Innovatie

De toekomst van informatie: ‘realtime’ wordt ‘right time’

0

Sinds 19 maart 2007 heb ik een Twitteraccount. Iets meer dan vijf jaar ben ik dus op dit platform aanwezig. In de tussentijd zijn zo’n 3800 mensen mij gaan volgen. Zelf volg ik er zo’n 1800 terug. De laatste tijd merk ik echter dat ik steeds minder vaak gebruik maak van het platform. Mijn bookmarks en locaties publiceer ik nog wel iedere dag, maar zelden open ik nog mijn Twitterapp om mij onder te dompelen in de realtime berichtgeving van het medium. Laat staan een discussie met iemand aan te gaan. Ook Facebook, Google+ en LinkedIn gebruik ik steeds minder vaak. En over Hyves zal ik maar zwijgen.

Tijd en aandacht zijn schaars

De voornaamste reden dat ik steeds minder gebruik maak van al deze mooie netwerken is mijn gebrek aan tijd. Tijd kan ik slechts een keer uitgeven. Mijn aandacht is een schaars goed en hier spring ik zuinig mee om. Om toch op de hoogte te blijven van wat er allemaal gebeurt in de digitale wereld, val ik terug op tools zoals Flipboard, Techmeme en Hacker News, applicaties en websites die voor mij de krenten uit de pap pikken.

In mijn bevindingen sta ik niet alleen. Er zijn meerderen die er precies hetzelfde over denken. Auteur Nicholas Carr beweert in zijn boek ‘The Shallows’ dat we als het ware dom worden van al deze afleiding. Professor Sherry Turkle stelt in haar boek Alone Together’ dat we er zelfs asociaal van worden en recentelijk concludeert Andrew Keen in zijn boek ‘Digital Vertigo’ dat we social media hoofdzakelijk gebruiken om onzelf mooier voor te doen dan we daadwerkelijk zijn. Onze digitale identiteit is hiermee belangrijker geworden dan de mens van vlees en bloed. Het zijn alle drie techno-pessimisten die ons een gitzwarte spiegel voorhouden van de gevolgen van social media.

Technologie op de hoogte van onze context

Zelf ben ik een techno optimist. Ook ik zie de zwarte kanten van social media, maar het is mijn volle overtuiging dat we nu op een omslagpunt terecht zijn gekomen waarbij technologie ons niet langer lastig valt, en onze aandacht voortdurend versplintert, maar juist gaat helpen. Tools als Project Glass van Google, Watson van IBM en Siri van Apple gaan hierbij een rol spelen. Dit zijn de intelligente filters die de overvloed aan informatie een halt kunnen toeroepen, doordat ze relevante informatie op het juiste moment naar ons toe kunnen pushen, omdat ze volledig op de hoogte zijn van onze context. Deze tools zijn op de hoogte van onze diepste verlangens en zijn in staat om deze te bevredigen.

“Het draait hierbij om Right Time Experiences. Ervaringen die zelfregulerend zijn en zich aanpassen aan veranderingen in de context van de gebruikers. De beste Right Time Experiences laten de technologie verdwijnen en worden onderdeel van de context, waarin het individu zich begeeft.”

In het artikel ‘The Future is not Real-Time‘ verwoordt Joshua Gross een soortgelijke gedachte. Een mail van een vriend had hem tot nadenken aangezet. De opmerking: “We’re exposed to more content than at any time in our lives yet the amount of time to consume it isn’t increasing.” deden hem de volgende woorden noteren:

“I believe the future is not real-time. Instead, we will find ways to artificially stem the constant flow of information through algorithmic summarization. We will find ways to bring information we are truly interested in back to us at a pace and time that is more manageable. Instant notifications will be reserved for those few precious individuals and apps that absolutely need our attention, rather than those that simply want it. […] The real-time web is a bit like a fire hydrant—either the valve is opened or closed, but there’s no filter to stem the flow; we become the filter for the massive flow of information. Content should always feel like a gift, not a burden. To turn it into a gift, we need to start focusing on ways to control the flow.”

Data is de nieuwe olie

De introductie van de Intel 4004 microprocessor in 1971 betekende het startschot van een nieuwe tijdperk, het begin van de digitale revolutie. De afgelopen 30 jaar hebben we ons bekommerd om het uitrollen van een architectuur, van een netwerk waarbij alles en iedereen aan elkaar gekoppeld is. Het directe gevolg hiervan is een enorme hoeveelheid aan informatie, aan Big Data. Het wordt ons steeds duidelijker dat we heel zinvolle toepassingen op basis van al deze informatie kunnen maken. Data is de nieuwe olie. Dit kan echter alleen maar wanneer de complexiteit van het netwerk naar de achtergrond verschuift; als het ware onzichtbaar wordt.

In 2007 toonde Steve Jobs de allereerste iPhone. Hij noemde de telefoon een Post-PC apparaat. Het device laat zien hoe we op een menselijke manier gebruik kunnen maken van de achterliggende technologie. Niet langer onder bureaus kruipen om allerlei stekkers, pluggen en draden op elkaar aan te sluiten, geen Blue Screen of Death, maar technologie die naadloos aansluit op onze zintuigen. Het is de humanisering van technologie. Van nerd naar mens. Niet langer slaaf, maar meester van de technologie. De komende twintig tot dertig jaar gaat om het uitnutten van de infrastructuur die we hebben aangelegd. We bevinden ons hiermee op de rechterkant van de Kondratieff golf. Dit kan alleen maar met nieuwe intelligente technologie die ons helpt, ons als mens als het ware aanvult c.q. verbetert. Doen we dat niet, dan zullen we verzuipen in de alsmaar toenemende stroom aan informatie.

Bronnen

  • Carr, Nicholas, “The Shallows: What the Internet Is Doing to Our Brains” , 2010, W. W. Norton & Company
  • Keen, Andrew, “Digital Vertigo: How Today’s Online Social Revolution Is Dividing, Diminishing, and Disorienting Us” , 2012, St. Martin’s Press
  • Turkle, Sherry, “Alone Together: Why We Expect More from Technology and Less from Each Other”, 2011, Basic Books