Online marketing

Opgegroeid met de pc

0

boek_lezen.jpgMijn kinderen lezen bijna niks meer, tenminste vanaf papier. Wat hun boeit en bindt is – behalve de inspiratie van de content – vooral de interactie er omheen. In die wereld speelt papier nog maar een marginale rol. Kinderen hebben de toekomst, zo luidt het gezegde. Maar hoe zit het dan met de toekomst van tekstschrijvers?

division_post.jpgMijn kinderen versturen nooit post. De magie die post vroeger bij mij had, dat kennen ze niet. De postbode die de brief van mijn oom uit Brazilië bracht, een brief met die prachtige vlinderpostzegels op de envelop. Of de Donald Duck die vol met nieuwe stripverhalen aan het einde van de week in de bus werd gegooid. Samen zaten we dan soms op de trap bij de brievenbus te wachten. En soms een gevecht over wie het blad als eerste mocht gaan lezen. Post doet me ook denken aan het kaartje dat je bij een verjaardag naar je neefje of vriendje stuurde. Niets van dit alles (her)kennen ze, die jongens van me.

world-of-warcraft.jpgVandaag vroeg ik mijn oudste (bijna 17) of hij nog wel eens wat vanaf papier las. Nou nee, zei hij met een brede grijns. Of ja, nou toch wat: de Donald Duck. “Maar dan niet meer dan 10 minuten, een kwartier. Want ik lees nogal snel.” Hij is opgegroeid met de pc en speelt er vanaf ongeveer zijn vijfde spelletjes op. Ooit begon dat met het spelletje Mario en via de strategische games Age of Empires (vooral nog offline) en Tibia (online) raakte hij in World of Warcraft verzeild. Een van zijn beste vrienden is een Zweedse jongen (ook 16) die hij vijf jaar geleden in Tibia leerde kennen. Samen ontdekken ze de (virtuele) wereld.

msn.jpgNee lezen vanaf papier dat zit niet in zijn systeem. Lezen is voor hem veel meer een sociaal proces waarbij je in interactie met anderen bent. Lezen in een blad voelt als een powerdown, als terugschakelen naar nietsdoen. Lezen dat doe je dus vooral online en dan met name in forums, in de chat en soms op sites. Is er dan nog wel een toekomst voor mensen die beroepsmatig teksten schrijven, zo vroeg ik me hardop af. ” Ja natuurlijk!” riep hij voor mij enigszins verrassend. “Je kunt online nog genoeg teksten schrijven. Maar dat moeten dan wel teksten zijn waarop je kunt reageren.” Dat klonk me heel logisch in de oren.

Zijn vader houdt ook van spelletjes, maar alleen in de tafelbord versie. Online gaming heeft me nooit geboeid. De kick van een klapperende brievenbusklep, die is er bij mij nog steeds. Maar voor de rest lijken we erg op elkaar (al zal hij dat niet spontaan met me eens zijn…). Ook ik lees eigenlijk steeds minder in print, heb bij online een voorkeur voor teksten waarover gesproken wordt en vind het heerlijk om me te mengen in een online gesprek erover. Sommige vrienden kom ik meer online dan offline tegen en spreek ik dan toch wel een paar keer per week (online).

stapel-boeken.jpgNooit eerder kreeg ik zoveel boeken en tijdschriften toegestuurd. Maar ook nooit eerder heb ik zo weinig vanaf papier gelezen. Want was is er leuker dan iets samen lezen en er met elkaar over kunnen praten? Tja, dat is in een wereld van grote (fysieke) afstanden toch eigenlijk alleen nog maar online praktisch en gemakkelijk online te organiseren. Want alleen online is die afstand geen enkel probeem meer en kun je gemakkelijk je vrienden en anderen ontmoeten. Daarin kan ik mijn zoon alleen maar gelijk geven. En ik ben echt benieuwd wanneer al die websites ook echt open gaan en redacties, uitgevers, bedrijven ook direct het gesprek aangaan. Of er dan nog tekstschrijvers nodig zijn? Vast en zeker, want wie ben ik om mijn zoon tegen te spreken?

Deze column is eveneens gepubliceerd op de site van communicatiebureau JCM Context.