Technologie voor onze zintuigen: de één verwend, de ander vergeten
Vijf. Dat is meestal het antwoord op de vraag hoeveel zintuigen een mens heeft. Aristoteles benoemde ooit de klassieke gewaarwordingen: zien, horen, proeven, ruiken en voelen. De eerste twee krijgen de meeste aandacht. We hebben woorden voor mensen die niet kunnen zien: de blinden, of niet kunnen horen: de doven. Maar hoe noemen we iemand die niet kan proeven, ruiken of voelen?
Horen & zien: favoriete zintuigen van de technologie
De technologie stortte zich gretig op de top-zintuigen ‘horen’ en ‘zien’. We weten allemaal welke rol digitalisering heeft gespeeld in de verhouding tussen het oor en een geluidsbron, of het nu een gesprek is of muziek. Er is een tijd geweest dat je alleen iets kon horen en zien als je op het zelfde moment in dezelfde ruimte als die van de geluidsbron bevond. De ouderwetse eenheid van tijd, plaats en handeling. Toen kwamen de barden en troubadours, die met een lang gedicht in hun hoofd reisden, van dorp naar dorp. Je zou ze de eerste rondtrekkende geluidsdragers kunnen noemen.
Gevangen geluid
De techniek zorgde er vervolgens voor dat geluid kon worden gevangen in een opname, en later weer worden losgelaten, beluisterd. In het begin was de kwaliteit beroerd, gaandeweg werd het beter. Het werd zelfs beter dan wat de oren nodig hebben. De cd-kwaliteit is prachtig, maar meer dan we vragen. Daarom was iedereen al heel snel tevreden met de mindere kwaliteit van mp3. Dat was goed genoeg, bovendien veel compacter en dus makkelijker en sneller te verspreiden. Een goed excuus om er niet voor te betalen. Wat het oor meemaakte zou ook het oog ervaren.
We hebben genoeg, de mens is voldaan
Ook hier kwam de mogelijkheid om het beeld vast te leggen, eerst zonder geluid, op analoog materiaal. De super-8 filmpjes bijvoorbeeld. Daarna werd digitalisering de norm. We kwamen bij de verschillende videobanden, daarna dvd’s, met een uitstekende kwaliteit. Meer dan genoeg voor het oog. Het nog betere blu-ray is een overdaad die maar aan weinigen is besteed. Net zoals als 3D-televisie of film, of schermen met miljoenen pixels. We hebben genoeg, de mens is voldaan. Sterker nog: we vinden streaming-video ook al goed genoeg. Er zijn hele volksstammen die heel goed kunnen leven met de YouTube-kwaliteit. Het gaat tenslotte om het verhaal. We wisten het eigenlijk al: de technologie kan meer dan de mens kan behappen. Dat had het oor al ervaren, nu maakt het oog het ook mee.
Moleculen: niet te digitaliseren
Oren en ogen hebben gemeen dat het zintuigen zijn die beiden geprikkeld worden door trillingen van respectievelijk geluid en licht. Met trillingen weet de technologie wel raad, dat is bewezen. Maar waar de technologie veel minder raad mee weet is met die andere zintuigen, het proeven, ruiken en voelen. Daar is nog werk aan de winkel. Het zijn zintuigen die reageren op moleculen en niet op trillingen. Moleculen laten zich nu eenmaal niet eenvoudig digitaliseren. En misschien is dat maar goed ook. Er zit een hele wereld tussen een 0 en een 1.
Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.