op spullen dingen juist persoonlijk maken en mist datazelfde principe in de digitale wereld, is er in de USA een voorspelde stijging van 25% in verstuurde post voor de komende 3 jaar en toont de Vinyl plaatverkoop een 19% groei per jaar.
Hoe kun je dit gegeven gebruiken in productontwikkeling?
- Zorg dat digitale diensten ook inspelen op dit soort emoties. Als voorbeeld geven ze de filters in Instagram die er een ouderwets fotogevoel aan geven.
- Gebruik fysieke objecten om de percieved value van digitale diensten te vergroten. Als voorbeeld noemen ze de band Datarock die een DataRock Diamond verkoopt met USB drive met de muziek erop.
- Sla een brug van digitaal naar fysiek. Voorbeeld: een online ansichtkaartenservice. JWT adviseert om ook de sociale wereld van consumenten te vertalen naar de fysieke wereld, met als voorbeeld Stitchtagram, waar je je vriendennetwerk kan printen op kekke kussentjes.
100 Year Starship: instellar travel and beyond
Je zou het haast vergeten, maar de United States of America is wel het land van de NASA. Vandaar waarschijnlijk de vele aan ruimtevaart gerelateerde presentaties en panels tijdens deze SXSW. Het heeft ongetwijfeld ook te maken met de aangewakkerde belangstelling voor ruimtereizen. Het 100 Year Starship, Instellar Travel & Beyond programma streeft ernaar om binnen nu en 100 jaar instellar travelling mogelijk te maken. Opvallend: het nut van dit programma wordt hier door niemand hier in twijfel getrokken, behalve misschien door ondergetekende.
Op het podium zaten moderator Benjamin Palmer (creative thinker, een punker a la Sid Vicious), Mae Jemison (de eerste gekleurde vrouwelijke astronaut), dr. Jill tarter van het SETI Institute en acteur LeVar Burton, bekend als commander Geordi La Forge uit Star Trek. Het was een bont gezelschap, maar juist dát maakte het panel boeiend.
Tarter – type oude wijze vrouw – werkt bij SETI, dat staat voor Search for Extraterrestrial Intelligence. Far fetched zou je denken, maar niet voor Tarter en haar instituut. Ze maakte het volstrekt voorstelbaar dat we straks kunnen leven op andere planeten. En dan praten we niet over twee eeuwen, maar volgens haar is het haalbaar voor onze kleinkinderen. Ze gaf en passant Amerika een veeg uit de pan en pleitte voor meer samenwerking met andere landen, want ‘we can’t do this alone.’
Burton trok duidelijk de trekkies in de zaal. Hij wist op mooie wijze duidelijk te maken wat Star Trek heeft betekend voor het voorstelbaar maken wat nieuwe technologieën kunnen betekenen voor de mensheid. Van Star Trek’s Holodeck, mobiele telefoons tot aan Google Glasses dat natuurlijk overeenkomsten vertoont met La Forge’s bril in Star Trek. De meeste indruk echter maakte de welbespraakte en overtuigende Mae Jemison. Ze benadrukte de waarde van innovaties uit de ruimtevaart in ons dagelijks leven en gaf aan dat we moeten durven dromen om ergens te komen. Als we de grand challenges willen oplossen, streef dan niet naar marginale verbeteringen, maar ga voor radicale innovaties, dat is de enige manier om ergens te komen.
Het was fascinerend om te zien hoe de zaal aan de lippen hing van de sprekers. Ik betrapte mezelf erop dat ik me voornam om het programma de komende jaren te monitoren. Het was voor ons Europeanen een mooi lesje in groot denken. Alleen zo kom je op de maan terecht.
Interact with the TV: Say it, wave it, take it 3D
Deze paneldiscussie over nieuwe vormen van interactie met het tv-scherm zag er op papier interessant uit. De enorme keuzevrijheid voor wat je wilt zien, wanneer je het wilt zien en met wie je het wilt zien, zorgt voor belangrijke uitdagingen. Dat klassieke televisie niet echt meer voldoet is duidelijk. Maar wat dan?
Het panel bestaat uit Gary Clayton (nuance Communications), Ohad Shvueli (PrimeSense), Tom Woods (Rovi Corporation) en wordt geleid door Tom Adams (IHS). Vanaf het begin is duidelijk dat de moderator geen aansluiting vindt met de panelleden. Hij stelt vragen die niet relevant zijn voor de discussie en die buiten het expertisegebied van de panelleden vallen. Zij weten er duidelijk ook geen raad mee. Ongeveer halverwege de discussie is Gary het duidelijk zat en neemt, gesteund door Ohad, de leiding over, wat een golf van opluchting teweegbracht in de zaal.
