eParticipatie: schreeuw niet zo, maar luister eens (naar mij)
Als de verkiezingscampagnes losbarsten, krijg ik altijd een beetje hoofdpijn wanneer ik de TV aanzet of de krant open sla. Schreeuw niet zo hard, denk ik dan. Allemaal tegelijk, zo hard dat ik het eigenlijk niet kan verstaan. En dan doe ik de TV uit, of de krant weg. Afgehaakt. En de rest van het jaar hoor ik niks. Nooit word ik gevraagd wat ik er van vind. Of ik online mee wil doen aan het vormgeven van het verkiezingsprogramma. Bijvoorbeeld.
Meedoen met politiek, afgezien van je stem uitbrengen, betekende altijd dat je lid moest zijn van een politieke partij. Dan kon je (en kun je nog steeds) stemmen tijdens partijcongressen. Tegenwoordig zien we dat partijen ook graag invloed willen van kiezers die geen lid zijn. Met de opkomst van social media, vinden we dat het betrekken van burgers bij de politiek toegankelijker geworden is. Politici zijn beter te bereiken, praten (soms) terug via Twitter. De politiek is transparanter en dat is al heel wat! Maar de weg is nog lang want, zoals ook Maurits en Chris van de week in hun artikel beschrijven, het ‘ouderwetse geschreeuw’ verplaatst zich in de verkiezingstijd vaak één op één naar social media. (Lees ook deze artikelen op Frankwatching voor een actuele stand van zaken).
Graag een beetje online, leuk en snel
Waar ik me openlijk over verbaas, is dat ik helemaal niet word bereikt door de politieke partijen. Ook niet nu er getwitterd wordt. Want met ‘bereikt worden’ bedoel ik niet het schreeuwen, maar betrokken worden, gemotiveerd. Ik hou dit artikel overigens bewust bij mezelf, want misschien word jij wel bereikt; laat me dat hieronder dan ook even weten!
Even de context schetsen. Ik ben een vrouw van eind twintig, hoogopgeleid, ben nieuwsgierig en geïnteresseerd in wat er in de wereld gebeurt, zit het grootste deel van de dag achter de computer/tablet/telefoon, ben actief op allerlei social media en ben niet lid van een partij. Als je mij wil bereiken, dan moet je dat niet doen op straat met zeepkisten, rozen of tomaten; daar loop ik een blokje voor om. Ook niet door een flyer aan m’n fiets te nieten. Of door te verwachten dat ik uit mezelf naar een buurthuis kom om te debatteren. Graag wat minder schreeuwen, maar online, een beetje leuk/aantrekkelijk/spannend. En een beetje snel ook alsjeblieft.
Meedoen
Een kort rondje langs de belangrijkste partijwebsites levert vooral het volgende beeld op:
“Doe mee!” Hoe dan?! “Door ons geld te geven, ons materiaal te bestellen, ons te helpen als vrijwilliger of lid te worden van ons!”, roept de politiek. Hoeveel heeft dat met meedoen te maken? Als we kijken naar de participatieladder (Edelenbos, 2000), kunnen we 5 niveaus onderscheiden:
- informeren (weten)
- raadplegen (meeweten)
- adviseren (meedenken)
- coproduceren (meedoen)
- meebeslissen
Meedoen sluit het aan bij coproduceren. En natuurlijk kun je coproduceren door lid te worden en actief te zijn op bijeenkomsten en congressen. Maar voor de mensen die niet lid zijn, 98% van de bevolking, valt er op het eerste (en tweede) gezicht niet veel mee te doen en al helemaal niet online. Ik word vooral geïnformeerd, of eventueel via Twitter of andere social media geraadpleegd.
Doe mee met Diederik!
Wat kun je nu doen om kiezers wel mee te laten doen op een eigentijdse, laagdrempelige manier? En nog belangrijker, op een manier die aanslaat, waar je je doelen helder hebt, de verwachting van de ‘meedoeners’ managet en die leuk is. Een aardig voorbeeld waar dit artikel op Frankwatching me op attendeert, is de actie van de PvdA: Doe mee met Diederik. De PvdA roept kiezers (dus ook niet-leden!) op om ideeën aan te dragen. De beste ideeën werden uiteindelijk meegenomen in het partijprogramma.
Komen tot participatie
Participatie gaat over samen creëren, niet alleen over flyers uitdelen tijdens de verkiezingen. Er wordt een stevigere relatie opgebouwd die niet alleen (of juist helemaal niet) de duur van de verkiezingsperiode heeft. Wat overigens niet betekent dat je direct een meerjarenplan in werking zet: korte acties die goed doordacht zijn.
Doelen stellen
Om te komen tot die goed doordachte acties, is het belangrijk om te starten met het stellen van doelen. Wat willen we bereiken? Bijvoorbeeld een ingevuld partijprogramma. Waarom zetten we hiervoor online kanalen in? Om een bepaalde doelgroep te bereiken of ons bereik te vergroten of ons imago eigentijdser te maken, of …? En wie willen we bereiken? Het resultaat kan bijvoorbeeld zijn: een partijprogramma waarmee we onszelf op de kaart zetten bij jonge kiezers.
Participatieladder
Hoeveel invloed krijgen de deelnemers? Kijk naar de participatieladder en maak een keuze die past bij de antwoorden die je hiervoor gegeven hebt. En bedenk ook of je die trede waar kunt maken. Meedoen is makkelijker gezegd dan gedaan; gaan we het echt samen maken of alleen om een mening vragen? Als we alleen om een mening gaan vragen is dat ook prima, maar noem het dan geen meedoen.
Hippe tools
Welke middelen ga je inzetten om dit te ondersteunen? Bij eigentijdse participatie horen eigentijdse/hippe tools. Die zijn afhankelijk van de plek waar je doelgroep zich bevindt en de tools die men gebruikt. Richt je je op een actief ‘Facebook-ende’ doelgroep, zorg dan dat je ze daar benadert. Vervolgens richt je de tool in. Een enquête hoeft echt niet saai te zijn en een community niet log en omvangrijk. Ga er creatief mee om!
Als je deze stappen (kijk hier als je de uitgebreide aanpak wil lezen) hebt doorlopen, heb je een doel, een resultaat in het vizier, de juiste mensen op de radar en een ingerichte tool. Online, leuk, spannend, verrassend, snel. Ik ga alvast in de ‘meedoe-modus’ en wacht af welke Mark, Diederik, Emile of Alexander mij de komende tijd bereikt!