De vergeten geschiedenis van het web
Afgelopen week kreeg het internet haar eigen Hall of Fame. In totaal zijn er 33 grote namen in deze eregallerij opgenomen. Vincent Cerf, Tim Berners-Lee, Craig Newmark, Linus Torvalds en zelfs Al Gore hebben er een plekje gekregen. Eén naam ontbreekt echter. De naam van de Belg Paul Otlet. In zijn eentje bedacht hij rond de eeuwwisseling van de negentiende eeuw al hoe ons wereldwijde netwerk eruit zou komen te zien. Dit is zijn verhaal.
Het Mundaneum
In de nacht van 1 juni 1934 zat Paul Otlet voor de dichte deuren van zijn geliefde Mundaneum. Het was een stil protest tegen de sluiting van zijn levenswerk door de Belgische overheid. Het Mundaneum, ooit opgericht om alle kennis ter wereld te bevatten, lag politiek gevoelig en kostte teveel geld. Een sluiting was derhalve onvermijdelijk. Voor Otlet was dit een klap van jewelste. Hij geloofde dat het Mundaneum aan de basis stond van een periode van vrede en vooruitgang. Deze droom viel nu in één keer in duigen.
In de jaren ’30 van de twintigste eeuw bedacht de Belg Paul Otlet een universeel classificatiesysteem dat het mogelijk moest maken om alle kennis ter wereld te documenteren en aan elkaar te relateren. Het systeem moest voor iedereen kennis toegankelijk maken. Met de sluiting van zijn Mundaneum was bijna zijn gedachtegoed voorgoed verloren gegaan, ware het niet dat de student Boy Raynard in een speurtocht naar de oorsprong van deze systemen in een afgelegen pand in het Leopold Park te Brussel tegen de verlaten studeerkamer van Otlet aanliep.
In de kamer vond hij “a cluttered, musty, cobwebbed office into which the rain leaked—and one day flooded—causing the attendant then on hand to have a kind of epileptic seizure.” Tegen de muren stonden torenhoge stapels aan stoffige boeken, manuscripten en memorabilia. Het is de intellectuele erfenis van de in 1944 gestorven Otlet. Het was zijn laatste wens om zijn kamer in deze staat achter te laten.
Tijdens het hoogtepunt van zijn carrière was Otlet een gelauwerd man. Hij verkeerde in het gezelschap van Nobelprijswinnaars. Hij speelde zelfs een rol in de formatie van de League of Nations. Zijn dood werd echter nauwelijks door iemand opgemerkt. Hij was in zijn laatste jaren een schim geworden van de man die hij ooit was. De kamer is het laatste chaotische overblijfsel van een berooide, gebroken man die zijn droom – een allesomvattend kennisnetwerk – uiteen zag spatten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog doordat de Nazi’s de laatste restanten van zijn levenswerk grotendeels vernietigden.
Het internet van papier
Paul Otlet was de voorvader van de studie “Informatiewetenschappen”. In zijn tijd noemde Otlet dit onderzoeksveld “Documentatie”. In 1895 begon Otlet samen met Henri La Fontaine, de latere Nobelprijswinnaar voor de vrede, te werken aan het Mundaneum, een fysieke verzamelplaats voor alle kennis ter wereld: “[a] universal network that would allow the unrestricted dissemination of knowledge”.
Voor zijn archief produceerde Otlet van 1985 tot 1930 meer dan 17 miljoen indexkaarten, die dienst deden in een fysiek hypertextsysteem avant la lettre. Ieder jaar ontving het Mundaneum zo’n 1.500 verzoeken voor het vinden van bepaalde informatie. Met de hand werd het antwoord vervolgens gezocht in de kabinetten van het Mundaneum. Een handmatig proces dat enkele weken kon beslaan. Het project is een analoge versie van Google, alleen dan tientallen jaren voor het web was uitgevonden en zonder de hulp van computers.
Blauwdruk voor het internet
De enorme hoeveelheid aan indexkaarten deed Otlet beseffen dat het onmogelijk was om een analoge versie van een wereldwijde kennisbank te realiseren. In het boek “Traité de documentation: Le livre sur le livre” (1934), de eerste moderne verhandeling over informatica, beschrijft Otlet voor het eerst een elektronische implementatie van zijn Mundaneum. Hiermee was hij zijn tijd ver vooruit. Niemand had ooit eerder nagedacht over documenten die met elkaar verbonden konden worden via een digitaal netwerk. Om zulke relaties te kunnen beschrijven vond Otlet het woord “link” uit. Het systeem waarin dit alles bij elkaar komt noemde hij “le réseau” oftewel het “het netwerk”.
Otlet beschouwde een boek als een ruwe vorm van informatie. Een op zichzelf staand boek zegt niets. Boeken ontlenen hun betekenis aan de verbintenissen met andere boeken. Een verbintenis moest duidelijk maken wat de invloed van het ene boek op het andere boek is, maar ook of de gedachten in een bepaald boek conflicteren met een ander. Een relatie in de ogen van Otlet is zodoende een slimmere variant van de moderne hyperlink. Een boek kon ook van alles zijn, een foto, een krant, een muziekstuk of een schilderij. Maar ook nieuwe technologieën zoals de telegraaf, de radio en de televisie maakten hier deel vanuit.
