10 mythes waarom Nederlandse startups mislukken
Hoewel er dagelijks nieuwe websites en concepten in Nederland worden gelanceerd – zie Site Gespot – blijven de Facebook-, Twitter- en Google-successen in ons kikkerlandje uit. Hoewel Hyves (9 miljoen gebruikers) en Marktplaats (miljoenen advertenties) het leuk doen; zullen zij vrijwel geen meter buiten Nederland groeien. Waarom is dit? Waarom lopen Nederlandse – maar ook Europese – startups chronisch achter op Amerikaanse startups? 10 mythes.
Taalbarrières
Wanneer men begint met het vergelijken van Europese en Amerikaanse startups, is het meest gehoorde argument altijd dat Amerikanen zich niet hoeven te druk te maken om taal: iedereen spreekt immers Engels en met een interne markt van meer dan 300 miljoen Engelssprekende consumenten zou het niet veel moeite zijn om je producten aan de man te verkopen. Vergelijk dit met de Europese situatie, waarbij we te maken hebben met maar liefst 23 talen in de Europese Unie: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Iers, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds.
Je zou echter denken dat, door de taalbarrières, Amerikaanse startups het nóg moeilijker zouden hebben om door te breken in Europa. Het tegendeel is echter waar: Amerikaanse startups behoren tot de top van de Europese internet industrie. De meeste Nederlanders kunnen namelijk ook Engels lezen en schrijven waarbij zij dus tot dezelfde – en zelfs meer – taalcompetenties beschikken als de Amerikanen. Taalbarrieres zijn dus geen reden om niet succesvol te zijn in Europa en de rest van de wereld. Mythe ontkracht.
Aantal inwoners
Amerika telt op dit moment 304 miljoen inwoners. We gaan geen appels met peren vergelijken, dus het magere Nederlandse inwonertal doet niet mee; de Europese Unie telt er 497 miljoen. Mythe ontkracht.
Aantal internetters
Nederland staat aan de top van de wereld als het om internetgebruikpenetratiegraad of breedbrand internet penetratiegraad gaat – samen met diverse andere Europese landen. Ook heeft Europa een voorsprong op mobiele technologie: waar Amerikanen langzamerhand toegang krijgen tot 3G en HSDPA netwerken, lopen wij al jarenlang te MMS-en en te videobellen met elkaar. Hoewel Apple en Google steeds meer het voortouw nemen in de mobiele industrie lopen wij alsnog mijlenver voor op mobiel gebied. De Europese consument loopt dus aan kop met de Amerikanen wat het gebruik van technologie betreft; de technologische adaptiegraad is dus geen reden om te mislukken als startup. Mythe ontkracht.
Economie
Met al de Amerikaanse succesverhalen in je achterhoofd zou je al snel geloven dat de Amerikaanse economie met kop en schouders boven alle andere economieën uitsteekt – inclusief de Europese. Niets is minder waar; Duitsland alleen al exporteert meer dan de Verenigde Staten, met China als goede tweede. Het bruto binnenlands product in 2008 van de Verenigde Staten was 14,2 biljoen dollar, Europa had een BBP van 15,2 biljoen dollar. Het klopt echter wel dat het BBP per capita in Amerika hoger ligt dan in de Europese Unie ($ 42.000 p/j versus $ 32.700 p/j) maar de inkomensverschillen zijn dan ook groter in Amerika (1 % van de Amerikaanse bevolking bezit ruim 42,7 % van alle financiele activa). De gunstige Europese economie zou dus in ons voordeel moeten werken. Mythe ontkracht.
Fysieke grenzen
Vaak wordt er geklaagd door ondernemers dat het haast ondoenlijk is om in andere Europese landen te ondernemen. De regelgeving verschilt, de infrastructuur is wezenlijk anders en het is haast niet te doen om aan 27 verschillende lokale wetgevingen te voldoen. Het gras is echter niet groener in de VS: hoewel de (super)staat zoveel mogelijk wetgeving stroomlijnt over de ruim 52 staten is het ook daar niet te pruimen als je je bedenkt hoeveel de wetgeving van staat tot staat verschilt.
