Innovatie

Betekenen social media het einde van de zwevende kiezer?

0

Deze week stemmen we voor de Tweede Kamerverkiezingen. Zal deze verkiezingscampagne de boeken ingaan als de campagne waarin sociale media definitief doorbraken? In dit negende deel in de serie over sociale media en de verkiezingen kijken we hoe sociale media ingezet zouden kunnen worden om kiezers aan partijen te binden.

Drukte door social media

In de aanloop naar de verkiezingen worden we bestookt met tv-debatten, interviews, reclamespotjes, reportages, artikelen, opiniepeilingen en socialmediacampagnes. Via al deze wegen proberen politici hun boodschap en visie op de samenleving over te brengen bij een zo breed mogelijk publiek. Dat alles in de hoop om de zwevende kiezer op het laatste moment op hem of haar te laten stemmen.

Tel daar nog bij op een zelfhulppakket aan overzichtslijstjes en stemwijzers en de drukte is compleet. Een week voor de verkiezingen wist zo’n 43% van de kiezers niet waarop te gaan stemmen.

Sociale media spelen anno 2012 een grote rol in deze campagnes. Er wordt voortdurend getwitterd en dagelijks worden er socialmedia-analyses besproken op tv en in kranten. Campagneteams proberen via sociale media het debat de voor hun partij de gunstige kant op te spinnen. Neem bijvoorbeeld GroenLinks, dat de laatste vier dagen voor de verkiezingen wakker blijft om telefoontjes, e-mails, tweets en Facebook-berichten te beantwoorden.

Er is dus bijna geen ontsnappen meer aan. Het lijkt haast de uitdaging voor partijen om het hardste en het meeste te roepen via sociale media, maar het kan ook anders.

Achterban mobiliseren

Politieke partijen zouden diezelfde sociale media kunnen inzetten om een langdurige dialoog aan te gaan met kiezers en hun achterban uit te bouwen. Dat is niet iets van de laatste weken in een campagne, maar juist iets van een lange adem. Een permanente ‘campagne’, die de potentie heeft om echte betrokkenheid te creëren met kiezers. Echt naar ze luisteren dus. Dat betaalt zich pas op termijn terug in een trouwere en mobiliseerbare achterban.

Uiteindelijk gaat het niet om de aantallen volgers op Twitter of Facebook, want die zijn nauwelijks mobiliseerbaar. Het gaat om de actieve achterbannen die mee campagne willen voeren in plaats van een klein campagneteam van ingehuurde studenten of partijleden, zoals nu door o.a. PvdA, GL en D66 worden ingezet.

In Amerika zien we dat duidelijk terug. Obama en Romney gebruiken beiden sociale media en hebben beiden inmiddels een grote groep volgers. Obama loopt door zijn langdurige aanpak, die al bij de vorige verkiezingen in 2008 begon, echter ver voor. Niet alleen in aantallen, maar ook in de mobiliseerbare achterban die meewerkt om de boodschap van Obama te verspreiden, die actief meehelpt om fondsen te werven en die meehelpt campagne te voeren. Obama is daardoor als geen ander in staat om sociale media voor zich in te zetten en passieve volgers te converteren in actieve medewerkers van zijn campagneteam.

Het is belangrijk het gesprek aan te gaan met volgers om de voeling met kiezers te houden. Om zo in te kunnen spelen op de zorgen die bij hen leven, de onderwerpen die belangrijk zijn en vroegtijdig nieuwe voorstellen te toetsen en om hun mening te vragen. Op die manier kun je een structurele band met hen opbouwen.

Goede voorbeelden

Naast Obama, zijn er al goede Nederlandse voorbeelden van het bouwen van een structurele band met burgers. De SP heeft o.a. op het gebied van zorg een permanente vraagbaak en meldpunt. Op die manier weten ze precies welke kwesties er in de samenleving zijn rond de gezondheidszorg. De SP is bovendien actief in de oude wijken, weet wat daar speelt en heeft daardoor voor een deels een stabiele achterban gecreëerd.

De Piratenpartij laat zien hoe van onderop partijprogramma’s gemaakt kunnen worden, doordat iedereen voorstellen kan aandragen en men gezamenlijk beslissingen neemt.

Diederik Samsom van de PvdA is maandenlang bezig geweest met het bezoeken van mensen, de straat op gaan en persoonlijk contact met mensen te maken. Hij heeft inmiddels meer handen geschud en meer mensen persoonlijk gesproken dan welke andere lijsttrekker dan ook. Sommigen nemen aan dat dit de basis heeft gelegd voor zijn huidige succes.

Social media als verbindende media ipv massamedia

Je kunt social media op verschillende manieren inzetten om een meer stabiele achterban te creëren. Denk aan het peilen van het sentiment op internet om thema’s te identificeren, via specifieke kanalen gerichte doelgroepen bereiken en het vroegtijdig beginnen met het mobiliseren van burgers.

Systematisch sentiment analyseren

Als partijen het sentiment op sociale media systematisch in kaart brengen, (welke thema’s worden er door hun achterban besproken en hoe) levert dit een goede basis op, en meer kennis over wat er leeft en wat je als partij kunt doen om daarop in te spelen. Hoewel het publiek op sociale media niet altijd representatief is voor de eigen achterban, is er toch veel informatie vandaan te halen die onmisbaar lijkt om burgers aan te spreken.

Nichedoelgroepen betrekken

Sociale media kunnen daarnaast gebruikt worden om gerichte doelgroepen te betrekken. Met name partijen met een duidelijk nichepubliek, zoals bijvoorbeeld de kleine Christelijke partijen en GroenLinks, kunnen hier van profiteren. Het is immers ondoenlijk om alle communities te bemensen en er discussies te starten, maar bij een duidelijke doelgroep is dit al veel haalbaarder en realistischer.

Langetermijnstrategie

Tenslotte moeten partijen vroeg beginnen en hier structureel aandacht aan geven. Dat valt in het bijzonder op als je kijkt naar GroenLinks, een partij die nu aan het einde van de campagne veel investeert in sociale media, maar ruim voor de campagne de voeling met haar achterban lijkt te zijn kwijtgeraakt. Dan kunnen sociale media dat niet meer snel even oplossen.

Een nieuwe filosofie dus als het gaat om het gebruik van sociale media. Niet als massamedia, maar als verbindende media. En daardoor wordt de kiezer op termijn zeker wat minder zwevend.