“Cinema, photographs, radio, television: these instruments, taken as substitutes for the book, will in fact become the new book, the most powerfull works for the diffusion of human thought. This will be the radiated library, and the televised book.”
Otlet’s visie was gericht op de pure informatie die stroomt tussen de verschillende kennisobjecten. Zijn visie is een blauwdruk van het huidige internet.
Otlet is één van de eersten die door het leggen van een relatie het sociale karakter van informatie expliciet benadrukt. Otlet schatte de waarde van sociale netwerken juist in; hij voorzag netwerken waarin gebruikers “participate, applaud, give ovations, sing in the chorus”. De waarde van deze netwerken zat volgens hem in het feit dat mensen berichten onderlingen uitwisselen, deelnemen in discussies en samenwerken om informatie te verzamelen en te organiseren.
Internet vanuit je stoel
In zijn laatste boek “Monde: Essai d’universalisme” (1935) beschrijft hij zelfs een toekomst waarin iedereen vanuit thuis, zittend in een luie stoel, toegang heeft tot een wereldwijd netwerk van kennis. Ontwikkelingen die zich waar dan ook ter wereld voordoen, worden direct geregistreerd en zijn voor iedereen meteen toegankelijk. In de conlusie van dit boek omschrijft hij dit universele network als volgt:
“Man would no longer need documentation if he were assimilated into an omniscient being – as with God himself. But to a less ultimate degree, a technology will be created acting at a distance and combining radio, X-rays, cinema and microscopic photography. Everything in the universe, and everything of man, would be registered at a distance as it was produced. In this way a moving image of the world will be established, a true mirror of his memory. From a distance, everyone will be able to read text, enlarged and limited to the desired subject, projected on an individual screen. In this way, everyone from his armchair will be able to contemplate creation, as a whole or in certain of its parts.”
Jaren later maakte Tim Berners-Lee, de uitvinder van het huidige wereldwijde web, in zijn boek “Weaving the Web: The Original Design and Ultimate Destiny of the World Wide Web” een soortgelijke opmerking: “My original vision for a universal web was an armchair to help people to do things in the web of real life.”
Een uitbreiding op het brein
Otlet noemt dit wereldwijde kennisnetwerk een “mechanical, collective brain”. Het netwerk is een uitbreiding op het menselijk brein. In het boek “Traité de documentation: Le livre sur le livre” verwoordde hij het als volgt:
“The Universal Book created from all books would become very approximately an annex to the brain, a substratum even of memory, an external mechanism and instrument of the mind but so close to it, so apt to its use that it would truly be a sort of appended organ, an exodermic appendage.”
Otlet gaat zelfs zo ver dat hij voorspelt dat de media van de toekomst ook zintuiglijke informatie – zoals tast, smaak en geur – zullen overbrengen. Hij noemt deze vorm van media “sense-perception documents”.
Conclusie
Het huidige web vertoont veel overeenkomsten met de visie van Otlet, met één groot verschil. Otlet stelde zich het netwerk voor als een centrale plek waar alle informatie hiërarchisch in is onderverdeeld. Het wereld wijde web van Tim Berners-Lee is daarentegen gedecentraliseerd en totaal niet hiërarchisch. De gebruikers van dit moderne netwerk bepalen zelf welke richting het opgaat. Deze conclusie heeft Otlet aan het eind van zijn leven ook zelf getrokken. In een van zijn laatste tekeningen schetst hij een Mondaneum die in eerste instantie autonoom is ingericht, maar de verdere ontwikkeling van het kennispaleis wordt uiteindelijk overgelaten aan haar gebruikers.
Dit artikel is onderdeel van het project “The Post PC Era – Beyond Information At Your Fingertips”.
Literatuur
- Berners-Lee, Tim, “Weaving the Web: The Original Design and Ultimate Destiny of the World Wide Web”, HarperBusiness, 2000
- Heuvel, Charles van den, “Web 2.0 and the Semantic Web in Research from a Historical Perspective: The Designs of Paul Otlet (1868-1944) for Telecommunication and Machine Readable Documentation to Organize Research and Society” (pdf), Knowledge Organization, 2009
- Heuvel, Charles van den, “Building Society, Constructing Knowledge, Weaving the Web: Otlet’s Visualizations of a Global Information Society and His Concept of a Universal Civilization”, European Modernism and the Information Society, 2008
- Heuvel, Charles van den, “Architectures of Global Knowledge: The Mundaneum and the World Wide Web” (pdf)
- Laaff, Meike, “Networked Knowledge, Decades Before Google“, Spiegel, 2011
- Rayward , W. Boyd, “The Case of Paul Otlet, Pioneer of Information Science, Internationalist, Visionary: Reflections on Biography“, Journal of Librarianship and Information Science, 1991
- Springfield, Molly, “Inside the Mundaneum“, TripleCanopy, 2010
- Wright, Alex, “Glut: Mastering Information Through The Ages”, Joseph Henry Press, 2007
- Wright, Alex, “The Web Time Forgot“, New York Times, 2008
Documentaires
- Levie, Françoise, “The Man Who Wanted to Classify the World“, Noorderlicht, 2002
- “Paul Otlet, visioning a web in 1934“, YouTube, 2008