Gary en Ohad bespreken de uitdagingen en mogelijke oplossingen van het moderne tv-kijken. Personalisatie, distributie en interactie met behulp van gestures, voice control of combinaties passeren de revue. Vele onderwerpen worden aangeraakt, maar het blijft allemaal hangen op het niveau van signaleren van huidige problemen en dagdromen over de eventuele oplossingen. Tom is uitgecheckt en voegt eigenlijk tot het einde van de discussie niets meer toe.
En zo zijn de écht interessante issues niet aan bod gekomen. Hoe verhoudt the second screen zich tot the big screen? In hoeverre kunnen personalisatie en intelligentie bijdragen aan een overzichtelijker aanbod en meer intuïtieve interface? Heeft samen tv kijken als sociale activiteit een toekomst of is dat voorbij? We zien de paneldiscussie-formule op SXSW wel vaker falen. Tom Adams had zich kunnen revancheren in dit panel door aan deze experts de vraag te stellen: ‘wat zijn we eigenlijk opgeschoten de afgelopen 10 jaar?’ Gelukkig is SXSW nog niet voorbij en zijn er nog genoeg kansen..
A robot in your pocket
De twee jolige heren Jeff Bonforte van Xobni en Amit Kapur van Gravity houden ons voor dat er meer en meer robots in ons leven zijn. Hij begint met een quote van Douglas Adams, die een robot definieerde als “your plastic pall who is fun to be with”. Het collectieve beeld van robots wordt bepaald door mechanische mannetjes. Een betere definitie van een robot is volgens hem “een stuk technologie dat beslissingen neemt namens ons”. Artificiële intelligentie dus eigenlijk.
Bonforte en Kapur knopen handig en met veel humor de trends Big Data, Artificial Intelligence en mobiele technologie aan elkaar. Een ‘robot’ kan alleen keuzes maken als deze relaties kan leggen tussen op-zichzelf-niet-met-elkaar-verbonden gegevens. Een locatie krijgt bijvoorbeeld pas betekenis als je meer weet van de persoon die op die plek is. Neem iemand die op de Amsterdamse Wallen is en een zoekvraag heeft via zijn mobiele telefoon. Als die persoon Amsterdammer is en toevallig in de buurt woont, zoekt die waarschijnlijk heel iets anders dan een Britse toerist. Het vermogen om de totale context te interpreteren maakt een stuk software pas echt intelligent.
Bonforte laat ons twee manieren zien in hoe kun je bepalen of het regent vandaag. Je kunt barometers bekijken en wolkenpatroon en daaruit vaststellen dat het waarschijnlijk wel zal regenen. Maar je kunt ook van 1 miljoen mensen de keuze van schoeisel opvragen en op basis daarvan beoordelen of het gaat regenen. Een stochastische benadering die mogelijk is door het leggen van relaties uit “big data”. En een impliciet verband.
Impliciete vs. expliciete data
Want heel interessant voor het ontwikkelen van intelligente diensten is het onderscheid tussen expliciete en impliciete data. De laatste is vaak preciezer en duurzamer dan de eerste. Wie zijn bijvoorbeeld je favoriete personen uit je adresboek? Als je bekijkt welke mensen je vaak mails stuurt en met wie je vaak afspraken maakt in je agenda, dan kun je daaruit opmaken wie je favorieten zijn. Dat hoef je niet expliciet te markeren. Een impliciet verband is in potentie duurzamer, omdat computers het vermogen hebben dit constant aan te passen. Iedereen die voor de zoveelste maal een groep vrienden probeert te categoriseren in Facebook weet hoe waar dit is.
Ook wordt Google Now als voorbeeld genomen van wat er nu al mogelijk is. Google Now kan voorspellingen doen op basis van gedragspatronen. Als je elke dag van een bepaald adres naar een ander adres rijdt, dan kan Google Now concluderen dat dit waarschijnlijk je woon-werkroute zal zijn en kan het je op basis van dit patroon reisadviezen geven. We kunnen dus afscheid nemen van het beeld van robots als mechanische wezens. Een smartphone komt heel wat meer in de buurt.
Frankwatching doet in een serie artikelen dagelijks verslag van SXSW. De bijdragen van Fabrique zijn een coproductie van Gert Hans Berghuis, Jeroen van Erp, Pieter Jongerius, Matthijs Klinkert, Sanne Wijbenga en Erik van der Meer. Hier vind je de hele serie over SXSW 2013.