Een onderneming beginnen in Delaware, een zakelijke rekening openen in California en je activiteiten ontplooïen in New York; is a one-way ticket to administrative hell (ik spreek uit ervaring). Met de recente ratificatie van het verdrag van Lissabon en de steeds verdergaande Europese unificatie van lokale wetgeving beginnen de landsgrenzen steeds meer en meer voor EU ondernemers te vervagen. Conclusie: het is in beide plaatsen momenteel moeilijk om grensoverschrijdend te ondernemen. Het is echter nog steeds geen verklaring waarom Amerikaanse startups het blijkbaar wel lukt om in Europa een toppositie in te nemen. Mythe ontkracht.
Kennis
Vaak wordt er gedacht dat Amerikanen, naast geld verdienen, ook excelleren in kennis & technologie. Het is inderdaad waar dat er in de 20e eeuw door de overheid en het leger enorm is geïnvesteerd in NASA en diverse andere projecten waardoor de Amerikanen hun voorsprong in technologie konden blijven voortzetten. Het algemeen opleidingsniveau aan de Amerikaanse universiteiten – en daarmee het algemeen kennisniveau – laat echter te wensen over. Tenzij je aan de top universiteiten Harvard, Stanford, MIT of Princeton gestudeerd hebt, valt je Master of Science diploma, behaald aan een staatsuniversiteit, te vergelijken met een mager HBO-diploma in Nederland.
De kwaliteit van het Amerikaans onderwijs wordt namelijk niet gegarandeerd door de overheid – iets wat in Nederland wel gegarandeerd wordt door het Ministerie van Onderwijs. Het belangrijkste punt hierbij is wellicht wel de toegang tot dergelijk kwalitatief onderwijs; in de VS kost je dat makkelijk $ 30.000 dollar per jaar terwijl je in Nederland voor +/- € 1.500 p/j top onderwijs geniet. In Nederland zijn we dus in het algemeen hoger opgeleid dan de gemiddelde Amerikaan. Hoogopgeleide ondernemers – maar ook werknemers – hebben daarom op kennisgebied een voorsprong op de Amerikanen. Mythe ontkracht.
40-urige werkweek
De gemiddelde Nederlandse werknemer is lui, passieloos en heeft nauwelijks hart voor de zaak; net niet genoeg om -gratis- overuren te maken. Vergelijk dit met de Amerikaan waarbij hard werken synoniem staat aan leven. Werknemers in Amerikaanse startups zijn gewend om 80 uur per week te werken en van maar liefst 2 weken (!) vakantie te genieten per jaar. Hier kan ik dus eenvoudig in zijn: De startup waar het personeel om 5 uur naar huis gaat en van 2 dagen weekend geniet – of erger nog: maar 38 uur werkt; is gedoemd te mislukken. Het is cruciaal om in deze snelle technologische tijden met man en macht aan je startup te werken – om ook maar iets van de Amerikaanse voorsprong in te kunnen halen. Van het leven genieten doe je maar wanneer je met je 38e met miljoenen op de bank op pensioen gaat. Mythe is waar!
Nuchterheid
Ik heb keer op keer in marketingliteratuur mogen lezen dat Nederland, onder multinationals, het meest favoriete land is om nieuwe producten in uit te testen. In de laatste plaats om ons (on)vermogen om passioneel te zijn over nieuwe producten of onze kenmerkende eigenschap om succesvolle ondernemers op te hemelen. Nee, zij kiezen Nederland uit, omdat Nederland het meest nuchtere, cynische en argwanende land is dat er bestaat. En, zo is de redenering van multinationals, als het in Nederland aanslaat, dan slaat het overal aan.
Nederland is het moeilijkste land om producten aan de man te brengen. En toch lukt het ons lokale succesvolle startups niet om buiten de grenzen van Nederland te groeien. Want, niet alleen de consumenten zijn nuchter en cynisch, maar de ondernemers ook. De wil om buiten Nederland te groeien is er gewoonweg niet, dus worden de offers ook niet gemaakt die noodzakelijk zijn. Doet maar gewoon dan doene je al gek genoeg. Het eerste wat ik hoorde van Nederlandse investeerders toen ik ze vertelde over mijn plannen om Amerika te gaan veroveren was het volgende: ‘Amerika? Waarom begin je niet lekker gewoon in Nederland?‘ Mythe is waar!
Risico-veilig ondernemen
Om de Amerikaanse investeringscultuur te begrijpen moet je het volgende economische principe van Jeff Bezos, oprichter van Amazon, tot je nemen: Get Big Fast. Let op, het is dus niet: Get Profitable Fast of Develop A Viable Business Plan Fast maar Get Big Fast. Jeff Bezos concentreerde zich eerst op het vergaren van zoveel mogelijk gebruikers in plaats van te bedenken hoe hij geld moest verdienen. Dit is niet alleen kenmerkend voor Amazon geweest maar voor alle succesvolle Amerikaanse startups, van Google (die inmiddels winstgevend is) tot Twitter (die nog steeds nauwelijks idee heeft hoe het geld moet verdienen).
Dit contrasteert sterk met het behoudende, risico beperkende benadering van ondernemerschap in Europa. En als er eens een Europees ondernemer opstaat en denkt: ik ga eens gek doen, ik wil hetzelfde doen als die Amerikanen, dan komt hij al snel tegen het financiele glazen plafond. Europese banken en investeerders doen namelijk niet gek en werken daarom niet mee. Zonder risico geen geld, en zo blijven Europese investeerders voort sukkelen op staatsobligaties en zijn gewaagde ondernemers genoodzaakt hun heil te zoeken in Silicon Valley. 1-0 voor Amerika, mythe is waar.
Exitstrategieën
Als je zoals ik, vaak vertoeft op sites als TechCrunch, VentureBeat of Silicon Alley Insider, vraag je jezelf vaak het volgende af: Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat een profielensite a la Hyves voor honden, 1 miljoen dollar aan investering heeft gekregen!? In de bovenstaande mythe heb ik gesuggereerd dat Amerikaanse investeerders het niet om rendabiliteit te doen is, maar om groot te worden. Dit is natuurlijk niet helemaal waar. Het is Amerikaanse investeerders namelijk hartstikke om rendabiliteit te doen. Maar niet op de korte termijn.
Het maakt de Amerikaanse investeerders namelijk niet uit dat er in de eerste 3, of 5 jaar geen winst wordt gemaakt: zelfs niet in de gehele levensduur van de onderneming. Maar wat er daarna gebeurt, is belangrijk. De Exit Strategy! Gaat het bedrijf naar de beurs? Tjakka! Wordt het bedrijf verkocht aan Google? Tjakka! In Europa kennen we een dergelijke M&A markt niet, en daarom is het ook niet waarschijnlijk dat veel startups een levensvatbare exitstrategie hebben. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom investeerders ervan afzien om veel geld in Europese bedrijven te pompen. Er is geen exitstrategie! Wij kennen geen Google of Microsoft die bedrijven bij de vleet opkopen en de belegger is huiverig om – na de dotcom malaise – in onbewezen startups op de beurs te investeren. Mythe is waar – helaas.
Conclusie
De grootste barrières voor Nederlandse en Europese startups zijn dus niet technologische, geografische, politieke en markttechnische barrières, het is het gebrek aan financiering en het gebrek aan exitstrategieën voor bedrijven. Een aantal oplossingen hiervoor zijn marktinterventies van de overheid (subsidies) of het verlagen van drempels voor buitenlandse investeerders / multinationals om te investeren in Europa. En, oh ja, werk aan je 9-5 mentaliteit en geef je vakanties, je partner en je hond op. Stop met het neerhalen van miljoenen verdienende bestuurders en feliciteer ze met elke bonus die ze krijgen. Wellicht word je er zelf later ook één! 😉